Door de uitbraak van het coronavirus ligt momenteel ongeveer een vijfde van de Nederlandse economie grotendeels stil. Hoe langer de coronaproblematiek duurt, hoe groter het deel van de economie dat wordt getroffen.
In het basisscenario van ING waarin het virus snel onder controle komt duurt het zeker tot eind 2020 voordat de meeste grote sectoren qua omzet weer in de buurt zijn van hun ‘normale niveau’. Daarbij schat ING dat het dieptepunt qua economische activiteit in april en mei ligt. De economie krimpt in 2020 in dat geval met circa zes tot acht procent ten opzichte van vorig jaar.
Circa een vijfde van de economie staat nu stil
Het zijn nu nog vooral de horeca, detailhandel-non-food en de uitzendbranche die getroffen worden door een enorme beperking van de productie. Op basis van onder andere pintransacties en andere ‘nowcasting’ indicatoren ligt momenteel naar schatting een vijfde van de economie stil. Het is volgens ING te vroeg om een exactere cijfermatige economische verwachting te geven van het effect het covid-19 virus op de Nederlandse economie. Dat de impact negatief en groot is staat echter buiten kijf.
De maakindustrie valt onder de groep met een gemiddelde afname, bij de technologische industrie is er sprake van een flinke afname en bij de bouw een beperkte afname.
Hoe gaat dit verder? Verschillende scenario’s
In deze snel veranderende wereld met een nieuw virus en snel opvolgende beleidsmaatregelen in binnen- en buitenland is de onzekerheid rondom economische ramingen uitzonderlijk groot. Het ING Economisch Bureau heeft daarom twee scenario’s geanalyseerd met de economische ontwikkelingen op hoofdlijnen voor de Nederlandse sectoren voor de komende anderhalf jaar, in plaats van één gedetailleerde raming.
ING Basisscenario
In het basis scenario beperken de lockdowns het aantal infecties. Een combinatie van gezondheids-, sociale en economische overwegingen doet veel westerse landen besluiten vanaf eind april de lockdown te verminderen. Social distancing houdt wel aan en iedereen die thuis kan werken, blijft voorlopig ook nog thuis werken. In Nederland heropenen scholen half mei en blijven restaurants en cafés gesloten tot 1 juni en gaan dan langzaam open onder strikte regels. De terugkeer naar “normaal” is daardoor geleidelijk.
Vooral in het tweede kwartaal vallen de investeringen en consumptie van huishoudens hard terug en neemt ook de internationale handel af in het basisscenario. Dat wordt ten dele gecompenseerd door extra bestedingen van de overheid. In het derde kwartaal is er weer meer economische activiteit, maar dat herstel is verre van volledig omdat deel van het corona-beleid nog van kracht is en mensen zich nog steeds voorzichtiger gedragen dan voorheen. Voor heel 2020 ligt het bbp naar schatting gemiddeld zo’n zes tot acht procent lager dan in 2019, maar binnen zo’n twee jaar kan de economie weer terug zijn op het niveau van voor corona.
Vooral in april en mei enorm veel productieverlies
Tussen de sectoren onderling bestaan grote verschillen in het omzetverlies dat optreedt. Veel bedrijven hebben in het basisscenario de grootste omzetdip in april en mei. Vooral de horeca, reisbranche en de luchtvaart ondervinden door reisbeperkingen of verplichte sluiting omzetdalingen tussen de tachtig en negentig procent.
Andere sectoren, die nauwelijks met sluiting te maken hebben, zoals de industrie en de bouw, kunnen de omzetterugval enigszins beperken. In de bouw zal de omzetterugval in april en mei nog relatief beperkt zijn. Bij nieuwbouw kan er nog redelijk worden doorgewerkt aan lopende projecten. De renovatiesector merkt al wel de gevolgen van de coronacrisis: woningcorporaties en vooral zorginstellingen stellen renovatiewerkzaamheden uit, omdat ze geen extra besmettingsgevaar willen voor hun bewoners en patiënten.
Langzaam herstel naar “normaal”
In het basisscenario verwacht ING dat de scholen na de meivakantie weer starten. Bedrijven in de horeca mogen begin juni weer langzaam onder strikte voorwaarden hun deuren openen. Doordat er nog steeds regels zijn voor social distancing, gaat het herstel langzaam maar wel veel sneller dan tijdens de Grote Recessie. Wie vanuit huis kan werken, wat vooral in de zakelijke dienstverlening en voor veel ambtenaren mogelijk is, blijft dat voorlopig nog doen.
Het alternatieve scenario
Het tweede scenario voor de Nederlandse economie is een variant op het basisscenario. Het virus steekt in de herfst van dit jaar weer de kop op ondanks bredere inzet op testcapaciteit en contactonderzoek. Hierdoor keren sommige coronamaatregelen weer terug. Er is nu echter meer ervaring, waardoor er meer maatwerk is en een groter deel van de economie kan blijven draaien dan in het tweede kwartaal.
In dit scenario komt het bbp-jaarcijfer voor 2020 door de terugval aan het eind van het jaar naar verwachting al snel uit op een krimp van meer dan zeven procent. Bovendien is de jaargroei van 2021 een stuk zwakker, waardoor het herstel naar het precorona niveau eind 2021 nog niet volledig is. Toch zal ook in dit scenario het herstel naar verwachting sneller optreden dan tijdens de Grote Recessie van 2008.
Impact op de sectoren bij het dubbele dip scenario
Tot september verloopt dit scenario voor de verschillende sectoren ook hetzelfde als het basisscenario. Als het virus weer de kop op steekt zijn het bij de tweede dip wederom dezelfde sectoren die direct hard geraakt worden zoals de horeca, reisbranche en de luchtvaart. Doordat de overheidsmaatregelen meer op de lokale situatie worden toegesneden, worden omzetten van bedrijven in deze sectoren minder hard geraakt maar liggen tot begin 2021 toch nog wel vijftig procent onder “normaal”. Door het langdurige karakter van dit scenario neemt de onzekerheid toe. Bedrijven stellen investeringen langer uit of zelfs af en consumenten doen dit met grotere aankopen. De (machine)industrie en de bouwsector ondervinden daardoor een langdurige omzetterugval en het herstel is in de meeste sectoren trager.