Met een zevende achtereenvolgende verslechtering van de bedrijfsomstandigheden was er in januari in de Nederlandse productiesector nog steeds sprake van krimp. De zwakke vraag was wederom een belangrijke reden voor de achteruitgang en de belangrijkste reden voor beslissingen van bedrijven met betrekking tot productie en personeel.
De dalingen van de productieomvang, het aantal nieuwe orders en de werkgelegenheid waren groter dan vorige maand, zij het in slechts lichte mate. Wat betreft de prijzen was in er in januari sprake van een duidelijke toename van zowel inkoop- als verkoopprijsinflatie. De verhoging van de verkoopprijzen was zelfs de grootste in vier jaar, doordat de bedrijven de hogere kostendruk aan hun klanten probeerden door te berekenen. De vooruitzichten voor de toekomstige productie waren in januari positiever. Dit optimisme steeg bovendien naar een niveau boven het langetermijngemiddelde. De Nevi PMI® voor de Nederlandse productiesector is een samengestelde indicator die met één cijfer de stand van zaken in de productiesector weergeeft en wordt samengesteld op basis van indicatoren voor nieuwe orders, productieomvang, werkgelegenheid, levertijden en voorraad ingekochte materialen.
Herstel dankzij chipmarkt
Albert Jan Swart, sectoreconoom Industrie bij ABN AMRO: ‘De Nevi Inkoopmanagersindex is over januari met twee tienden gedaald naar 48,4. De
productie daalde wat sneller dan in de voorgaande maand. Ondernemers zijn echter vrij optimistisch geworden over het komende jaar; maar liefst 45 procent verwacht herstel. Dankzij de felle concurrentiestrijd om AI kan de chipmarkt dit jaar aantrekken.
ASML bevestigde eind januari de eerder afgegeven groeiprognoses voor 2025. Daarnaast meldde de chipmachinefabrikant dat het een sterk vierde kwartaal had gedraaid, vooral dankzij modernisering van eerder geleverde machines. Als de positieve verwachtingen voor 2025 uitkomen, zullen de vele Nederlandse toeleveranciers daarvan profiteren. De groei van ASML is vooral te danken aan investeringen in Artificial Intelligence (AI). Daarvoor zijn zeer krachtige chips nodig, die alleen met de beste chipmachines kunnen worden geproduceerd. De Taiwanese chipfabrikant TSMC meldde ook al sterke resultaten over het vierde kwartaal van 2024 en verhoogde het budget voor investeringen in 2025.’
Felle concurrentiestrijd om AI
‘Rond AI woedt een felle concurrentiestrijd tussen de Verenigde Staten, China en Europa. Amerikaanse techbedrijven investeren fors in de benodigde datacenters, en president Donald Trump maakte al op de dag na zijn inauguratie bekend dat hij samen met het bedrijfsleven honderden miljarden in AI wil investeren. Afgelopen week beweerde de Chinese startup DeepSeek dat het tegen veel lagere kosten een ChatGPT-achtig model heeft ontwikkeld. Als de Chinezen erin zouden slagen AI-toepassingen te ontwikkelen die inderdaad veel minder rekenkracht vergen, zou dat de investeringen in datacenters in de komende jaren onder druk kunnen zetten. Hoe dan ook is duidelijk dat de concurrentiestrijd om AI voorlopig nog niet beslecht is.
Ook de Europese Commissie maakte plannen bekend om de investeringen in AI aan te jagen. Al met al lijkt het er vooralsnog op dat de vraag naar chipmachines de komende jaren sterk blijft groeien. De Nederlandse industrie loopt daarin voorop en zal daar dus van profiteren.’
Concurrentiepositie Europese industrie onder druk
‘Door hoge energiekosten en strenge regelgeving staat de concurrentiepositie van de Europese industrie onder druk, met name in energie-intensieve branches zoals de chemische industrie en de staalindustrie. Op advies van Mario Draghi, oud-premier van Italië en voormalig voorzitter van de Europese Centrale Bank (ECB), komt de Europese Commissie met plannen om de regelgeving te vereenvoudigen en de concurrentiepositie van de Europese industrie te verbeteren. Naar verluidt wil de Europese Commissie snijden in administratieve verplichtingen rond duurzaamheid en strenge regelgeving over fusies en overnames. Ook wil de Commissie, die eind februari gedetailleerde plannen presenteert, iets doen aan de hoge energiekosten voor de Europese industrie.
Intussen laat ook Trump zich niet onbetuigd wat betreft nieuw industriebeleid. Zijn minister van Financiën, Scott Bessent, wil op korte termijn een universeel importtarief invoeren van 2,5 procent, dat vervolgens maandelijks met 2,5 procentpunt kan worden verhoogd tot twintig procent. Andere landen krijgen dan tijd om met de Amerikanen te onderhandelen. De Europese Commissie is zich al maanden op die onderhandelingen aan het voorbereiden.’