Nationale Cobot Dag: ‘Cobots nog niet geliefd’

De IFR (International Federation of Robotics) heeft in het World Robotics Report 2018 geschreven dat in 2017 het aantal verkochte industriële robots wereldwijd is gestegen met 29 procent in vergelijking met 2016. De verwachting is dat er in 2020 meer dan drie miljoen robots per jaar ingezet gaan worden.

Groei voor cobot-markt

Op dit moment bestaat maar vier procent van die totale robotverkoop uit cobots, stelt Arwen Peters van Olmia Robotics, de organisator van de show. Maar de verwachting is dat de vraag naar cobots in het komende decennium zal toenemen tot dertig tot vijftig procent. Olmia Robotics ontruimt het bedrijf sinds vorig jaar een aantal dagen om het eendaagse evenement met collega-bedrijven te organiseren. De 28 werknemers werken hard aan de show, waar ook collega-bedrijven voor lage kosten kunnen exposeren. Vorig jaar waren het er vijftien, nu 24.

De cobot heeft grote voordelen in het productieproces, alhoewel hij langzamere bewegingen maakt dan een reguliere robot, uit veiligheid voor de meewerkende mensen. Hij maakt eentonig werk plezierig voor een medewerker en verdubbelt soms zelfs het productieproces. Een aanvulling op de werknemer. Geen veiligheidskooi, wat de voetafdruk van een robot binnen het bedrijf veel groter maakt. De cobot heeft ook nog eens een snelle eenvoudige steltijd, vaak door een app waar de waypoints simpel kunnen worden ingevoerd.

Veiligheid voorop

Om veilig met cobots te kunnen werken is er de norm ISO/TS 15066 die de veiligheidseisen voor cobots definieert. Deze gelden niet alleen voor de cobot maar ook voor de hulpmiddelen die zijn aangepast aan de robotarm om taken uit te voeren en voor de objecten die ermee worden gemanipuleerd. Paul Bakker, area salesmanager bij Fanuc, waarschuwt daar ook voor ‘Een las-, verspanende of snij-cobot is voor de arm beveiligd maar als de CE-gecertificeerde tool niet in de risicoanalyse is meegenomen, kunnen er grote ongelukken gebeuren.’

Fanuc heeft zelfs een zesassige cobot met een load van 35 kilo, de CR 35iA. De cobot serie is er vanaf vier kilo. ‘We staan hier met een cobot met 3D-area sensor om random stortgoed op te pakken en daarna in een vaste positie neer te leggen’, vertelt Bakker. Een andere ontwikkeling is het Zero Down Time systeem, ontwikkeld om te voorspellen wanneer je aan onderhoud toe bent. Bijvoorbeeld olie en vet vervangen. Dat kun je in de cloud aflezen en je onderhoud inplannen in samenspraak met de productie, industrie 4.0.

Foto: Evert Bruinekool

Gevoeligere zintuigen

3D Vision technologie was te zien bij Emile Derache, zaakvoerder van MLDR bv: ‘De pickit is gebaseerd op pointcloud. Met veel punten maakt hij de scan van het product,  pakt het daarna op en herkent de vorm.’ De camera en software geven de robot ogen. Na de scan herkent hij een 3D-object door de punten en pakt het dan op de juiste manier op door de sensoren van de infraroodcamera.

Gert-Jan Langen is consulent assembly automation bij Rimas , dat systemen voor onder andere zonnepanelen maakt en assembleert: ‘We werken veel met profielen en kijken verder naar mogelijkheden met cobots voor het proces. Veel leveranciers en tools maakt deze beurs interessant om je breed te oriënteren. Wat is er nieuw en wat kan ik in de toekomst gebruiken, is de vraag.’ Shirley Elprama is onderzoekster voor de Vrije Universiteit Brussel, Studies in Media, Innovation and Technology (Smits) en doet onderzoek om meer te weten te komen over collaboratieve robots bij de standhouders. Ze was vooral geïnteresseerd in de implementatie en mogelijkheden voor cobots.

Te weinig vakmensen

Luuk van Grevengoed, accountmanager Laspartners Multiweld: ‘We zien in de lastechniek dat er steeds moeilijker geschoolde mensen te krijgen zijn. In de staalverwerkende industrie zijn hooggeschoolde lassers moeilijk te vinden.’ Een robot is complexer in te stellen en een cobot is laagdrempeliger in gebruik. Een cobot met lasapparatuur is mee samen te werken, dus het gebruiksgemak is veel beter dan van een robot. ‘De lasser zelf kan programmeren, een buis op een flens programmeren op een manipulator kost maar twintig minuten. Je speelt een lasser vrij en de stagiair kan hem daarna doorlopend beladen.’ Met camera erop kan je de cobot  ook nog eens ‘s nachts automatisch laten afbramen. Dat is de toekomst. ‘Helaas zijn mensen in de praktijk nog altijd bang dat de cobots hun baan overnemen.’

