De meeste indicatoren voor de Nederlandse industrie staan voor 2015 op groen. De machine-, basismetaal- en transportmiddelenindustrie zijn daarin de sterkste groeiers in 2015. De ondernemers zijn nog voorzichtig om grote risico’s te nemen en forse uitbreidingsinvesteringen te doen.
Dit blijkt uit de Sectorprognoses Industrie februari 2015 die het Economisch Bureau van ABN AMRO vandaag publiceerde.
Positieve vooruitzichten
De positieve vooruitzichten voor dit jaar worden onder meer ingegeven door de hoge stand van de NEVI PMI (inkoopmanagersindex) in januari en het relatief hoge niveau van producentenvertrouwen. Na een krimp van 2,3 procent in 2013, werd 2014 positief afgesloten met een groei van 1,7 procent. Sterkste groeiers in 2014 waren de machine-, de basismetaal- en de transportmiddelenindustrie. De groei in 2014 werd gedempt als gevolg van het broze herstel van de Nederlandse economie en de onzekerheid in het buitenland. Vanwege het relatief goede begin van 2015 en het teruggekeerde vertrouwen onder industriële ondernemers verwacht ABN AMRO dat alle branches in de sector industrie in 2015 productiegroei zullen realiseren.
Veel indicatoren duiden op groei
In branches die met hun bedrijvigheid afhankelijk zijn van de binnenlandse vraag zal de groei beperkter zijn dan voor branches die hun focus op het buitenland hebben. Veel indicatoren staan nu gunstig, zoals de toename van de werkgelegenheid, de afname van het aantal faillissementen en de relatief hoge stand van de inkoopmanagersindex en ondernemersvertrouwen. De bezettingsgraad ligt echter nog onder zijn langetermijngemiddelde, en steeg slechts licht naar 80,4 procent in het eerste kwartaal van 2015.
Kennelijk is het huidige niveau van de bezetting voldoende om aan de vraag te voldoen. Ondernemers zijn bovendien voorzichtig met het nemen van al te grote risico’s en het doen van forse uitbreidingsinvesteringen. Dit speelt vooral bij ondernemers die in grote mate gevoelig zijn voor buitenlandse ontwikkelingen. Dat is ook de reden dat de bezettingsgraad vooral lager ligt (dus onder het langetermijngemiddelde) in de branches die zich met name richten op het buitenland. ABN AMRO signaleert verder dat de gemiddelde leeftijd van industrieel personeel (nu circa 43 jaar) relatief hoog is en 4 procent boven het Nederlands gemiddelde ligt. De vergrijzing in de sector zet door, de aanwas van jonge medewerkers daalt en ook de instroom bij technische opleidingen neemt af. De vraag naar en het tekort aan technische vakmensen blijft hoog.
Groeiverwachtingen per branche
In de machine-industrie groeit de productie naar verwachting in 2015 met 7 procent het sterkst, gevolgd door de basismetaalindustrie met 5,5 procent en de transportmiddelenindustrie met 4 procent. De machine-industrie profiteert van de gunstige buitenlandse vraag vooral uit de Verenigde Staten, Duitsland en opkomend Azië. De basismetaalindustrie en de transportmiddelenindustrie hebben een groot belang bij de gunstige omstandigheden in de Duitse auto-industrie. Ook de binnenlandse vraag trekt voor deze branches weer aan. De chemische industrie groeit gematigd (met 3 procent) en dat is in historisch perspectief nog beperkt. De productie in deze branche kromp in 2014, door met name de hoge internationale concurrentiedruk, vooral vanuit Azië. Het aantal faillissementen in de chemische industrie nam als gevolg daarvan sterk toe in 2014: van 2 in 2013 naar 7 bedrijven in 2014. In 2015 geven de relatief lage olieprijs en de goedkope euro weer enige verlichting, maar dit zal niet direct tot significante verbeteringen leiden. ABN AMRO verwacht ook voor de elektrotechnische en elektrische apparatenindustrie verbeterende omstandigheden na matige groeicijfers in 2014. De exportvraag neemt toe en ook het verbeterde consumentenvertrouwen draagt volgens ABN AMRO positief bij.
|