Start-up Icr3ate: ‘Wij zijn gewoon slimme loodgieters’

Geschreven door Gerard ten Bulte

Manfred van der Voort is geen starter in de letterlijke betekenis van het woord. Na een eerste start-up ICR3ATE dat in 2010 jammerlijk mislukte, is hij in 2015 zijn tweede versie van Icr3ate gestart. Deze start-up houdt zich bezig met prototyping op basis van de drie disciplines mechanica, elektronica en software. ‘Wij ontwikkelen slimme apparaten en diensten voor met name de onderkant van het mkb.’

Manfred van der Voort naast de 3D-printer. (Foto: Gerard ten Bulte)

Van der Voort timmert al een tijdje aan de weg. Opgegroeid in een gezin uit een tuindersgeslacht is hij gewend met de handen te werken. Opgeleid als HBO IT’er verdiende hij daarmee tot zijn 35ste goed geld. ‘Ik verdiende toen meer dan wat ik nu verdien en ook nog eens veel makkelijker’, zegt Van der Voort. ‘Maar ik werd niet gelukkig van hoofdwerk alleen. Ik miste iets en belandde in een soort identiteitscrisis, maar herpakte me als meubelmaker. Dat heb ik 10 jaar gedaan, professioneel, maar wel naast mijn freelance-activiteiten als IT’er.’

Op zijn 45ste begon Van der Voort zijn eerste bedrijf, toen ook al onder de naam Icr3ate , zeg maar versie 1.0. Dat was een softwarebedrijf, in de cloud werken, collaborative design, dat soort werk. ‘Het was fantastisch, alleen te vroeg. We zaten in een Europees  stimuleringsprogramma, ik mocht pitchen in Parijs en ik ben daar letterlijk door mijn hoeven gegaan. Zenuwen, de druk, ik kon het niet meer aan. Ook hield ik het niet langer vol om dat financieel te trekken.’

Dat was acht jaar geleden, Van der Voort was toen 46 jaar. Daarna heeft hij nog een jaar of drie in loondienst gewerkt en is hij vijf jaar geleden gestart met Icr3ate 2.0 en sinds drie jaar is hij actief met zijn concept in de markt. Vorig jaar is hij lid geworden van FME Technostarter. ‘Ik had dat al veel eerder gewild, maar ik wordt zo’n beetje geregeerd door chronisch geldgebrek. Dat betekent dat ik ieder week mijn faillissement, het liefst weer met een week weet uit te stellen. Nog steeds. Elke week weer is het kijken: kan het nog, kan ik iemand aannemen. En kan ik de aankomende verhuizing aan, heb ik genoeg cash om een huurcontract aan te gaan van 3 jaar. Hoe staat het met de cashflow en dat is elke week weer zo. Ik heb een grote mond, maar als ondernemer ben ik bang. Dat betekent dat ik pas mensen aanneem als dat kan. Dat komt ook door mijn eerste mislukte start-up. Zo heb ik het afgelopen jaar voor 2,5 fte werk gegenereerd, maar nu pas durf ik het aan mijn eerste medewerker aan te nemen. Omdat het financieel kan. Naast deze medewerker en mijn eigen inzet, werk ik met een netwerk van zo’n 10 freelancers.’

(Overigens verhuist Icr3ate vijfhonderd meter verderop naar de Voltastraat in Ede. Dit omdat buurman Oceanz 3D Printing, wil uitbreiden op deze plek)

Word ook FME Technostarter

Je staat aan het roer van een startende onderneming, je hebt je innovatie uitontwikkeld en je volgende uitdaging is verdere groei. FME, de ondernemersorganisatie voor de technologische industrie, helpt je daarbij. Inmiddels zijn er ongeveer 70 Technostarters lid van FME. Deze, voor innovatie (in de keten) belangrijke, start-ups profiteren van het FME-netwerk van 2.200 lidbedrijven, krijgen hulp bij internationalisatie, advies en training over bedrijfsvoering én hulp van een financieringsexpert. Ook FME Technostarter worden? Voor informatie en aanmelden: www.fme.nl/technostarter . Je kunt ook bellen met Ronald Stevelink, T (079) 353 14 18.

