De NEVI PMI daalde in april licht naar 56,9. Dit cijfer wijst echter nog steeds op een aanzienlijke verbetering van de bedrijfsomstandigheden.
In maart was de index nog 57,8. Het aantal nieuwe orders nam flink toe. De grootste toename kwam daarbij uit het buitenland. Om deze toename te verwerken breidden de bedrijven hun productieomvang opnieuw uit. Deze forse toename was niet veel kleiner dan het hoogste niveau in drieënveertig maanden in maart.
De voorraad gereed product nam af, zij het in de geringste mate in drie maanden. De inkoopactiviteiten namen dusdanig toe dat de voorraad ingekochte materialen (enigszins) groter werd. De levertijden werden aanzienlijk langer, voor de achtste maand op rij. Ondanks het voorgaande verkleinden de productiebedrijven hun personeelsbestanden.
De inkoopprijsinflatie was fors, en de bedrijven verhoogden de verkoopprijzen flink, na een slechts geringe verhoging in maart.