Europa is voor de metaalverwerkende industrie begin dit jaar weer een beetje meer één geworden. Sinds 1 januari is namelijk de EN 1090-norm formeel geharmoniseerd als norm die invulling geeft aan de eisen van de Europese richtlijn voor staalconstructies. De norm beschrijft exact aan welke eisen constructies van staal en aluminium moeten voldoen.
In de zomer van 2012 loopt de overgangsperiode af. Vanaf dan moet elke constructie die onder de normering valt, een CE-markering hebben. Henk Bodt, vroeger werkzaam bij het Nederlands Instituut voor Lastechniek en nu actief als zelfstandig lasconsultant, stelde het op de R&A beurs klip en klaar. De geharmoniseerde norm maakt een eind aan aparte regeltjes per land, aan eigen interpretaties én aan de mogelijkheid om kwaliteit te leveren die voldoet aan het kwaliteitsniveau van een bepaalde norm. Als de overgangsperiode volgend jaar juli afloopt, moet je aan de EN 1090-regels voldoen. ‘Anders pleeg je een economisch delict.’
Vier uitvoeringsklassen
De nieuwe norm kent vier uitvoeringsklassen, van eenvoudig naar kritisch, van 1 naar 4. De indeling van een constructie in een van deze vier klassen wordt bepaald door de gevolgen als er iets fout gaat: heeft dit enkel lichte economische schade tot gevolg of is er risico op gewonden of zelfs doden? Ook de mate van complexiteit van de fabricage en de uiteindelijke belasting van het product hebben invloed. ‘In één tabel kun je nu het volledige eisenpakket onderbrengen. Wat je ook maakt, de constructie moet altijd in een van de vier klassen passen.’