Waarmee onderscheiden jullie je?

‘Na Icr3ate 1.0 pakte ik mijn specialiteit als IT’er weer op. Tijdens dat werk – nu zo’n vijf jaar geleden – merkte ik dat productontwikkeling moeilijk toegankelijk was voor de onderkant van het mkb. Wij zijn gewoon slimme loodgieters, die gebruik maken van de mechanische, elektronische en software tools, ze zijn er, maar om er mee te werken is een ander ding.’ Volgens Van der Voort gaat het dan ook niet om de tools maar om de skills. ‘Daarin zijn we als start-up redelijk uniek. De meeste bedrijven leren dat ze zich moeten specialiseren in waar ze goed in zijn. Nou waar wij – in alle bescheidenheid – goed in zijn, is procesmatig specialiseren en niet vakmatig. Wij doen de eerste drie fasen van de productontwikkeling: ideation (verzinnen wat je wil) , specification (formaliseren en vastleggen) en prototyping (idee omzetten in tastbaar iets).

Wij kiezen voor een unieke positie door heel breed te zijn, waarbij we elektronica, mechanica en software gebruiken maar ook kunstmatige intelligentie, websoftware en embedded software. Dat kunnen, met alle respect, veel IT-bedrijven niet. We richten ons op de onderkant van het mkb en kunnen voor hen een droom omzetten in een tastbaar product.’

Van der Voort geeft een aantal voorbeelden van het afgelopen jaar. Zoals stoplichten, die met hulp van kunstmatige intelligentie op groen springen voor fietsers. Of het Smart Building-project dat gaat over het detecteren van ruimtegebruik in een gebouw. Een andere case is kwaliteitsbewaking van het spuitgieten. Een case voor de gemeente Ede is het citizen science project, dat gaat over fijnstofmeting. De gemeente stelt daarbij iedere bewoner in de gelegenheid om zelf aan fijnstofmeting te doen in zijn of haar woonomgeving. ‘Wij hebben met open source-middelen een bouwpakket ontwikkeld waarmee de bewoner zelf zijn fijnstofmeter kan bouwen en gebruiken. Hiermee weten de bewoners hoe het gesteld is met de fijnstof in hun woonomgeving. Tevens helpen ze hiermee het RIVM de nauwkeurigheid van hun fijnstofmetingen te verbeteren. Ons aandeel is het leveren van  kennis en faciliteiten. Wij organiseren avonden waarin we de bewoners van de gemeente Ede in staat stellen om onder onze begeleiding een eigen fijnstofmeter te bouwen.

Hoe is de financiering geregeld?

‘Ik doe het allemaal met eigen middelen. Geen financiers. Ik moet mijn eigen privé-inkomen verdienen, het inkomen van de mensen die voor mij werken en daarnaast voldoende investeringsruimte overhouden. Daarom werk ikzelf 60 tot 80 uur per week. Dat is geen luxe, laat ik dat uitdrukkelijk stellen, het is ook geen principiële keuze. Een informer investor? Dan moeten we een stap verder zijn. Die komt pas als je steady drie mensen in dienst hebt, drie jaar bestaat en minimaal drie ton omzet met drie mensen in dienst. En crowdfunding werkt niet voor ons, dat werkt alleen als je een product hebt. Wat rest is een krediet bij de bank.’

Wat zijn de grootste obstakels voor een start-up?

