De laserindustrie zit in een spagaat. De laser is hét gereedschap waarmee veel sectoren lichtere producten kunnen gaan maken, één van de grote trends momenteel. Maar de ontwikkelkosten voor al die niches zijn zo hoog dat de R&D-kosten voor de fabrikanten van lasertechnologie hoog blijven. En groeien in zo’n niche kan alleen door concurrentie te verdringen.
In een notendop is dat het dilemma dat Trumpf topman Peter Leibinger schetste op AKL 2016, het tweejaarlijks lasercongres van het Fraunhofer ILT. Leibinger verwees naar de resultaten van z’n eigen onderneming. Trumpf haalt een derde van de omzet uit lasertechnologie, maar liefst twee derde van de kosten heeft te maken met lasers. ‘Er tekent zich een trend in de industrie af van toenemende kosten door de stijgende complexiteit’, zegt Leibinger.
Positieve toekomst
De toekomst van lasers ziet er heel positief uit. In tal van sectoren zoekt men naar gewichtsreductie om energie te sparen en CO2-uitstoot terug te dringen. Leibinger ziet de laser als de oplossing om lichter te kunnen construeren. Maar of dat grootschalige toepassingen garandeert? De verwachtingen die onder andere Trumpf aan het begin van deze eeuw had, toen laserlassen voor het eerst geïntroduceerd werd, zijn niet uitgekomen. ‘We geloofden dat het laserlassen bestaande processen zou vervangen. In de automobielindustrie zou 70 procent van alle lasnaden met lasers gelast gaan worden. Ook in de scheepsbouw en luchtvaart zagen we volop kansen.’ Toegegeven: de laser wordt in industrietakken als de automobiel veelvuldig ingezet, maar 70 procent van alle lasnaden wordt niet gehaald. Dat heeft alles te maken met de veelvoud van verschillende materialen die autofabrikanten tegenwoordig in hun carrosserieën gebruiken. Op zich levert dat wel weer een kans, want Trumpf kan met de laser het lijmproces vervangen en metaal met kunststof verbinden. Het gevolg is wel dat de laser veel in nichetoepassingen zijn inzet vindt. En dat zadelt de fabrikanten met hoge R&D-kosten op, die nog verder oplopen doordat de toepassingen complexer worden. ‘Leichtbau heeft een groot volume, maar ze vergen allemaal complexe oplossingen. De stijgende ontwikkelkosten in de laserindustrie komen door de toenemende complexiteit’, aldus Leibinger.
Toenemende concurrentie
Dat merkt ook Armin Renneisen van Rofin-Sinar Laser. Hij ziet dat de concurrentie tussen de laserproducenten toeneemt. Voor hem is het evenwel de vraag of elke toepassingen nieuwe technologie nodig heeft. ‘Nee. We moeten ook naar bestaande toepassingen kijken om snel antwoord te kunnen geven.’ Reinneisen denkt wel dat het steeds belangrijker wordt om voorop te lopen. ‘Door de complexiteit neemt de lengte van de ontwikkelcycli toe, maar tegelijk moeten we sneller met innovaties naar de markt komen. Je moet voorop lopen, want als je volgt, word je direct met prijsdruk geconfronteerd.’ Met name ziet hij een toenemende concurrentie vanuit de hoek van producenten van lastechnologie.
Twee andere panelleden op het AKL-congres zien met name kansen ontstaan in andere sectoren dan de typische maakindustrie waar Renneisen en Leibinger over spreken. Mark Sobey van Coherent verwacht dat de lasermarkt de komende jaren alleen maar verder gaat groeien, mede door de steeds goedkoper wordende pico- en femtesecondenlasers. ‘Lagere kosten vergroten de markt.’ Een interessante opmerking van hem is dat hij verwacht dat de grote elektronicaproductie weer terug komt naar zowel Europa als de VS. Deze productie wordt mede door lasertechnologie meer en meer geautomatiseerd. Robots gaan de manuele assemblage die nu in Aziatische landen gebeurt overnemen. En dan is de geografische locatie van zo’n fabriek minder belangrijk vanuit het oogpunt van loonkosten. Mike Böttger van Jenoptik ziet een grote groeimarkt voor de laser in de medische sector, mits de systemen zo eenvoudig te bedienen zijn dat een medicus er zonder lang voor te hoeven trainen mee aan de slag kan.