Kort na de Eerste Wereldoorlog, toen plaatijzer nagenoeg schaars was, zette de eerste Van Reekum de basis voor De Plaatijzerindustrie; een bedrijf dat vandaag de dag nog steeds in Apeldoorn te vinden is. ‘Weinig mensen weten wat er in onze werkplaatsen aan de Kayersdijk voor producten worden vervaardigd’, aldus André Hermsen, commercial technical manager van De Plaatijzerindustrie. De naam van het bedrijf doet doorgaans heel wat anders vermoeden, maar het bedrijf maakt hoofdzakelijk drukvaten – hightech – voor de petrochemie. Tot zestig meter lange gevaarten worden er gefabriceerd en getransporteerd naar de meest exotische oorden op aard. De referentielijst is groot en bijzonder indrukwekkend.
Johan van Reekum kocht in de begindagen (1920) tweehonderd lege carbidvaten van de gemeente Apeldoorn en regelde zo grondstoffen voor de fabricage van verfblikken, stofblikken, kolenkitten en dergelijke. Ook werd, reeds in 1921, begonnen met de bouw van verschillende koffie- en theemengmachines. Broer Antonie bracht zijn expertise op het gebied van koelinstallaties in en boorde zo deze markt aan. Ook werd een ruwijsfabriek opgezet dat dagelijks 360 staven ijs van 25 kilo elk, fabriceerde. Verder wist men, door een eigen emaillleeroven, ettelijke geëmailleerde bieropslagtanks af te zetten. Zelfs tijdens de moeilijke crisisjaren werd er nog steeds uitgebreid. Winst werd jarenlang in nieuwe gebouwen en machines omgezet. Gaandeweg werd het wel duidelijk: tanks waren voor De Plaatijzerindustrie het belangrijkste product. Ondergrondse benzinetanks, gashouders, vacuümdrogers, benzinetanks voor Esso, koelers voor S.M. ovens aan Hoogovens… Ook startte men vanaf 1941 met de vervaardiging van tankbodems voor derden; een tak van sport die nog steeds – voor diverse tankbouwers in den lande – wordt uitgeoefend.
Werk voor lassers
Inmiddels zwaait de derde generatie, in de persoon van Gerard van Reekum, de scepter over het familiebedrijf. De Plaatijzerindustrie draait een omzet van 20 miljoen euro en biedt werk aan ruim honderd medewerkers, waarvan een groot deel bijzonder gekwalificeerde lassers. Hermsen: ‘We hebben volop werk. Zouden we morgen tien, voor onze werkzaamheden goed gekwalificeerde, lassers extra krijgen, dan zouden we ze nog dezelfde dag aan het werk kunnen zetten.’ Voor de petrochemie, waar hoge eisen aan de producten worden gesteld, dient men bijzonder secuur te werken, volgens nauwkeurig omschreven methodes en certificering.
‘We staan onder andere op de preferred vendorslist van Shell. Zijn zij ergens met een project bezig, dan zitten wij daar doorgaans ook. Concurrentie is er altijd wel, maar we zijn niet bang voor prijsvechters die deze markt willen bestormen’, klinkt het. ‘Wat wij doen is zo specifiek en zo specialistisch, dat opdrachtgevers er het liefst voor kiezen met een partij te werken die zich door de jaren heen heeft bewezen.’ Al meer dan tachtig jaar expertise vertaalt zich dus terug in solide business. ‘We zijn gespecialiseerd in dikwandig lassen; 16 tot 150 millimeter dik.’ Dit, gecombineerd met (lever)betrouwbaarheid, is de basis van het succes.
De Plaatijzerindustrie is tevens gespecialiseerd in het oplassen van RVS of Inconel op koolstofstaal. Dit zogenoemde ‘cladden’ biedt uitermate hoge bescherming tegen corrosie. Een en ander vindt gecertificeerd, volgens ASME U-stamp en U2-stamp, plaats.
Naast de grote drukvaten voor de petrochemische industrie, fabriceert men ook transportvaten voor uraniumhexafloride en maakt men, al sinds 1941, als toeleverancier, bodems van koolstofstaal en RVS voor bedrijven die vaten en silo’s maken. De Plaatijzerindustrie levert bodems tot 24 mm dikte en tot 4.000 mm diameter conform klantspecificaties. Ook heeft De Plaatijzerindustrie een grote verscheidenheid aan bodems op voorraad. ‘We kunnen zodoende snel leveren.’