De kop is een wat cryptische omschrijving voor de inzet van een nieuwe LPG-heftruck bij De Boer Staalbouw in het Groningse Leek. Dat komt omdat de nieuwe aanwinst eigenlijk grasgroen was, maar directeur De Boer vond dat ‘geen kleur’ voor een heftruck. Ook al is hij bescheiden van afmetingen, omdat hij een zeecontainer moet kunnen in- en uitrijden. Dus liet De Boer het voertuig éérst geel spuiten, voordat hij mocht worden ingezet.
Het lijkt een bijkomstigheid, omdat je een heftruck doorgaans niet aanschaft vanwege de kleur, maar om de te leveren prestaties. Toch blijkt de aankoop van zo’n werktuig met vergelijkbare emoties gepaard te gaan als de aankoop van een nieuwe personenauto. ‘Het oog wil ook wat.’ Rico de Boer, zoon van de directeur-eigenaar van het staalconstructiebedrijf en betrokken bij de ontwerp- en werkvoorbereidingsactiviteiten van dit bedrijf, zegt dat die kleurverandering simpelweg als doorslaggevend criterium gold bij de aankoopselectie. ‘Een grasgroene heftruck komt er bij ons niet in’, grapt hij. De aanschaf van de heftruck had natuurlijk helemaal niets met de kleurstelling te maken.
De Boer Staalbouw, gespecialiseerd in het vervaardigen van landbouwmachines, opslagloodsen voor zowel de industrie als de agrarische sector en in de bouw van sportaccommodaties, had van een Nederlands bedrijf opdracht gekregen een opslagloods te ontwikkelen voor levensmiddelen. Die loods moest vlakbij Kabul, de hoofdstad van Afghanistan, verrijzen en geschikt zijn voor het bewaren an levensmiddelen voor alle NAVO-eenheden in de nabije omgeving. De Boer was voor deze opdracht geselecteerd vanwege de kwaliteit van haar producten.
Kennis in huis
‘Het ontwerpen van deze loods en het inkopen van alle materialen voor de binnen- en buitenwanden, de wandbekleding en het dak en dergelijke, was voor ons min of meer routinewerk’, vertelt De Boer, er wel aan toevoegend dat hij onder ‘routinewerk’ verstaat ‘het beschikken over veel materiaalkennis en ervaring op het gebied van het bouwen van dergelijke loodsen’. Maar er kwam natuurlijk nog wel het nodige specialistische ontwikkelwerk bij kijken, vanwege de isolatie die aan vloer, dak en wanden moest worden aangebracht. ‘Je hebt in Afghanistan grote verschillen tussen dag- en nachttemperatuur en ook speelt droogte, met soms enorme regenbuien, een belangrijke rol’, weet De Boer inmiddels. Maar daarvoor had het bedrijf dus de specialistische kennis al in huis.
Logistieke uitdaging
Dat lag iets anders waar het de logistiek van de loods betrof. ‘Normaal gesproken verzamelen we alle goederen in onze eigen loods en wanneer we alles bij elkaar hebben beladen we de vrachtwagens voor het transport naar de bouwlocatie. Daar wordt dan alles met een mobiele kraan afgeladen en met behulp van diezelfde kraan wordt het bouwwerk opgezet. Maar nu moesten we een andere methode volgen, namelijk het ‘verpakken’ van alle bouwmaterialen in zeecontainers.’
De Boer: ‘Dit betekende ook dat we de verschillende onderdelen qua afmetingen moesten afstemmen op de maximale binnenmaten van die containers. En we moesten een hulpmiddel hebben om die containers te vullen. Dat kon niet op de gebruikelijke manier met onze mini-mobiele kraan, maar moest met een heftruck gebeuren. En hoewel we over sterke LPG-heftrucks beschikken, zoals een Caterpillar, Hyster en een Steinbock zijlader, konden we niet met die trucks in de zeecontainers komen. Ze zijn namelijk te hoog en hebben te veel ruimte nodig om te kunnen manoeuvreren.’ Het betekende dat er uitgekeken moest worden naar een nieuwe heftruck. Dat moest wel weer een LPG’er zijn, want een diesel kun je in de loodsen in Leek niet gebruiken vanwege de roetuitstoot en een elektrische heftruck was naar de mening van de medewerkers van De Boer Staalbouw, ondanks de kracht van de moderne e-heftrucks, niet aan de orde. ‘We hebben bij anderen gemerkt dat je steeds attent moet zijn op de batterijlading en dat je soms net op een cruciaal moment voor het feit kunt komen te staan dat de batterij onvoldoende gevuld is. Dan verlies je tijd met het opladen of de batterij wisselen en dat komt bij een LPG’er niet voor. Mocht de gastank leeg zijn, dan is die in een paar minuten verwisseld en kun je verder werken. Bovendien kun je met een LPG’er zowel in binnenruimten werken, zoals in een zeecontainer, als in de buitenlucht. Die overwegingen gaven voor ons de doorslag bij de aankoop van een nieuwe heftruck’, aldus Rico de Boer.
Een grasgroene UN
Natuurlijk waren er meer aankoopcriteria. Een erg belangrijke was het hebben van een sideshift op het vorkenbord om daarmee dwarsuit te kunnen manoeuvreren in de beperkte ruimte van de zeecontainer, zonder de truck zelf te hoeven verplaatsen. En dan waren er de wensen op het gebied van hefvermogen, de hefhoogte van de mast en de afmetingen van de truck met ingeschoven mast. ‘We wilden een hefhoogte van circa 5 meter, waarbij de truck evengoed zo’n 3 ton moest kunnen tillen. Dus dan kom je al gauw op een triple mast’, weet De Boer. Maar een heftruck met zo’n masttype is normaal gesproken te hoog voor de deuren van de zeecontainer. ‘Onze vaste leverancier en onderhoudsbedrijf van intern transportmiddelen, Ausma Vorkheftrucks in Heerenveen, wist een oplossing’, vervolgt hij. ‘Zij importeren zelf heftrucks van hoge kwaliteit uit het Verre Oosten, zoals Japanse Komatsu’s en Koreaanse Doosan’s. Maar ook de UN-heftrucks, die ze zelf ‘Europes Chinees’ noemen. Dat is een heftruck die gebouwd is volgens Europese maatstaven, door een Chinese assemblagefabriek die vroeger voor een grote Duitse heftruckfabrikant assembleerde. Zij hebben nu eigen ontwerpen en gebruiken ook de aanwijzingen van de experts van Ausma om een heftruck te maken volgens klantspecificatie. Dus toen wij samen met de mensen van Ausma een definitief ontwerp hadden gemaakt, kon die heftruck in China besteld worden. Hij voldoet volledig aan onze afmetingeisen en aan de robuuste uitvoering die wij willen. Hij heeft een sideshift en een groot hefvermogen bij uitgeschoven mast. En er is het grote voordeel dat hij uiterst aantrekkelijk geprijsd is. Alleen tja, hij kwam in de standaard UN-kleur. En die is grasgroen. Maar dat wilden wij dus niet hebben.’ Er bleek een redelijk simpele oplossing voor dat probleem te bestaan. De truck ging direct na aankomst naar een autospuiterij en kwam een paar dagen later prachtig geel gespoten terug. Direct inzetbaar en helemaal geschikt voor het werken in de zeecontainers. Die werden vervolgens zodanig geladen dat ze in Kabul wél met hulp van een mobiele kraan konden worden leeggehaald. ‘Daar was niet zo’n laag model heftruck voorhanden en wij wilden de onze natuurlijk niet meer afstaan’, lacht De Boer.