De regelgeving voor ondernemers met financiële problemen die een beroep doen op het Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz) wordt met ingang van 1 januari 2020 op een aantal punten aangepast. De regeling wordt eenvoudiger, zowel voor mensen die een beroep doen op het Bbz alsook voor gemeenten die deze uitvoeren.
Verder is sterker verankerd dat de bijstandsregeling dient voor het tijdelijk ondersteunen van ondernemers met een levensvatbaar bedrijf. Dit staat in een algemene maatregel van bestuur van staatssecretaris Van Ark van Sociale Zaken en Werkgelegenheid waarmee de ministerraad heeft ingestemd.
Vangnet
Het Bbz biedt perspectief aan startende ondernemende bijstandsgerechtigden en vormt een vangnet voor gevestigde zelfstandigen met een tijdelijk financieel probleem. Het doel achter de regeling is dat de ondernemer het bedrijf kan voortzetten en dat na enige tijd bijstandsverlening niet meer nodig is.
55 jaar
Om deze reden zal de aparte regeling, waarmee ondernemers van 55 jaar en ouder hun niet-levensvatbare bedrijf met financiële ondersteuning kunnen voortzetten tot aan de pensioengerechtigde leeftijd, vanaf 1 januari 2020 worden afgebouwd. Voor ondernemers in de binnenvaart die een beroep op het Bbz doen, geldt dat zij voortaan een bijstandsaanvraag in de woongemeente indienen in plaats van bij een centrumgemeente.
De mogelijkheid voor ondernemers om met terugwerkende kracht bijstand aan te vragen, komt te vervallen. De wijzigingen hebben geen gevolgen voor ondernemers die nu gebruik maken van de Bbz-regeling.
De ministerraad heeft ermee ingestemd de algemene maatregel van bestuur voor advies aan de Raad van State te zenden.