Weert
26 Jun. 2012
2 minuten
Alle discussies over NedCar ten spijt, heeft de automotive industrie in Nederland wel degelijk toekomst. Met 45 duizend arbeidsplaatsen en 17,5 miljard euro omzet leeft de sector. En deze kan zelfs groeien als je door de hele keten de lean thinking gedachte toepast.
Dat zegt Jan Tulkens, vice president Inalfa Roof Systems Europe. Hij was één van de deelnemers aan een forumdiscussie bij Act-in, een spin-off van Numac die dit najaar op Industrial Automation & Drives (Industriële Week) de complete RTI Suite (Real Time Improvement) aan de Nederlandse industrie presenteert. Met deze softwaretool kunnen industriële bedrijven hun volledige productie tot in het kleinste detail real time monitoren en op basis van deze data tot continue verbeteringen komen.
Act-in profileert zich als een efficiency enabler, voor wie het softwarepakket een gereedschap is om verspilling in de productie op alle vlakken uit te bannen. Inalfa Roof Systems is één van de gebruikers van RTI. In de fabriek in Venray ziet niet alleen het management, maar volgen ook de shopfloor medewerkers hoe de productie vordert en krijgen ze informatie aangeleverd voor verbeterprocessen. Door consequent lean thining principes door het hele bedrijf te hanteren én deze softwaretool te benutten, haalt de producent van schuifdaken voor auto’s momenteel een efficiencygraad in de twaalf productielijnen in Venray van 85 procent. ‘Ons kostenniveau ligt 15 procent onder dat van onze concurrenten’, aldus Tulkens.
Maakindustrie
Hij denkt dat de automotive industrie in Nederland best toekomst heeft. Inalfa laat zien te kunnen concurreren met spelers in andere werelddelen. ‘De maakindustrie en de kenniscentra moeten dichterbij elkaar worden gebracht, zodat je hier producten en processen ontwikkelt, opstart en dan de productie eventueel naar elders in de wereld brengt.’
Inalfa hanteert dit systeem sinds enkele jaren succesvol. De Limburgse onderneming, eigendom van een Chinese investeerder, heeft dit jaar alleen al dertig nieuwe engineers aangetrokken voor de vestiging in Venray. Tulkens gelooft dan ook niet dat de Aziatische producenten West-Europa gaan overspoelen. ‘Het is de uitdaging dat we een onderscheid kunnen maken.’ En dat kunnen ook kleinere toeleveranciers door hun efficiency en kwaliteit te verhogen. Op langere termijn creëer je door verspilling tegen te gaan extra productiecapaciteit zonder extra kosten; op korte termijn breng je vooral je werkkapitaal terug.
Winstexplosie
Jan Thissen, directeur van Act-in en zelf afkomstig uit de automobielindustrie, verbaast zich erover dat industriële bedrijven gemiddeld niet verder komen dan 50 tot 60 procent van hun piekprestaties. Hier ligt in zijn ogen een enorm potentieel. ‘Als je de beschikbaarheid van je lijnen of de kwaliteit of snelheid verbetert, haal je uit dezelfde investering meer output. Je creëert extra omzet met nauwelijks extra uitgaven. Je winst explodeert hierdoor.’
Eriks
Ook Jan van der Zouw, voormalig directeur van Eriks, denkt dat de kracht van de Nederlandse industrie ligt in de combinatie van intelligentie en productiviteit. ‘Daarmee kunnen we een rol spelen in de wereld. Dit programma helpt waarde creëren.’
Ger Camp, oprichter en ceo van Numac, denkt dat de efficiencyverbeteringen in veel meer industrietakken gemaakt kunnen worden dan alleen automotive. ‘Als alle bedrijven 2 procent efficiënter gaan werken, hoeven we in Nederland geen 18 miljard euro te bezuinigen.’