‘Ik zal je vertellen wat het moeilijke is aan mijn bedrijf. Ik heb een meervoudige achtergrond en ik vind dat heel normaal, ik kan met hout omgaan, met metaal, ik kan 3D-ontwerpen, ik heb ervaring met elektronica, kan omgaan met software. Kortom ik ben veelzijdig en mijn bedrijf is een afspiegeling van wie ik ben: veelzijdig, theoretisch en praktisch, dat zijn ook de drie elementen van mijn bedrijf. Het grootste obstakel is dan dezelfde soort mensen te vinden. Kijk in de start-upfase kan ik niet voor elke discipline iemand aannemen, ik heb niet voldoende werk voor ze en ik kan ze niet betalen. Dus het allergrootste obstakel was en is om die mensen te vinden en die je eerst noodzakelijkerwijs als freelancer aan je probeert te binden en die over die drie skills beschikken. En die zijn zeer uitzonderlijk in Nederland. Een tweede obstakel is kennismanagement. Je groeit en groeit en dan komt de vraag, hoe deel je al die opgebouwde kennis met elkaar. Het derde obstakel is financiering en dan bedoel ik aantrekkelijke financiering.’

Wat was je grootste mislukking?

‘Als wij al ideeën hebben, hebben wij technische ideeën. De concept-ideeën komen altijd van de opdrachtgevers. Wij gaan niet uit onszelf oplossingen verzinnen voor een probleem dat wij zien. We wachten tot er iemand op de deur klopt. Wij hebben daarin een nevengeschikte rol. En op dat gebied ben ik de fout ingegaan met het afsluiten van contracten. Ik kan geen jurist betalen, dus tot voor kort sloot ik contracten, die ik zelf had opgesteld. Ik kan je verzekeren, dat doe ik nooit meer. Daar ben ik echt meeop mijn snuit gegaan. Inmiddels kan ik gelukkig een jurist betalen.’

Nog een afknapper voor Van der Voort is de handelsgeest van de gemiddelde Nederlandse ondernemer. ‘Die wil R&D laten doen tegen een vaste prijs. In principe doen we dat niet. Wat wij willen is met opdrachtgevers tot een co-makership komen. Maar helaas, dat kunnen wij wel willen, maar acht van de tien opdrachtgevers kiezen voor fixed prijs. Uiteindelijk zijn we daar in meegegaan. Dat is wel een fixed prijs op onze manier, met de nodige mitsen en maren. Ik ben ervan overtuigd dat co-makership een betere opdrachtvorm is. Maar goed, wij hebben niet genoeg salespower, niet genoeg marketing en de markt is anders dan hoe wij er tegenaan kijken. Daar dealen we dan maar mee. Dat vraagt permanent sturen en luisteren.’

Wat is het mooiste succes?

‘Ik kan wel wat noemen, zonder namen te noemen, want bij veel projecten vallen we onder de non-disclosure agreement (NDA). Voor een kleine spuitgieter uit het oosten van het land hebben we een compleet concept bedacht voor de kwaliteitsinspectie van spuitgietwerk. Het gaat hier om spuitgietwerk, zwart, hoogglans en daardoor gruwelijk moeilijk te detecteren. Het concept dat we nu hebben ontwikkeld zouden we heel graag in een pilot willen brengen. Er zit namelijk kunstmatige intelligentie in, vision, robotica en complexe software.

Een andere mooie case is een schoorsteenbranddetector voor opdrachtgever Univé. Deze case kwam tot stand na een KvK Business Challenge. Het gaat hier om signalering van een schoorsteenbrand. De eerste fase is afgerond. Fase twee waar we nu voor opgaan is prototypen, een pilot opzetten, data verzamelen en nog verdiepend onderzoek naar andere sensorische methoden om bijv. creosoten (zeer brandbaar) in de schoorsteen te kunnen detecteren. In fase 1 hebben we ons vooral gericht op temperatuur en temperatuurverschillen tussen kacheluitlaat en schoorsteenuitlaat. In het vervolg bekijken we wat we kunnen doen met een slimme camera. En dan adopteren we de visiongedachte die we ook toepassen bij de case met de spuitgieter.’

