De NEVI PMI daalde van 55,1 in januari naar 52,7 in februari, het laagste niveau in tweeëndertig maanden. Dit kwam vooral door de haperende export, wat leidde tot de kleinste groei van de nieuwe orders in drie jaar.
De toeneming van de productie was groter dan die van het aantal orders, wat leidde tot de vijfde achtereenvolgende stijging van de voorraad gereed product. De hoeveelheid onvoltooid of nog niet uitgevoerd werk bleef gelijk.
De hoeveelheid ingekocht materiaal steeg opnieuw, maar in de kleinste mate in drieëndertig maanden. Dit verlichtte enigszins de druk op de levertijden. Die waren opnieuw langer, maar de verlenging was de kleinste sinds juni 2016. De voorraad ingekochte materialen nam nog steeds toe.
De inflatie van zowel inkoop- als verkoopprijzen bereikte het laagste niveau in respectievelijk 29 en 18 maanden. De groei van de werkgelegenheid was kleiner dan de vorige maand en het kleinst sinds september 2016. De Nederlandse fabrikanten waren in februari over het algemeen positief over de toekomstig, al was dit optimisme het geringst sinds november 2015.
Glijvlucht
‘De glijvlucht naar beneden zet zich helaas voort: de NEVI PMI daalde met 52,7 in februari naar het laagste niveau in ruim 2,5 jaar. Het lijkt erop dat vooral onze exportmotor aan het haperen is, een veeg teken voor een handelsland als Nederland. Natuurlijk is er ook nog steeds veel onzekerheid over Brexit; over minder dan een maand is het zover, maar er is nog geen zicht op een deal. Bedrijven zijn mede hierdoor aan het hamsteren geslagen en dat zien we terug in de vorm van stijgende voorraden. Vanuit het perspectief van Supply Chain Management is dat niet bepaald een positieve ontwikkeling’, aldus prof. dr. Bart Vos, hoogleraar Inkoopmanagement aan de Universiteit van Tilburg in zijn redactioneel commentaar op de laatste Nevi PMI.
‘Het is ook zeker niet de enige indicator die op minder uitbundige tijden duidt. Recent kwam naar buiten dat dat het consumentenvertrouwen in Nederland voor het eerst in vier jaar in de min is gedoken. Maar onze economie groeit toch nog steeds en de werkloosheid is toch ook historisch laag? Dat klopt, maar consumenten maken zich kennelijk zorgen om de toekomst en we kunnen dat signaal maar beter serieus nemen. In het begin van 2008 schoot het consumentenvertrouwen de min in, ogenschijnlijk zonder duidelijk aanwijsbare oorzaak. Later dat jaar markeerde het omvallen van de Amerikaanse bank Lehman Brothers de start van een ongekende economische crisis. Het duurde tot 2014 voor het consumentenvertrouwen weer in de zwarte cijfers kwam.’
Groei is eruit
Vos vraagt zich af of er dan niks positief is te melden ‘Nou ja, een NEVI PMI met een score van boven de 50,0 duidt nog steeds op economische groei. Het valt echter niet meer te ontkennen dat de groei van de Nederlandse productiesector er wel uit is. Het is dan ook niet te hopen dat er, net als bij het consumentenvertrouwen, een parallel te trekken valt met de crisis van 2008. In februari 2008 stond de NEVI PMI op 51,9, ook toen na een jaar van geleidelijke daling. En hoe sloot onze index het jaar 2008 af? Op 38,4 en daarmee was het dieptepunt nog niet bereikt.’ Volgesn Vos hoeft de geschiedenis zich natuurlijk niet te herhalen, maar net als in 2008 is er wel de nodige onzekerheid in de wereldeconomie. ‘Volop reden dus’, volgens de hoogleraar, ‘om de signalen van zowel consumenten als inkopers serieus te nemen en nauwgezet te blijven volgen.’