ABN AMRO: ‘Veerkracht bedrijven bepaalt coronaherstel’

Foto van: De redactie
Geschreven door De redactie

De coronacrisis zorgt voor grote verschillen tussen sectoren die er wel of juist niet in slagen hun verdienmodel tijdig aan de omstandigheden aan te passen. Vooral voor de leisure verwacht ABN AMRO volgend jaar een groot herstel, maar ook de transport en logistiek lijken weer uit het dal te klimmen. Belangrijkste voorwaarde hiervoor is dat bedrijven flexibel zijn, zodat ze bij elke onvoorziene omstandigheid kunnen functioneren.

ABN AMRO: 'Veerkracht bedrijven bepaalt coronaherstel'

Dat concludeert ABN AMRO in haar Sectorprognoses 2021 en 2022. De industrie en zakelijke dienstverlening laten zien over de veerkracht te beschikken om een uitweg uit de crisis te vinden. De industriële productie in Nederland (-6,5 procent) daalde bijvoorbeeld minder sterk dan in andere landen, doordat bedrijven volgens ABN AMRO goed inspeelden op de crisis. ‘Chemische fabrieken en plastic verpakkers produceerden miljoenen flacons met handzeep of desinfecterende handgels. De kunststofbranche produceerde ‘kuchschermen’ en de elektrische apparatenbranche zorgde voor extra beademingsapparatuur. De industrie staat er met een groei van 3,5 procent in 2021 en 4 procent in 2022 dan ook veel beter voor dan afgelopen jaar’, zegt Franka Rolvink Couzy, Hoofd Sector Research van ABN AMRO.

Toekomst

Het sentiment is inmiddels positiever sinds er zicht is op een werkend vaccin. Zo is de vraag naar machines in november sterk aangetrokken en wordt in de industrie al gerekend op een krachtig herstel in 2021. Sommige bedrijven anticiperen daar al op door weer personeel aan te nemen. Ook het internationale goederenvervoer is opgeveerd. 

Toch verwacht ABN AMRO dat de beperkingen nog anderhalf jaar voortduren voordat de economie volledig is heropend. Daarom is het nog altijd noodzakelijk om eens goed naar het bedrijfsmodel te kijken en te bepalen of dit nog houdbaar is. Dat kan het verschil maken tussen de bedrijven die deze crisis overleven en weer kunnen terugveren naar of boven het niveau van voor de crisis en de bedrijven die het niet gaan redden. 

Terugveren

De bank ziet drie soorten bedrijven: bedrijven die niet meer terugveren, bedrijven die deels terugveren en bedrijven die volledig terugveren. Tot welke categorie een bedrijf hoort, is onder meer afhankelijk van de kostenstructuur. Wie hoge vaste lasten heeft en bijvoorbeeld een duur kantoorpand met bijbehorende lasten, afnemingsverplichtingen is aangegaan of onlangs aangeschafte machines moet financieren, redt het niet met alleen de inkomenssteun voor het personeel die de overheid biedt. Wie lage vaste lasten heeft, maakt meer kans en kan het langer uitzitten. De vraag daarbij is of het verdienmodel nog robuust genoeg is om ook na de crisis te kunnen bestaan of dat eerder moet worden ingegrepen.

De industrie merkt als geen andere sector dat de bedrijfsinvesteringen achterblijven en loopt risico wanneer eenvoudig wordt afgewacht tot betere tijden aanbreken. In september lag de productie van de machinebouw twintig procent lager dan het jaar daarvoor. In de bouw worden er nog altijd vergunningen afgegeven voor de woningbouw, maar nemen die af voor de utiliteitsbouw.

Rolvink Couzy: ‘Bedrijven die beter zijn voorbereid op nieuwe gebeurtenissen kunnen de schade van een crisis beperken door andere inkomstenbronnen aan te boren. Wie afwacht, staat zo twee jaar stil – om te ontdekken dat de wereld na de crisis is veranderd. Juist in een crisis ontstaan nieuwe behoeftes en bedrijven die erin slagen hierop in te spelen, zullen hier sterker uitkomen. Een lage kostenbasis, financiële en operationele buffers en een goed zicht op wat komen gaat, zorgen voor veerkracht. Dit zorgt niet alleen voor een sneller herstel na corona, maar óók in de toekomst voor meer flexibiliteit.’

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *