In deze koude tijden krijgen we van klanten altijd vragen over de corrosie van aluminium. Aluminiumdeskundige Ton Clermont, accountmanager bij MCB legt uit waarom je aluminium niet meteen uit moet pakken als het binnen is gekomen.
‘Het probleem met aluminium is dat het heel goed warmte- en koudegeleidend is, en als je het van een koude naar een warme omgeving brengt trekt het vocht uit de lucht. Net als bij de condens op ramen, die zit altijd op de binnenkant van de raam toch?’ Ton Clermont weet alles van aluminium. En hij weet dus ook waar je op moet letten bij het opslaan van aluminium: ‘Het probleem is er andersom ook, als je van kou naar warm gaat. Maar dan is het minder groot.’ Even wat tips van Ton.
Aluminium moet acclimatiseren
‘Het probleem met dit soort verhuizingen is dat er vocht tussen de platen kan trekken, en dan krijg je spleetcorrosie: witte vlekken. Het gaat om zogenaamde witroest, aluminium wordt weer aluminiumoxide en dat is wit. Dat blijft tussen de plaat zitten en de verontreinigingen in de lucht zorgen voor ongewenste effecten.’
Hoe kun je dit voorkomen?
‘Je voorkomt het condensprobleem door het aluminium minimaal 24 uur te laten acclimatiseren – liefst 48 uur – in de ruimte waar het zich bevindt. Dat betekent dat je pas na het liefst 48 uur, ook afhankelijk van het temperatuurverschil) de verpakking verwijdert. Ik kom in praktijk regelmatig tegen dat mensen dit niet weten. Er zijn veel bedrijven die hun bulkvoorraad in een onverwarmde ruimte opslaan. Zodra ze het nodig hebben brengen ze het naar de productie en dan krijg je die condens. En meestal hebben ze het direct nodig natuurlijk.’
Maar veel mensen denken toch dat aluminium niet kan roesten?
‘Aluminium kan roesten, sterker nog: je hebt nog nooit echt aluminium gezien want het maakt meteen een verbinding met de lucht. Echt aluminium is iets witter van kleur, het reageert meteen met zuurstof’, weet Clermomt.
Andere aandachtspunten
Het condensprobleem is niet het enige probleem dat Ton in praktijk tegenkomt bij de opslag van aluminium. In het volgende geeft hij een overzicht.
- Doorzakken: ‘Ik zie vaak te hoge stapels aluminium balken, de balken gaan dan doorzakken. Alles moet netjes gestapeld zijn. En houten pallets die worden gebruikt voor het opslaan van aluminium moeten eerst van plastic stroken voorzien worden, om corrosie te voorkomen. Je hoeft dan de laatste plaat niet weg te gooien.’
- Morsen: ‘Soms laten mensen wel eens koffie of ander vocht op de plaat vallen. Als ze dat niet meteen wegvegen heb je een probleem.’
- Bewerken: ‘Soms worden platen kaal in de rekken gelegd, in een ruimte waar ze ook met staal werken en bijvoorbeeld slijpen. Dat kan nadelige invloeden hebben: staalslijpsel op de plaat gaat roesten.’ Waar moet je dan op letten? ‘Materialen met een verschillend potentiaal moet je bij elkaar weghouden. Aluminium moet je eigenlijk altijd verpakt opslaan, als je dat niet doet moet je zeker zijn dat er in de omgeving niets is wat het kan aantasten. Als je alleen maar met aluminium werkt heb je die problemen niet. Aluminium in stalen rekken moet goed worden afgedekt bijvoorbeeld, bij RVS rekken zijn de risico’s niet zo groot.’
- Aanraken: ‘De zuurgraad van handen is hoog, verschillend per persoon zelfs. Liefst handschoenen dragen dus.’
- Buitengebruik: ‘Een aluminium plaat kan best buiten liggen, maar zodra er ijzer op komt gaat het roesten. Maar dat kan ook vogelpoep zijn of roet. Met anodiseren of poedercoaten vertraag je het proces en zorg je voor bescherming, en dan kan je het buiten gebruiken.’
Ton Clermonnt is liefhebber van auto’s, maar hij vindt het moeilijk om uit te leggen of bovenstaande ook geldt voor aluminium in auto’s: ‘Steeds meer auto’s zijn helemaal van aluminium zoals de Audi A8. De aluminium die in de automotive industrie wordt gebruikt is echter heel bijzonder en wordt op bijzondere wijze geproduceerd. De aluminiumfabriek werkt intensief samen met de autofabriek, dat is een vak apart.’ In de auto-industrie gelden voor aluminium andere regels blijkbaar.
MCB – aluminium traanplaat.jpg