Iedereen zou meer het besef moeten hebben van de Total Costs of Ownership van apparaten en toepassingen dan nu het geval is. Dat stelt Charlie Droste, beleidsadviseur energie en klimaat bij FME, de Vereniging van ondernemers in de technologisch-industriële sector. ‘De maakindustrie maakt mooie dingen en is aan zet om ook nieuwe toepassingen te verzinnen en te maken, maar er moet natuurlijk wel markt voor zijn.’ Een schone taak voor de overheid, die als ‘launching partner’ bij haar aankopen rekening met de duurzaamheid van producten en diensten dient te houden. Dat geldt ook als het gaat om de duurzaamheidsplannen van provincies en gemeenten. ‘De overheid kan, door de schaalgrootte die er bij afname door de overheid gecreëerd wordt, ook zorgen voor kritische massa en het terugverdienen van ontwikkeling- en innovatiekosten.’
De FME stelde onlangs haar duurzaamheidsprogramma op. Vanuit dit programma vinden allerlei activiteiten plaats om duurzaamheid een explicietere plaats te geven en om kansen voor bijvoorbeeld innovatie en afzet van een scala aan duurzame producten te vergroten. Diverse concrete activiteiten moeten dit gedachtengoed verder verspreiden. Per slot van rekening zijn de klimaatoplossingen van de industrie nodig voor het behalen van de Nederlandse en Europese klimaatdoelstellingen in 2020.
CO2-reductie
Een groep grotere energieverbruikers, aangesloten bij onder meer de Vereniging FME-CWM, gaat zich tot 2020 uiterst inspannen om jaarlijks 2% minder energie te verbruiken. ‘Dit staat opgetekend in het door kabinet en bedrijfsleven getekende derde meerjarenafspraak energie-efficiency (MJA3)’, vertelt Charlie Droste. ‘Met het committeren aan deze meerjarenafspraak willen de FME-lidbedrijven bijdragen aan een duurzame economie in Nederland.’ Energie-efficiency en CO2-reductie is daarbij een belangrijke insteek.
Droste: ‘De bedrijven zetten zich op drie terreinen in op het verminderen van het energieverbruik: door processen en producten efficiënter te laten zijn, door meer efficiency en samenwerking in de productieketen toe te passen, en/of door meer duurzame energie toe te passen. Overigens is de eerste klap al meteen een daalder waard: energiebesparing levert ‘winst’ voor het bedrijfsleven op.’ De bedrijven moeten vierjaarlijks energie-efficiënte plannen overleggen, waarin de maatregelen staan die de bedrijven gaan nemen om met elkaar 2% energie-efficiencyverbetering per jaar te realiseren.’ Deze maatregelen moeten natuurlijk wel kosteneffectief zijn. Droste: ‘FME heeft tijdens de voorbereidingen op de MJA3 gehamerd op het samen optrekken van bedrijfsleven en overheid om de doelstellingen te kunnen halen. Dat past in deze tijd en we zullen elkaar monitoren’.
Duurzaamheid als uitdaging
‘Duurzaamheid moet je zien als kans. Combineer dat. De lidbedrijven van FME leveren heel veel producten die worden toegepast in de industrie, de bebouwde omgeving, de energiesector, verkeer en vervoer en de tuinbouw/agrosector.’ Droste verwijst naar de website www.1001klimaatoplossingen.nl en geeft enkele voorbeelden: ‘Er zijn inmiddels veel nieuwe staalsoorten ontwikkeld die in de automotive industrie worden toegepast, en dat gaat door. Deze lichtere, maar minstens net zo sterke staalsoorten (ontwikkeld door Corus) zorgen voor een fikse CO2-reductie doordat auto’s lichter worden en dus minder CO2 uitstoten omdat ze zuiniger rijden. Ook moet je denken aan sterk verbeterde kogellagers, waardoor apparaten nog vloeiender lopen en er dus minder energie nodig is voor de aandrijving.’ Ook wijst Droste op de EC ventilator, een borstelloze ventilator (dus minder wrijving), die voor dertig procent energiebesparing zorgt. ‘Overigens is dit geen nieuwe ontwikkeling. Deze ventilator bestaat al enkele jaren, maar is duurder en zodoende wordt deze minder gemakkelijk toegepast, bijvoorbeeld ter vervanging van een goedkopere, maar energie slurpende ventilator’, vertelt de beleidsadviseur. ‘Jammer, want als je als gebruiker ook deze energieconsumptie mee zou rekenen, dan doe je er verstandiger aan de ventilator van het EC-type aan te schaffen!’
