De NEVI PMI in mei was 56.5, vergelijkbaar met het cijfer van april dat uitkwam op 56.9. Dit wijst opnieuw op een verbetering van de bedrijfsomstandigheden.
‘Met de reële economie lijkt weinig aan de hand, gezien de Nevi PMI (Purchasing Managers Index) over de maand mei van 56,5 (vorige maand 56,9). Voor de elfde achtereenvolgende maand rapporteerden onze inkoopmanagers een stijging van de verkooporders en productievolumes van hun bedrijven’, aldus prof dr. Arjan van Weele, NEVI hoogleraar Inkoopmanagement aan de TU Eindhoven.
Werkgelegenheid
‘De groei zit er flink in en de gevolgen zijn nu duidelijk. Positief is dat de industriële bedrijven voor de tweede keer in de afgelopen drie maanden hun personeelsbestanden (licht) uitbreidden’, weet Van Weele. De toename was bescheiden, maar was toch de grootste van de afgelopen twee jaar. Ongeveer 15 procent van de ondervraagde bedrijven nam in deze periode meer personeel aan. Als belangrijkste redenen hiervoor werden de betere economisch omstandigheden en de hogere productievereisten genoemd.
Lange levertijden
‘Minder positief’, volgens Van Weele, ‘is dat de toenemende vraag tot lange levertijden en hoge inkoopprijsinflatie leidt (mei: 79,2 – 50,0 geeft stabiele situatie aan). Een en ander heeft tot gevolg dat bedrijven speculatief inkopen (inkoopvolumes stijgen sterker dan de productievolumes) omdat men anticipeert op te verwachten verdere prijsstijgingen.’
Uit de recessie
‘Hogere inkoopprijzen leiden tot hogere verkoopprijzen (mei: 57,1). Deze zullen, zo verwacht ik, vanzelf de huidige groei gaan afremmen. Nederland is uit de recessie’, is de conclusie van Van Weele. ‘De komende maanden moet met lagere groeicijfers worden gerekend. Desalniettemin mijn rapportcijfer: 7,0. Om het vertrouwen in de economie te vergroten is het nu zaak dat onze politici, overheden en banken zich beter gaan gedragen. Aan de Nederlandse industriële bedrijven en hun opdrachtgevers zal het niet liggen!’