Al eerder heb ik het hier over de aanschaf van nieuwe machines gehad, want productiebedrijven zullen regelmatig machines moeten vervangen vanwege technische of economische slijtage. Altijd wordt bij deze investeringsbeslissingen uitgegaan van een nieuwe machine. En dat is logisch, immers nieuwe machines zijn op diverse vlakken veel beter dan de bestaande machines. Een grote investering in de vervanging van een bestaande machine levert ook veel voordelen op in de vorm van een betere besturing, sensoriek en een betere energiehuishouding.
Maar is dit duurzaam? In eerste instantie zijn nieuwe machines efficiënter en energiezuiniger dan bestaande machines, dus regelmatig vernieuwen van het machinepark lijkt in eerste instantie duurzaam. Maar toch, elke keer een nieuwe machine bouwen van nieuwe grondstoffen en het afvoeren en soms zelfs verschrootten van de oude machine is zelf niet duurzaam.
In metaalbedrijven zie ik vaak heel oude persen staan die nog uitstekend werken en produceren. Zeker hydraulische persen verslijten bij normaal gebruik en normaal onderhoud niet en kunnen tientallen jaren perfect werken. Dus oude machines zijn niet per definitie minder. Uiteraard zie ik aan de andere kant dat de moderne kantpersen veel beter performen door hoekmeting, beveiliging en besturing dan kantpersen van ca. 20 jaar geleden. Daar is een verbeterslag gemaakt. Diverse fabrikanten hebben prima modellen op de markt gebracht die zeer veel beter zijn dan de oude kantpersen.
Ook de slag bij snijlasers is gemaakt: de moderne fiberlasers hebben een enorm hoog rendement ten opzichte van de CO2-lasersnijmachines (ca 35% t.o.v. 10%). Dat is een enorme verbetering en dus moet je zo snel mogelijk van de CO2-lasers af. Ook qua onderhoud en slijtage scoren fiberlasers veel beter. Dit is een voorbeeld waarbij een nieuwe machine ter vervanging van een oud type echt beter is.
Kortom, de vraag is simpel, maar het antwoord niet. Zoals bij veel vragen over duurzaamheid zullen we ook hier de diepte in moeten: je kunt niet stellen dat voor ieder bedrijf slechts één oplossing is.
Wat we wel zien is dat de moderne machines hun verbetering voor een groot deel uit aandrijving, sensoriek en besturing halen. Een kantbank of dieptrekpers is qua mechanische gedeelte vrijwel onveranderd. Ook robots zijn qua mechanisch gedeelte niet veel vernieuwd, hoewel ze betere aandrijvingen hebben en zwaardere lasten aankunnen. Maar bij cobots zie je al dat de robotarm niet spectaculair is veranderd, maar wel de programmering er omheen.
Hier ligt de basis voor het antwoord op de vraag. Echte duurzaamheid begint bij het zoveel mogelijk hergebruiken van bestaande delen. Het mechanische deel van machines kan hergebruikt worden (al dan niet na een revisie) en van nieuwe aandrijvingen en besturingen worden voorzien. Het is al een hele verbetering als delen van de oude machine in de nieuwe machine hergebruikt worden.
Nu zijn er mensen die zeggen: ik koop een nieuwe machine en de oude verkoop ik als tweedehands aan een ander bedrijf. Maar men vergeet dat op deze wijze de oude machine, die minder energiezuinig is, hierdoor nog jaren doorwerkt. Kortom, meer energieverbruik en nieuwe grondstoffen in het totaalplaatje.
Is een gereviseerde tweedehandsmachine nu al een oplossing? Helaas is dat ook niet zo. Immers voor deze oplossing moeten machinebouwers hun machines aan het einde van de economische levensduur terugnemen, reviseren en voorzien van nieuwe aandrijving en besturing. Dan is een nieuwe machine ontwikkelen en bouwen veel en veel leuker. Hier laten we als branche echt kansen vallen! Maar nog steeds is de inzet van nieuwe grondstoffen en nieuwbouw het makkelijkst en dus doet iedereen het. Als grondstoffen schaarser en dus duurder worden, gaan we met z’n allen klagen bij de regering dat die iets moet doen. En als de overheid dan duurzaamheid gaat promoten of zelfs eisen, schieten we weer allemaal in de stress. Want dat was niet de bedoeling. Toch is dat voor de (midden)lange termijn uiteindelijk waar we naar toe moeten. Daar zullen we als bedrijven ook onze verantwoordelijkheid moeten nemen.
Verder geldt nog altijd dat bedrijven die zich het best en het snelst aan de nieuwe realiteit aanpassen, het langst blijven voortbestaan. En dat is echt duurzaamheid.