3 dec. 2024
2 minuten
Voor de bouw is 2024 het tweede krimpjaar op rij. Ondanks de groeiende behoefte aan nieuwbouw, herstel en onderhoud was het lastig dit om te zetten in bouwprojecten. Dit komt onder meer door de gestegen rente, netcongestie en de beperkte stikstofruimte. Hoewel ook gestegen bouwkosten, regeldruk en een tekort aan personeel de productie dit jaar nog in de weg staan, ligt in de komende jaren herstel in het verschiet.
In 2024 verwacht ABN AMRO een krimp van -2 procent; volgend jaar is er ruimte voor een bescheiden herstel van 0,5 procent. Zo komt de nieuwbouw weer wat op gang, waarvan vooral architecten in 2024 (+1,5 procent) en 2025 (+2 procent) profiteren. Ook staat de infra-sector voor een grote renovatieopgave en heeft de bouw een sleutelrol in de energie- en klimaattransitie. In 2026 volgt een sterkere groei van drie procent. Dan trekt naar verwachting ook de productie in de installatiebranche, bouwmaterialenindustrie en woningbouw aan, concludeert ABN AMRO in de Sectorprognose Bouw die vandaag wordt gepubliceerd.
Woningbouw klimt uit dal
Pas in 2026 veert de woningbouw weer op. Er zijn weinig bouwlocaties waar snel nieuwe woningen kunnen worden gerealiseerd. Tegelijkertijd groeit de renovatiemarkt, die de helft van de woningbouw vertegenwoordigt. Dit komt vooral door plannen van woningcorporaties om woningen te verduurzamen. Zo is afgesproken tegen 2030 675.000 woningen te isoleren. Samen met de groeiende vraag naar nieuwbouw zorgt dit in 2026 naar verwachting voor groei (+3 procent). Tot die tijd vindt zowel in 2024 (-6 procent) als 2025 (-2 procent) krimp plaats. Verder is de vergunningverlening onvoldoende om de kabinetsambitie van 100.000 nieuwe woningen per jaar te realiseren. Ook voor de utiliteitsbouw ligt in 2024 (-3 procent) en 2025 (-4 procent) krimp in het vooruitzicht. De dalende rente biedt waarschijnlijk pas in 2026 ruimte voor herstel. Ingenieurs profiteren vooral van de energietransitie en klimaatadaptie. De volumes in dit segment groeien zowel in 2024 (+5 procent) als in 2025 (+4 procent). Deze ontwikkelingen spelen ook installateurs in de kaart, een segment waar in 2025 en 2026 achtereenvolgens met één en drie procent groei ontstaat, ondanks een terugval in de installatie van nieuwe zonnepanelen en warmtepompen.
Duidelijk overheidsbeleid cruciaal
De grond- weg- en wegenbouw staat bij het onderhoud en herstel van infrawerken volgend jaar voor een enorme opgave. Toch leidt dit door de beperkte stikstofruimte, de krappe arbeidsmarkt en onduidelijk overheidsbeleid nog niet direct tot substantiële groei. Deze factoren temperen de groeivooruitzichten ook in andere segmenten. ‘Voor de bouw staat na een aantal moeilijke jaren weer groei in het vooruitzicht. Tegelijkertijd zijn er nog veel structurele uitdagingen, zoals netcongestie, het stikstofdossier en het gebrek aan uitvoeringscapaciteit’, vertelt Paul Bisschop, sectoreconoom Bouw en Vastgoed van ABN AMRO. ‘Het kabinet zegt hierin weliswaar verandering te willen brengen, maar het is nog onduidelijk hoe. De regering heeft een streep gezet door het Nationaal Programma Landelijk Gebied, maar is nog niet gekomen met een alternatief dat perspectief biedt. Urgente uitdagingen, zoals de woningopgave en de energie- en klimaattransitie, vragen echter om structurele oplossingen om een goed economisch perspectief voor de bouwsector te waarborgen.’
Anderen lazen ook
