Product- en merkpiraterij veroorzaakt miljarden euro’s aan schade in de machinebouw, en dit is de laatste twee jaar alleen maar toegenomen.
Dat meldt VDMA. Volgens de recente studie ‘Productpiraterij 2020’ is de jaarlijkse schade inmiddels opgelopen tot 7,6 miljard euro – in 2018 was dat nog 7,3 miljard euro. Een omzet van dit bedrag zou neerkomen op het equivalent van bijna 35.000 banen in de machinebouw. ‘Wat alarmerend is, is dat 57 procent van de bedrijven melding maakt van vervalsingen die een gevaar vormen voor de fabriek. Dit toont aan dat plagiaat geen onbeduidend vergrijp is, omdat het bedienen van nepmachines of -installaties met nepcomponenten een reëel gevaar kan opleveren voor de operator’, zegt Steffen Zimmermann, hoofd van het VDMA Competence Center Industrial Security.
Om de twee jaar vraagt de VDMA haar leden naar de bedreigingen en gevolgen van namaakproducten. In het huidige onderzoek, dat in opdracht van de VDMA is uitgevoerd door het Fraunhofer Instituut voor Toegepaste en Geïntegreerde Veiligheid AISEC, gaf 74 procent van de ondervraagde bedrijven aan getroffen te zijn door productpiraterij, en in het geval van bedrijven met meer dan 500 werknemers bedroeg dit aandeel zelfs negentig procent – beide zijn nieuwe recordcijfers. ‘Een trendbreuk is ook te zien in de waargenomen dreiging van valsemunters. Terwijl dit cijfer onlangs was gedaald tot 39 procent, sprak 52 procent van de ondervraagden nu over een verhoging van het waargenomen dreigingsniveau’, concludeert Zimmermann. De handel in namaakmachines en -onderdelen bloeit bijzonder sterk in China. De Volksrepubliek wordt genoemd als het belangrijkste verkoopland voor namaakproducten (61 procent), gevolgd door Duitsland met negentien procent. Op de derde plaats staat Rusland voor het eerst met twaalf procent.
Concurrenten zijn meestal de klanten
De meeste ondervraagde bedrijven noemen concurrenten (72 procent) als klant voor plagiaat, maar ook zakenpartners zoals klanten, leveranciers of joint-venturepartners worden gezien als uitgangspunt voor namaak (41 procent). De meest voorkomende vervalsingen zijn losse onderdelen (64 procent), gevolgd door designplagiaat (60 procent). Ook complete machines worden als vervalsingen op de markt gebracht (40 procent).
De bedrijven hebben weinig hoop op vergoeding van de schade die wordt veroorzaakt door het instellen van een rechtszaak. Slechts 26 procent van de ondervraagde bedrijven start een civiele procedure – in 2018 was dat 39 procent. Ongeveer de helft van de ondervraagden onthoudt zich volledig van actie. ‘Met name kleine en middelgrote bedrijven lijken steeds meer af te zien van het ondernemen van juridische stappen’, zegt VDMA-expert Zimmermann.
De volledige studie ‘Productpiraterij 2020’ is hier te vinden.