Kijkend naar de economische markten en de vooruitzichten voor de Nederlandse maakindustrie is Richard Schuitema, beleidsadviseur bij Koninklijke Metaalunie, enigszins onzeker over de toekomst.
In een korte bespiegeling komt hij tot de conclusie dat een aantal zaken niet met elkaar is te rijmen, ‘En dit geeft toch wel onrust. Kijk naar de handelsstrubbelingen tussen Amerika en China, kijk naar de licht krimpende Duitse economie, waar vooral de automotive industrie debet aan is en kijk naar de aankomende Brexit. Allemaal economische ingrediënten die ook bepalend zijn voor de Nederlandse maakindustrie. En toch zien we dat de producentenindex in Nederland nog steeds een plus vertoont.’
Goed gevoel
‘Het betekent overigens dat we niet volledig afhankelijk zijn van vooral Duitsland, de spreiding is nu veel beter dan zeg maar tien jaar geleden. Dit geeft een goede gevoel, al zal een deel van de maakindustrie zeker geraakt worden door de ontwikkelingen bij onze oosterburen. Het blijft zaak voor ondernemers in de maakindustrie om de marktontwikkelingen scherp in de gaten te houden en voor toeleverende bedrijven betekent dit dat zij ook goed moeten letten op wat er in de afzetmarkten van hun klanten gebeurt. Gelukkig is onze eigen binnenlandse markt gewoon goed. De bouw en infra bijvoorbeeld, die draaien top. Ook in de bouwvakantie gaan bepaalde bedrijven gewoon door, anders krijgen ze de zaken niet op tijd gereed.’
Volgens Schuitema liggen voor de Nederlandse toeleverancier vooral kansen op het gebied van de energietransitie. ‘Hier moet nog enorm veel gebeuren en dat is ook absoluut noodzakelijk. Denk bijvoorbeeld aan de ontwikkelingen op het vlak van elektrisch vervoer, waterstof en de brandstofcel. Van het gas af, brengt ook nieuwe technologische ontwikkelingen met zich mee zoals de warmtepomp. Hiermee zeg ik niet dat al deze ontwikkelingen al goed en voldoende rijp zijn voor de markt, maar de ontwikkelingen gaan wel snel.’ Uitdagingen ziet Schuitema bijvoorbeeld bij waterstof. ‘De productie van waterstof door elektrolyse betekent dat je grote hoeveelheden energie gebruikt, en je hebt het over grote volumes die moeten worden getransporteerd. Je moet dit dus decentraal produceren met inzet van duurzame bronnen. Daar kunnen grote kansen liggen voor de industrie.’
‘Er kunnen bijvoorbeeld ook kansen liggen bij hybride verwarmingssystemen, dus een warmtepomp in combinatie met een cv-ketel. Hier liggen nog diverse uitdagingen. Wat mij betreft kunnen de toeleveranciers hun borst nat maken. Als ze goed anticiperen op de mogelijkheden, kan het blijvend goed gaan.’