ABN AMRO: code oranje voor de Nederlandse industrie

Dat stelt sectoreconoom Albert Jan Swart van ABN AMRO in een nieuw rapport ‘Stand van de Industrie’. De groei van de Nederlandse economie zakt verder naar 1,3 procent dit jaar en 1,1 procent volgend jaar, lager dan eerder voorspeld is. Reden voor de verlaagde raming is de onzekerheid over de handelsoorlog.

Verder neemt de export minder toe door de magere expansie van de wereldhandel en nemen ook de bedrijfsivesteringen minder toe door minder gunstige afzetperspectieven. Met de escalatie van de handelsoorlog verwacht ABN AMRO ook dat het ondernemersvertrouwen verder zal afkalven, wat de investeringscijfers voor het komende jaar zal drukken.

Een harde Brexit blijft nog steeds een risico voor met name de auto-industrie, aangezien veel Nederlandse bedrijven onderdelen leveren aan de Britse auto-industrie.

Positief punt is dat de werkloosheid lager is dan tijdens de vorige hoogconjunctuur, door de vertraging van de economische groei wordt echter verwacht dat de banengroei volgend jaar zal afzwakken, waardoor de werkloosheid weer oploopt.

Europa

Sinds eind vorig jaar laat de Europese industrie slechte cijfers zien, vanaf februari daalt de industriële productie. Vooral Duitsland laat slechte cijfers zien. Daarnaast zakte de IFO-index (ondernemersvertrouwen) begin dit jaar onder de 100, inmiddels staat is deze gezakt tot 95.7 punten. ABN wijt dit aan de spanningen tussen de Verenigde Staten en China, aangezien de Duitse economie erg afhankelijk is van de export van industriële goederen, onder andere naar China.

Personeelstekort grootste belemmering

In meerdere industriële branches zijn ondernemers pessimistisch over de eigen productie of het economische klimaat, met name in de transportmiddelenindustrie. De grootste belemmering is nog altijd het tekort aan arbeidskrachten. In april gaf 19,3 procent van de ondernemers aan dit als een belemmering te zien.

Foto: ABN AMRO

PMI wereldwijd onder de 50

De samengestelde wereldwijde inkoopmanagersindex kwam in juni uit op 49,4, een lichte krimp. Zowel in China als Duitsland, belangrijke groeimotoren voor de wereldwijde industrie, krimpt de infustriële activiteit. Doordat Nederland afhankelijk is van export zou Duitsland de Nederlandse economie mee kunnen slepen. De Duitse PMI kwam uit op het laagste niveau in zeven jaar, op 43,1. De Duitse industrie heeft te maken met afnemende vraag uit China, daarnaast heeft de auto-industrie het zwaar door strengere emissienormen en afnemende vraag.

Nederland weet nog net boven de 50 te blijven met een PMI van 50,7, overigens wel het laagste cijfer in zes jaar. NEVI, branchevereniging van inkoopmanagers, constateert dat voor het eerst in zes jaar het aantal nieuwe orders in juni daalde. Wel stegen de verwachtingen voor toekomstige productie naar het hoogste niveau in vijf maanden.

Omzet en afzet

De omzet van de industrie is behoorlijk gekrompen, 3,4 procent jaar-op-jaar. Dit heeft te maken met de afname van industriële activiteit in het buitenlang, de binnenlandse omzet blijft redelijk stabiel. In de chemie en basismetaalindustrie kromp de omzet, in de machineindustrie groeide deze met 1,8 procent.

Sinds eind 2018 is in veel branches de toename van de afzetprijzen aan het afzwakken. Met name voor basismetaal zijn de prijzen sinds begin dit jaar aan het dalen. In de chemische industrie, de basismetaal- en metaalproductenindustrie, maar ook in de rubber- & kunststofindustrie is de trend in de afzetprijs met name van belang voor de omzetontwikkeling. Daar is de relatie ussen deze twee erg hoog. De afzetprijzen in deze branches zijn op hun beurt weer sterk afhankelijk van de trends in grondstofprijzen. Ook de grondstofprijzen staan onder druk door de handelsoorlog.

Export

Na een dip eind 2018 is de groei van de export weer licht hersteld. Volgens ABN is dit verrassend, gezien de krimp van de industriële productie in veel landen, waaronder de belangrijkste handelspartner Duitsland.