John van Doremaele van SchunkGripping Systems. (Foto: Evert Bruinekool)

John van Doremaele, accountmanager bij Schunk Gripping Systems, levert end-of-arm-equipment, zowel vacuüm, magneet, hydrolyse als elektrische grijpers voor robots en cobots. De cobot is voor hen een nieuwe markt, voor robots leveren ze al veel langer. ‘In de grijpers en gevoeligheid zitten de groeimogelijkheden, het werk nog nauwkeuriger doen voor de cobots, de echte oplossing.’

‘De grippingsystemen worden met steeds meer grijpkracht, precisie en gevoeligheid ingesteld. De 3D-programma’s configureren de vingers steeds nauwkeuriger met de software. En IO-link compatible waardoor je de informatie kan terugkoppelen naar de systemen. Waar en hoelang een product ergens geweest is wordt hierdoor nauwkeurig vastgelegd.’

Gevoeliger en makkelijker

Dormac-cobots sales engineer Frank Epping stond er met drie Doosan robotic cobots. En Disc Alignment demonstreerde met de M1013 wat er mogelijk is met de cobot. ‘Standaard zijn er hele gevoelige torque-sensoren die in alle zes de gewrichten weggewerkt zijn. Ze hebben een gevoeligheid van 0,2 newton, dat is nog niet geëvenaard.’ De cobot zocht automatisch heel precies bepaalde gaten op en zette ze gelijk op rij. Uiteraard zijn de robots met veel accessoires en camerasystemen uit te bereiden. Ideaal voor assemblage en afbramen van werkstukken. Hij is erg stabiel voor lassen en nabewerking. ‘In robotisering loopt Nederland achter, in de top twintig komen we niet voor, maar het komt goed. Een cobot zeker is geen gevaar voor de werkgelegenheid.’

Eenvoudig

Robbin Mennings, directeur Wiredworkers, is een cobot integrator en levert drie merken cobots: Universal Robots, Techman Robots en Franka Emika, samen met de klantspecifiek ontwikkelde apps die zij ontwikkelen. ‘Ons doel is cobots beschikbaar te maken voor het mkb. De prijs moet goed zijn en de cobot moet eenvoudig te bedienen zijn.’ Robots worden steeds meer plug-and-play en eenvoudiger. Het kennisniveau om ze te gebruiken kan steeds lager worden, vooral door versimpelde bediening. Goedkoper en eenvoudiger is voor het bedrijfsleven een must. Door de stand van techniek is er steeds meer mogelijk met cobots. Ze worden steeds gevoeliger, waardoor je meer kan automatiseren. ‘Deze ontwikkeling komt eigenlijk tien of vijftien jaar te laat, want er is al heel veel geoutsourcet naar Azië.’ Daar zie je het aantal cobots dan ook toenemen voor de simpele taken. Vision en binpicking gaan heel belangrijk worden met de juiste software. ‘Er zijn steeds meer mogelijkheden.’

Robbin Mennings, directeur WiredWorkers. (Foto: Evert Bruinekool)

Speelgoed voor volwassenen

Ook Peter van Olm heeft een productiebedrijf. Hij schafte daar een cobot aan en kwam erachter dat hij het gebruik ervan zelf tot elke applicatie moest uitvinden. Hij begon in 2016 met vier man Olmia Robotics, met de gedachte ‘anderen zoeken ook oplossingen’, vertelt Peters’. Inmiddels is Olmia uitgegroeid tot 28 mensen die met oplossingen voor cobots bezig zijn. Daarbij zien wij volgens Peters dat de cobot steeds verbetert en dat er groei zit in de mogelijkheden van grippers, sensoren en vingers, hij krijgt gevoel. Daarnaast zijn de verbeteringen ook goed te zien in de 2D- en 3D-systemen, ofwel meer zintuigen voor de cobot.

Zelf toonden ze een innovatieve palletbooster die binnen twee uur op een andere locatie met andere producten operationeel te krijgen is. Stapelend tot 2,20 meter en geschikt voor twee pallets. Daarnaast stond er de Robobooster 4000, met ladesysteem dat een CNC-machine kan beladen. ‘Cobots zijn het leukste speelgoed dat er is voor volwassenen’, vindt Peters. ‘Nuttig en het helpt je bedrijf verder. Je krijgt er energie van om oplossingen uit te denken. Cobots stellen ons in staat te werken mét robots in plaats van als robots.’