‘Ook gaan we onderzoeken wat we kunnen met de detectie van geluiden van een schoorsteenbrand. Dus alleen maar luisteren naar brandgeluiden in de schoorsteen. Dat lijkt (te) laat, maar je moest eens weten hoe vroeg je dan bent.’

‘Tot slot wil ik het Smart Building-project benoemen. Deze case gaat over het detecteren van ruimtegebruik in een gebouw. Dit is onze langstlopende opdracht die nu succesvol doorgaat naar een volgende fase. Er zijn twee panden in Nederland waar we de sensoriek aangebracht hebben, waarvan een grote uitzendorganisatie met zijn hoofdkantoor in Amsterdam (niet Randstad). Dit concept voor dynamisch schoonmaken wordt op dit moment door vier partijen in Nederland ontwikkeld. Heel plat gezegd, niet schoonmaken wat niet vuil is. In veel kantoren zijn flexplekken, op vrijdag hebben heel veel mensen ATV, kortom daar kun je wat mee. Om je een idee te geven, 10 procent minder schoonmaken voor een schoonmaakorganisatie is een forse verbetering voor de rentabiliteit. Stel dat je tien kamers minder hoeft schoon te maken van de 100, dan scheelt dat in de kosten. Bij schoonmakers heb je het over grote getallen, maar kleine marges.’

‘In de gebouwen wordt gebruik gemaakt van sensoren, net iets andere sensoren dan de gebruikelijke. Die gaan namelijk uit van sensoren die gebruikt worden voor de alarminstallaties. Dat zijn bedrade sensoren en die zijn veel te kostbaar om in een bestaand gebouw aan te leggen. Wij maken gebruik van draadloze sensoren, die kun je overal neerhangen of plakken. Het is een bekende technologie, maar ik vertel niet welke.’

‘Wij maken gebruik van draadloze sensoren zodat de operationele kosten van een gebouw bij een renovatie of modernisering aantrekkelijker zijn. Daarvoor hebben we een IoT-platform ontwikkeld met eigen software. We verzamelen data via de sensoren en die worden via het IoT-platform en een algoritme geanalyseerd om vast te stellen hoe het met de bezetting van het gebouw is gesteld.’

Waar zie je jezelf over vijf jaar?

We brengen nu waarde  in drie fasen van productontwikkeling: 1. ideation, 2. specification en 3. prototyping. Er zitten echter twee kwetsbaarheden in dit business model. De ene kwetsbaarheid is de juiste multifunctionele mensen zien te vinden en de andere is dat we aan de kostenkant zitten. Die laatste betekent dat als een prototype wordt opgeschaald naar industrialisatie, dan delen we niet mee in de revenuen die dan ontstaan. Dat is in het huidige economisch denken van shared revenu’s en opbrengstgericht financieren niet slim. Want je blijft aan de kostenkant zitten, je blijft altijd kwetsbaar voor budgetruimte etc. Wij willen daarom een fase  verder opschuiven in de waardeketen. Dat betekent kleine series maken met cobots, slimme hardware, slimme elektronica-productie zodat we dat in eigen huis kunnen doen.

Naast de eerder genoemde drie vakgebieden mechanica, elektronica en software willen we ook kleine series maken. Dat willen we doen met de meest hypermoderne inzichten van een van de fieldlabs. En dat is wat bijna de gehele maakindustrie als de heilige graal ziet: produceren op schaalgrote één (1). Een ding is zeker, dat kunnen we niet alleen. We willen dat met een partner doen uit de maakindustrie.

Dit is een ambitie, maar wel een ambitie die volgens Van der Voort wordt ingegeven door de tijdgeest, die hij ziet aan de onderkant van de makers movement en de kickstarters. ‘Bij succesvolle campagnes zie je dat er maximaal zo’n 500 producten worden verkocht. Zie die maar eens kostengunstig te maken. Daarvoor kun je niet in China terecht. Dat gat willen wij opvullen.’