Nieuwegein
16 apr. 2019
1 minuut
De ondersteuning van procesinnovatie moet toegankelijker worden voor het mkb dan nu het geval is in allerlei afzonderlijke regelingen. Dit stelt de Koninklijke Metaalunie in een eerste reactie op de Kamerbrief die staatssecretaris Mona Keijzer van Economische Zaken en Klimaat samen met de WBSO-evaluatie aan het parlement aanbood.
De Metaalunie is het eens met de staatssecretaris dat het voor kleine mkb-metaalbedrijven moeilijk kan zijn om al bestaande procesinnovaties te implementeren. De ondernemersorganisatie is blij dat Keijzer het belang van procesinnovatie erkent. Omdat kleine bedrijven in de maakindustrie de weg naar verschillende regelingen niet even gemakkelijk kunnen vinden, hadden zij het liefst gezien dat de ondersteuning van procesinnovatie ingebed zou worden in de huidige WBSO.
Niet mkb-vriendelijk
Die regeling is echter ook niet erg toegankelijk voor het mkb, aldus Jos Kleiboer, directeur beleid bij Metaalunie. ‘Van het mkb heeft 85% een intermediair nodig om een WBSO-aanvraag te doen. Dat kost veel extra geld. Zo mkb-vriendelijk is de WBSO dus ook weer niet. We gaan met EZK in gesprek, zoals de staatssecretaris ook zelf voorstelt in de Kamerbrief, om de toegang tot de innovatie-instrumenten en de vormgeving ervan zo groot en effectief mogelijk te laten zijn. Daarnaast willen we het ook hebben over het feit dat niet alle voor het mkb essentiële vormen van procesinnovatie ondersteund worden.’
Keijzer stelde in de Kamerbrief dat zij het eens is dat voor de leden van Metaalunie, ‘veelal kennisintensieve mkb-bedrijven, het benutten van kennis van externen belangrijk is voor hun lange termijn bedrijfsvoering’. EZK zou hiervoor, in tegenstelling tot de WBSO, innovatie-instrumenten en initiatieven kunnen bieden, die bedrijven kunnen ondersteunen bij het gebruiken van externe kennis. Maar, zo stelt ze, ‘het mkb weet de (onderdelen van) deze instrumenten nog niet altijd te vinden en in te zetten’.