Op CeMAT (van 2 tot 6 mei in Hannover) lanceert Linde de nieuwe E20-E50 reeks. Deze elektrische vorkheftrucks worden op de markt gebracht in acht verschillende vermogens, eerst van 2 tot 3,5 ton en vanaf de herfst 2011 ook in vermogens van 3,5 tot 5 ton. Linde maakt negentien standaardmodellen.
De voorwielaandrijving met twee wisselstroommotoren van 9 tot 11,9 kW rukt de machine naar een maximumsnelheid van 20 kilometer per uur. De anti-doorslipregeling (traction control) houdt het toestel op koers. Deze vierwielers hebben de maneuvreerbaarheid van een driewieler. Ze draaien om de eigen as door de snelheid van de wielen afzonderlijk aan te sturen en de looprichting van de aandrijfwielen vooraan om te keren. Slanke A-zuilen verbeterden het zicht. De druk op de mast is afgeleid naar de neigcilinders boven de cockpit. De Linde Driver Assistent stuurt de snelheid in de bocht veilig bij. ‘Gecontroleerd’ remmen voorkomt dat last van de vorken vliegt. De automatische handrem voorkomt teruglopen op hellingen. Linde maakt zich sterk dat het qua prestaties in elk van de verschillende rijmodi -standaard, efficiency, economy en performance- beter scoort dan de benchmark.
Hydrostaat
Linde zweert bij zijn hydrostatische technologie. ‘Met onze hydrostatische aandrijving halen we 96 procent efficiëntie in tractie’, zegt Harald Will, manager ontwikkeling bij Linde. ‘In het hefsysteem kunnen we nog 10 tot 20 procent beter zijn als we de vaste pomp vervangen door een variabele pomp. Dat wordt nu onze focus. In juni voeren we dat in voor de 4 en 5 tons diesel- en lpg-machines. Eind 2012 ook op de 3,5 ton.’
Van diesel naar elektrisch
De uitstootreglementering dwingt heftruckbouwers ondertussen steeds schonere motoren te gebruiken. Om de normen te halen kiest Linde vanaf 2014 voor SCR -katalysator- en AdBlue voor zijn 5 tons machines en zwaarder. Het maakt motoren echter tot de helft duurder. Marginale verbeteringen kosten buiten verhouding en op een bepaald ogenblik stoot men gewoon op de grenzen. Bovendien heeft de uitstootregelgeving het perverse effect dat schonere motoren uiteindelijk meer verbruiken. Hybride oplossingen kunnen nog wel even het beste maken van verschillende werelden. Maar uiteindelijk ziet ook CEO Theodor Maurer een overgang van diesel naar elektrisch. ‘Niet over 5 tot 10 jaar maar over 15 tot 20 jaar.’ Het management wil niet gezegd hebben dat de dieseltruck ‘of sterven na dood’ is, maar men is maar beter vooruitziend. Linde verkoopt op dit moment meer elektrische machines dan diesels.
Geen elektro-euforie
Tijdens ons bezoek aan Linde’s R&D center en fabriek in het Duitse Aschaffenburg zagen we een demotoestel zonder A-zuil met onbelemmerd zicht voor, zij en boven. Deze ‘Roadster’ beschermt de chauffeur met de neigcilinders en veiligheidsglas. We zagen er ook de ‘e-Motion’, die Linde eerder al op Bauma demonstreerde. De chauffeur draait in zijn stoel 180 graden mee in de rijrichting maar kan ook een meter omhoog om boven de last uit te kijken. Op CeMAT toont Linde prototypes van de T16/18/20 meelooppallettruck en de BR387-E25 heftruck met lithium ion-batterij. Aan die lithium batterijen wringt het schoentje nog.
Lithium ion-batterijen
‘We klopten aan bij 24 verschillende producenten en toeleveranciers van lithium ion-batterijen en die bleken niet bereid of in staat aan ons te leveren’, zegt Harald Will. ‘Sommigen zijn te duur. Sommigen beschikken niet over de geschikte technologie. We hebben toch enkele aanbiedingen gehad.’ Die komen niet uit China of de VS. Of uit Europa, dan? Will glimlacht, maar houdt zijn lippen stijf op elkaar.
Tijd, aandacht en geld
Producenten van lithiumbatterijen focussen zich op de automarkt. Het kleine volume dat ze kunnen wegzetten bij vorkheftrucks vergt verhoudingsgewijs hogere startinvesteringen. Linde zoekt bijvoorbeeld twee verschillende batterijsystemen voor zijn hybride -Linde werkt dus nog steeds aan de hybride studiemachine, die het op de vorige CeMAT toonde- en voor zijn elektrische vorkheftruck. Ontwikkelen kost tijd, aandacht en geld. ‘We moeten bijvoorbeeld ook een vijftiental machines ‘total loss’-testen. Telkens met een batterij die zo’n 100.000 euro kost.’
Geen echte groei
Will erkent dat de hybride machine wellicht maar een klein volume zal halen terwijl meer stuks mogelijk zijn voor lithium tractiebatterijen. ‘We nemen uiteindelijk aan dat slechts 5 tot 10 procent van de klanten ervoor zou kiezen. Dat betekent dat 90 procent loodbatterijen blijft gebruiken. Dat kan veranderen op termijn, maar we zien de komende 5 tot 10 jaar hierin geen echte groei.’