De invoering van het Carbon Border Adjustment Mechanism (CBAM) blijft een complex dossier waarbij eenvoud en effectiviteit in balans moeten zijn. Tijdens een recente conferentie in Parijs, georganiseerd door de Europese Commissie (EC) en de Franse ministeries van Financiën, Economie en Klimaattransitie, benadrukte Eurofer de dringende noodzaak om belangrijke knelpunten aan te pakken. De huidige aanpak dreigt investeringen in de decarbonisatie van de Europese staalindustrie te ondermijnen.

Tijdens de conferentie kondigde de Europese Commissie aan dat wetgevingsvoorstellen over cruciale aspecten van CBAM, waaronder exportregels en de uitbreiding naar downstreamsectoren, pas begin volgend jaar worden verwacht. Een ander urgent aandachtspunt, het tegengaan van ‘resource shuffling’—waarbij productie wordt verplaatst om emissiekosten te ontwijken—is momenteel niet eens opgenomen in de planning van toekomstige regelgeving.
Verschuivende prioriteiten veroorzaken onzekerheid
Eurofer wijst op een zorgwekkende trend: terwijl de EC de vereenvoudiging van CBAM versnelt via het Omnibus-pakket, blijft de effectiviteit van de maatregel achter. Dit staat haaks op de politieke urgentie die tijdens de conferentie door Frankrijk en andere lidstaten werd benadrukt.
Dit jaar wordt een cruciale evaluatie van CBAM uitgevoerd. Eurofer stelt dat verbeteringen noodzakelijk zijn om de effectiviteit van het mechanisme te waarborgen:
- Een structurele wetgevende oplossing voor het hoge risico op ‘resource shuffling’;
- Bescherming van Europese export door een doordachte aanpak, zodat koolstoflekkage op wereldmarkten wordt voorkomen;
- Uitbreiding van CBAM naar staalintensieve producten verder in de waardeketen.
Bovendien moeten andere ontwerpelementen, zoals strikte standaardwaarden en de aanpassing van gratis emissierechten, de ecologische integriteit van het mechanisme ondersteunen.
Gevolgen voor de Europese staalindustrie
Indien deze verbeteringen uitblijven, dreigt een onvolledig CBAM in combinatie met de geplande afschaffing van gratis emissierechten de industrie onvoldoende bescherming te bieden. Dit zou de verplaatsing van productie naar derde landen verder stimuleren, met negatieve gevolgen voor zowel de staal- als de downstreamsector, aldus Eurofer.
Tegelijkertijd moet de administratieve last voor bedrijven beperkt blijven. De EC heeft enkele vereenvoudigingen gepland in de Omnibus-herziening, waaronder een mogelijke aanpassing van de ‘de minimis’-drempel van 150 euro om onnodige rapportage van kleine zendingen te voorkomen. Daarnaast zou CBAM-rapportage niet moeten gelden voor Europese producten die buiten de EU worden verwerkt en vervolgens als CBAM-goederen opnieuw worden geïmporteerd. Strenge monitoring moet voorkomen dat dergelijke aanpassingen misbruikt worden voor ontwijkingsstrategieën.
Dringende hervormingen nodig
Een effectiever en eenvoudiger CBAM is niet alleen mogelijk, maar ook noodzakelijk. Een gebrekkige invoering zou de concurrentiepositie van de Europese staalindustrie verder onder druk zetten. Dit is des te relevanter nu de EU-koolstofprijs rond de tachtig euro per ton ligt en jaarlijks ruim 25 miljoen ton staal — ongeveer twintig procent van de EU-productie — wordt geïmporteerd uit landen zonder koolstofkosten.
De tijd dringt om CBAM daadwerkelijk effectief te maken. Zonder structurele verbeteringen blijft het risico bestaan dat het mechanisme zijn doel voorbijschiet en de Europese industrie meer schaadt dan beschermt.