Staatssecretaris Tamara van Ark van Sociale Zaken en Werkgelegenheid verkent de mogelijkheid om bij werknemers van chemiebedrijven, die onder het besluit risico zware ongevallen (Brzo) vallen, alcohol- en drugstesten af te nemen. Na de chemische industrie volgen mogelijk de bouw en metaalindustrie.
De Rijksoverheid vindt dat werknemers van de werkvloer geweerd moeten kunnen worden, wanneer zich hier grote veiligheidsrisico’s kunnen voordoen doordat werknemers onder invloed verkeren van alcohol of drugs. Niet alleen voor hun eigen veiligheid, maar ook voor die van hun collega’s.
Werkgevers en werknemers werken samen bij de uitvoering van het arbobeleid, waaronder preventie- en verzuimbeleid. Het tegengaan van onder invloed zijn van alcohol, drugs of medicijnen op het werk hoort hier ook bij. De verkenning van Van Ark richt zich in eerste instantie op de zogenaamde Brzo-sector, waar zo’n 400 bedrijven onder vallen, met name chemiebedrijven, omdat het effect van een zwaar ongeval grote maatschappelijke gevolgen kan hebben. Het gaat om bedrijven die werken met grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen. De mogelijkheid tot het afnemen van alcohol- en drugstesten is het sluitstuk van deugdelijk Alcohol-, Drugs- en Medicijnbeleid (ADM-beleid) binnen de ondernemingen.
Staatssecretaris Tamara van Ark: ‘Werknemers die binnen een organisatie werkzaam zijn onder invloed van alcohol of drugs leveren een veiligheidsrisico op voor zichzelf, voor hun collega’s en voor hun omgeving. Dit gedrag hoort niet thuis op de werkvloer. Ik vind het belangrijk dat hiertegen kan worden opgetreden, omdat iedereen veilig moet kunnen werken. Ik wil daarom het afnemen van testen op alcohol en drugs op de werkplek in specifieke risicovolle situaties mogelijk maken.’
Lees hier de kamerbrief van Staatssecretaris Van Ark.
Wettelijk kader
Binnen het huidige ADM-beleid kunnen bedrijven geen alcohol- en drugstesten afnemen. Persoonsgegevens verkregen uit het afnemen van alcohol- en drugstesten zijn namelijk bijzondere gezondheidsgegevens in het kader van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Het tijdens werktijd controleren op het gebruik van alcohol en drugs is op grond van de AVG alleen toegestaan als daar een wettelijke grondslag voor is. Op dit moment bestaan er enkele specifieke wettelijke regelingen waarbij deelnemers aan het wegverkeer, treinmachinisten, boordpersoneel van vliegtuigen, schippers en loodsen onderworpen kunnen worden aan alcohol- en drugstesten.
De Rijksoverheid geeft aan in de verkenning ook te kijken naar andere sectoren. Mogelijk volgen de bouw en metaalindustrie.
Reactie FNV
Vakbond FNV geeft aan de plannen betreft de alcohol- en drugstesten onaanvaardbaar te vinden, omdat grondrechten hiermee worden aangetast. Ook zegt de vakbond dat onderbouwing voor de plannen volledig ontbreekt.
FNV-vicevoorzitter Kitty Jong zei in een eerste reactie: ‘De plannen zijn gebaseerd op borrelpraat. Hier wordt een beeld geschetst alsof werkend Nederland elke ochtend half beschonken en onder invloed van drugs naar het werk gaat. Er zijn geen cijfers en gegevens die duidelijk maken dat er sprake is van een reëel probleem. Deze plannen verhogen de veiligheid helemaal niet. De staatssecretaris kan beter maatregelen nemen die met feiten zijn onderbouwd op het gebied van preventie, veiligheid en beroepsziekten, dan reageren op de onderbuik van werkgevers.’
FNV roept de staatssecretaris op de brief in te trekken en zo snel mogelijk met de sociale partners om de tafel te gaan.