Delft
4 dec. 2008
1 minuut
‘Brede toepassing van hogesterktestaal is een geweldig perspectief. Even sterke constructies kunnen met lichtere staalprofielen worden gerealiseerd. Dit geeft een directe kostenbesparing. Niets staat dan meer grootschalige inzet van hoge sterkte stalen in gebouwen en civieletechnische constructies in de weg.’
Dit concludeert prof. Frans Bijlaard van de Sectie Gebouwen & Civieltechnische Constructies van de TU Delft naar aanleiding van diverse onderzoeken.
Revolutie
‘In één decennium zal zich een constructieve revolutie kunnen voltrekken.’Het is de vloeigrens waarmee een staalsoort ingedeeld wordt bij de ‘gewone’ constructiestalen (mild steels), of bij de ‘(zeer) hoge sterkte’ staalsoorten. Bij normaal staal ligt de grens op 355 N/mm² – een waarde die in het verleden al als ‘hoog’ te boek stond; bij de hogesterktestaal van hoge dan wel zeer hoge sterkte worden als vloeigrenzen opgegeven: 420 tot 690 resp. 690-1.100 N/mm², waarbij in de laatste waarde letterlijk en figuurlijk nog wel enige rek zit.
Impuls
Het gebruik van stalen met een vloeigrens boven 355 N/mm² neemt geleidelijk toe, maar de toepassing zou op een termijn van enkele jaren wel eens een flinke impuls kunnen krijgen, zo verwacht Frans Bijlaard. Op de markt zijn de meeste soorten in de vorm van standaardplaten verkrijgbaar bij diverse leveranciers. Halffabricaten in de ‘klassieke’ Europese walsprofielenserie (I en H) met een treksterkte van 420 en 460 N/mm² zijn niet uit voorraad leverbaar. Ze zijn uitsluitend op klantenorder te bestellen bij ArcelorMittal , de staalproducent die belangrijk pionierswerk heeft verricht op dit gebied en naar eigen zeggen inmiddels de technologie heeft ontwikkeld voor de productie van profielen met een vloeigrens van 690 N/mm².
Meer over dit onderwerp en ander staalonderwerpen in de pdf-bijlage ‘Blik op Staal’, die deze week onderdeel uitmaakt van de papieren uitgave van Vraag en Aanbod.
 |
Blik op staal-2008.pdf |
Anderen lazen ook
