De industriële toepassing van additive manufacturing lijkt zich grotendeels buiten Nederland af te spelen. Dat kan op termijn gevolgen hebben. Om de Nederlandse maakindustrie méér bewust te maken van de kansen die 3D-printen biedt om je concurrentiekracht te vergroten, zet Technishow 2020 het onderwerp hoog op de agenda.
De industriële toepassing van additive manufacturing lijkt zich grotendeels buiten Nederland af te spelen. Dat kan op termijn gevolgen hebben. Om de Nederlandse maakindustrie méér bewust te maken van de kansen die 3D-printen biedt om je concurrentiekracht te vergroten, zet Technishow 2020 het onderwerp hoog op de agenda.
Internationaal nemen grote partijen momenteel in de AM supply chains hun positie in. Ze investeren in kennisopbouw, technologie en productontwikkeling. In Nederland en ook wel in België blijft het relatief stil als het om 3D-metaalprinten gaat. ‘De hype is ervan af. Bedrijven zijn nu aan de beurt om de toepassingen te zoeken. Daarvoor is redesign noodzakelijk. En daar lopen we in Nederland tegen het probleem aan dat we een toeleveringsland zijn. De markt wordt grotendeels gestuurd door anderen’, zegt Menko Eisma, directeur Trumpf Nederland. Ook Henny ten Pas van Bender AM ziet het gebrek aan OEM’ers als een van belangrijkste redenen waarom 3D-metaalprinten hier achterblijft. ‘Dat is inherent aan het karakter van de maakindustrie. En de OEM’ers die we wel hebben, besteden 3D-printen uit in het buitenland.’
AM juist voor Nederland interessant
FPT-Vimag zet 3D-printen hoog op het lijstje met belangrijke thema’s voor de komende TechniShow 2020. Bezoekers kunnen op de beurs terecht op het 3D-printplein, waar zowel de technologie als de toepassingen gepresenteerd worden. Terechte aandacht, vindt Philippe Reinders Folmer, directeur Renishaw Benelux. ‘Wij zijn hier goed in high mix low volume én complexe onderdelen. Die mix produceren we vergaand geautomatiseerd. Hiervoor is 3D-metaalprinten zeker geschikt. Er zal alleen een wijziging in de supply chain moeten komen.’
De kosten worden met additive manufacturing namelijk vaak aan het begin van de supply chain gemaakt, terwijl de voordelen dikwijls voor de partijen aan het einde zijn, de OEM’ers en diens klanten. ‘Afnemer en leverancier moeten nauwer samenwerken om herontwerpen te maken, processen af te stemmen en samen het risico aan te gaan.’ Ook Menko Eisma vindt dat de OEM’ers samen met de toonaangevende partijen in de maakindustrie de technologie moeten omarmen en hierin moeten investeren. ‘In Nederland kijken we tegenwoordig echter eerst naar de subsidiepot. Maar de overheid moet niet altijd de kar hoeven te trekken. Er moet veel meer vanuit de markt gevraagd worden.’ Want als we niet oppassen, krijgen we als BV Nederland de rekening gepresenteerd wanneer we niet meegaan in technologische ontwikkelingen, zo vreest hij. ‘Bij bepaalde toepassingen zouden we wel eens de boot kunnen missen als de mindset niet verandert.’ Wat Henny ten Pas betreft is het al te laat. ‘Laten we daarom inzetten op alternatieve trajecten, zoals ontwerpoptimalisatie, nabewerken, automatisering. Daar liggen nog kansen, maar dat vergt wel dat we personeel gaan scholen.’