Resato heeft een nieuwe 2,5D snijkop voor waterstraalsnijmachines ontwikkeld. Dit type snijkop is op zichzelf niet nieuw, maar door het ontwerp is de snijkop eenvoudiger te bedienen en is de oppervlaktekwaliteit van de snede verbeterd. Volgens Resato ‘in beide opzichten ongeëvenaard, ook in vergelijking met alle gerenommeerde waterjet-fabrikanten.’
Voor de aandrijving zorgen twee uiterst nauwkeurig positionerende servomotoren die worden bestuurd door een hoogwaardig regelcircuit. De snijkop is zo in staat om met een precisie van ±0,1 graad hoeken te snijden tot een schuinte van 45 graden. De maximale verstelhoek bedraagt 55 graden. In beide richtingen is verdraaiing over het gehele bereik van 360 graden mogelijk. De snijkop is voorts zeer eenvoudig te programmeren vanuit de snijsoftware.
Ook schuine kanten snijden
Met de 2,5D snijkop – op zichzelf geen nieuw fenomeen in de waterjettechnologie – speelt de Drentse hogedrukspecialist in op een algemene trend om het waterstraalsnijden breder inzetbaar te maken. Door de snijkop niet alleen aan te sturen in X-, Y- en Z-richting maar ook in twee haaks op elkaar staande rotatie-assen is het mogelijk om schuine kanten aan te brengen (‘bevelling’).
Met een vijfassig snijsysteem kunnen zo plaatranden direct van lasnaden worden voorzien, maar er zijn ook andere toepassingen denkbaar; zo wordt in de natuursteenindustrie veel onder een hoek gesneden. Het zeer exact onder een hoek snijden van uiteenlopende materialen zal daarnaast tot geheel nieuwe design-mogelijkheden leiden, zo is de verwachting.
Snijkop voor bestaande systemen
De nieuwe 2,5D snijkop markeerde de introductie medio 2010 van Resato’s vijfassige ACM-waterjettechnologie (ACM = Advanced Cutting Machine), de opvolger van de bewezen R-LCM technologie (Resato Linear Cutting Machine). Inmiddels heeft Resato vele tientallen ACM-snijsystemen verkocht, in de Benelux maar ook daarbuiten.
De kop kan ook achteraf op bestaande snijsystemen worden ingebouwd. Resato bouwt zijn systemen zodanig modulair dat de klanten van start kunnen gaan met een instapmodel en later modules kunnen toevoegen of vervangen, wat kostentechnisch vaak zeer gunstig blijkt te zijn.