Lasproces nummers

Lasprocesnummers, ook wel bekend als lasaanduidingen, spelen een essentiële rol in de wereld van lassen. Ze worden gebruikt om specifieke informatie over een lasproces te communiceren, zodat lasprofessionals begrijpen welke technieken, materialen en procedures moeten worden toegepast. De norm NEN-EN-ISO 4063:2009 regelt het toekennen van unieke procesnummers bestaande uit twee of drie cijfers om internationaal de basisprocessen voor lassen, snijden en solderen te identificeren. In dit artikel leest u hier meer over wat de lasproces nummers inhouden.

Lasproces nummers MIG/MAG lassen

MIG/MAG-lassen is een lasproces waarbij een elektrische boog wordt gebruikt om metaal te smelten en verbinden, met behulp van een beschermgas om oxidatie te voorkomen. Het wordt veel gebruikt in de metaalindustrie voor het lassen van staal, aluminium en andere metalen. Onder het lasproces van MIG/MAG lassen valt procesnummer 13. De lasprocessen worden als volgt omschreven:

• Lasproces 13: Gasbooglassen met smeltende elektrode
• Lasproces 131: Gasbooglassen met massieve draad en inert gasbescherming (MIG-lassen)
• Lasproces 132: Gasbooglassen met gevulde draad en inert gasbescherming (voorheen 137, MIG-lassen)
• Lasproces 133: Gasbooglassen met metaalgevulde draad en inert gasbescherming (MIG-lassen)
• Lasproces 135: Gasbooglassen met massieve draad en actief gasbescherming (MAG-lassen)
• Lasproces 136: Gasbooglassen met gevulde draad en actief gasbescherming (MAG-lassen)
• Lasproces 138: Gasbooglassen met metaalgevulde draad en actief gasbescherming (MAG-lassen)

Lasproces nummers TIG lassen

TIG-lassen, ook wel bekend als Tungsten Inert Gas-lassen, is een precieze lastechniek die wordt toegepast wanneer het esthetische aspect van de las van groot belang is. TIG-lassen valt onder proces 141 binnen de ISO 4063. Binnen de ISO 4063 worden de processen voor proces 14 als volgt beschreven:

• Lasproces 14: Gasbooglassen met niet-afsmeltende elektrode
• Lasproces 141: TIG-lassen (lassen met wolframelektrode onder inert gas) met massieve draad of staaf
• Lasproces 142: TIG-lassen zonder lastoevoegmateriaal
• Lasproces 143: TIG-lassen met gevulde draad of staaf
• Lasproces 145: TIG-lassen met massieve draad of staaf en een reducerend gasaandeel
• Lasproces 146: TIG-lassen met gevulde draad of staaf en een reducerend gasaandeel
• Lasproces 147: TAG-lassen (lassen met wolfram electrode onder bescherming van actief gas)

Lasproces nummers onder poeder (OP) lassen

Onder Poederlassen (OP lassen) is een lasproces met een boog tussen een draadelektrode en het werkstuk, waarbij beschermend poeder wordt gebruikt voor hoogwaardige en efficiënte lassen. Het lassen onder poeder (OP) valt onder proces nummer 12 zoals beschreven in de ISO 4063.

De ISO 4063 definieert de volgende processen binnen proces 12:

• Lasproces 12: Onder poeder lassen
• Lasproces 121: Onder poeder lassen met een massieve draadelektrode
• Lasproces 122: Onder poeder lassen met een massieve stripelektrode
• Lasproces 125: Onder poeder lassen met een gevulde draadelektrode
• Proces 126: Onder poeder lassen met een gevulde stripelektrode

Lasproces nummers booglassen

Booglassen is een lasproces waarbij een elektrische boog wordt gebruikt om metaal te smelten en te verbinden. Het wordt vaak toegepast in de metaalbewerkingsindustrie voor het lassen van verschillende soorten metalen, zoals staal, aluminium en roestvrij staal. Binnen de ISO 4063 wordt booglassen geclassificeerd als proces nummer 11. Het proces nummer 11 binnen de ISO 4063 wordt als volgt omschreven:

• Lasproces 11: Metaal booglassen zonder gasbescherming
• Lasproces 111: Booglassen met beklede elektroden
• Lasproces 112: Zwaartekracht lassen met beklede elektroden
• Lasproces 114: Booglassen met poeder gevulde draad (gasloze draad)