De NEVI PMI bereikte met 44.4 in juni (mei: 41,2) het hoogste niveau van de afgelopen acht maanden en liet een verdere verbetering zien vergeleken met het eerste kwartaal.
Toch blijft de NEVI PMI erop wijzen dat de bedrijfsomstandigheden over het algemeen nog steeds problematisch zijn. Voor de twaalfde opeenvolgende maand kromp de sector.
Exportorders
‘Het volume aan ontvangen (export)orders nam ten opzichte van mei marginaal af. Een miniem lichtpunt. Enkele buitenlandse klanten beginnen hun voorraden aan te vullen. In het binnenland lopen de voorraden echter nog verder terug’, aldus becommentarieert Arjan van Weele (NEVI hoogleraar Inkoopmanagement TU Eindhoven) de PMI.
‘Het productievolume bleef met een waarde van 49,7 vrijwel stabiel (PMI = 50 betekent een stabiele situatie ten opzichte van voorgaande maand). De dip in de werkgelegenheid zette met een waarde van 36,2 verder door. Verkoopprijzen dalen, maar inkoopprijzen daalden nog harder. Desalniettemin lijken de marges als gevolg van grote prijsconcurrentie flinterdun. Het wordt een lange, hete zomer. Daarom wederom een rapportcijfer van 4.2′, aldus Van Weele.