Iedereen zou, wat Droste betreft, dan ook meer besef moeten hebben van de total cost of ownership van apparaten en toepassingen dan nu het geval is. ‘De maakindustrie maakt mooie dingen en is aan zet om nieuwe toepassingen te verzinnen en te maken, maar er moet natuurlijk wel markt voor zijn. De overheid kan hier dus stimuleren door launching customer te zijn. Die kan, door de schaalgrootte die er bij afname door de overheid gecreëerd wordt, mede zorgen voor kritische massa en het terugverdienen van ontwikkeling- en innovatiekosten. In andere gevallen kan de overheid, middels subsidies, bewerkstelligen dat nieuwe energiebesparende zaken door de consument worden aangeschaft. Bijvoorbeeld in navolging op de subsidie op de HRe-ketel die op de markt gaat komen. Er is inmiddels een subsidiepotje van tien miljoen euro voor het in de markt zetten van deze energiebesparende toepassing die naast warm water ook elektriciteit gaat leveren. Dat moet ook voor andere producten gaan gelden als de marktacceptatie daarom vraagt. En bekijk bij de beoordeling als afnemer alles vanuit de Total Costs of Ownership!’
Cleantech Holland Platform
‘Er moeten meer mogelijkheden komen om onze producten op de markt te krijgen, klinkt het. ‘Niet alleen voor de interne markt, want onze achterban exporteert ook heel veel. Vandaar dat we het Cleantech Holland Platform hebben opgericht.’ Dit is een publiekprivaat samenwerkingsverband van FME en de ministeries van EZ en VROM.
Cleantech Holland wil een maximale bijdrage leveren aan de realisatie van Europese en internationale klimaatdoelstellingen door inzet van Nederlandse cleantech bedrijven en (kennis)instellingen in internationale markten (zie ook de website www.cleantechholland.nl).
De lancering werd verricht door staatssecretaris Frank Heemskerk van EZ en bijgewoond door directeuren van zo’n zestig Nederlandse bedrijven die zich bezighouden met cleantech. De lancering van Cleantech Holland vond plaats in een (tijdelijke) ‘1001 Klimaatoplossingenwinkel’ op het Plein in Den Haag.
‘Cleantech Holland valt onder de zorg van de FME-afdeling internationaal ondernemen. Zij probeert onder andere met buitenlandse reizen, matchmaking en dergelijke de in Nederland uitgedokterde concepten aan de man te brengen en stevig aan de weg te timmeren.’ Dit resulteerde volgens Droste al in vragen van de Indonesische overheid omtrent wat wij kunnen doen op het gebied van waterkracht, maar ‘ook komen er vragen van buitenlandse gemeenten die zich afvragen wat wij op het gebied van duurzaamheid voor hun steden kunnen betekenen’.
‘Het gaat ons er niet om om primair individuele (business-2-business) producten via Cleantech Holland Platform te verkopen, maar om via bedrijven en instellingen totaalconcepten te promoten. Denk daarbij aan concepten als ‘De kas als energiebron’; Groen gas in de regio, e.d.’. De bedoeling is geïntegreerde concepten aan te kunnen bieden, waarbij meerdere Nederlandse partijen hun expertise kunnen bundelen en aanwenden om duurzame producttoepassingen te stimuleren. We zijn er druk mee!’