Adoptie van BIM zet door

Foto van: De redactie
Geplaatst door De redactie

De Nederlandse architect is de Europese koploper als het gaat om de adoptie van BIM (Building Information Modeling), oftewel informatie-uitwisseling tijdens de bouwcycles. BIM wordt gezien als de toekomst voor de bouwsector en als de belangrijkste ontwikkeling voor de komende 10 jaar. De volledige transitie zal nog wel even duren, maar de adoptie zet de komende jaren absoluut door.

Dit blijkt uit onderzoek van USP Marketing Consultancy dat in opdracht van Arch-Vision is uitgevoerd onder ruim 1.600 Europese architecten in acht landen. De resultaten werden 20 maart gepresenteerd door Jan-Paul Schop, managing partner van USP Marketing Consultancy op de BIM Praktijkdag. De Nederlandse architect is de Europese koploper als het gaat om de adoptie van BIM. Sinds 2011 is het aantal BIM-gebruikers en de mate waarin BIM wordt ingezet gestaag doorgegroeid. Meer dan de helft van de architecten heeft ondertussen bij één of meerdere projecten BIM toegepast. Onder de Nederlandse architecten die nog geen BIM gebruiken is een aanzienlijk deel dit de komende jaren wel van plan. Alleen bij Duitse architecten is dit aandeel hoger. Maar gezien de achterstand in de huidige adoptie, zal de Nederlandse architect zijn Europese koppositie de komende jaren nog wel vasthouden.

  

Opdrachtgevers

BIM is een methodiek voor informatie-uitwisseling tussen alle betrokken partijen bij de levenscyclus van een bouwwerk. In de praktijk ziet USP Marketing Consultancy terug dat er binnen de bouwsector veel verschillende definities voor BIM of BIMmen worden gehanteerd. Voor veel partijen is ‘iets met 3D’ al BIMmen. Terwijl voor andere partijen pas sprake is van BIM wanneer informatie uit het (intelligente) (3D-)model ook wordt uitgewisseld met externe partijen. Los van de mate waarin BIM wordt toegepast: het belangrijkste voordeel van BIM blijft betere communicatie binnen het bouwproces.

Door BIM kan er intern en extern beter worden samengewerkt, worden verwachtingen beter gemanaged, wordt er hogere kwaliteit geleverd en worden faalkosten sterk gereduceerd. Gezien deze voordelen is het niet vreemd dat architecten ondertussen verzoeken krijgen van opdrachtgevers om met BIM te werken. BIM kan op verschillende niveaus worden gebruikt. De functionaliteiten die vrij gemakkelijk met het 3D-model kunnen worden gerealiseerd, zoals visualisaties, het genereren van tekeningen en clashdetectie, worden over het algemeen als eerste geadopteerd door de BIM-gebruikers. Het levert de gebruiker direct efficiëntere werkprocessen op doordat tekenwerk eenduidige informatie bevat, ontwerpfouten snel kunnen worden opgespoord en de communicatie zowel intern als extern gemakkelijker verloopt. Mogelijkheden als het bepalen van hoeveelheden, 4D (koppeling constructieplanning), 5D (koppeling kosten) en specifieke analysemogelijkheden (duurzaamheid, brandveiligheid, energieprestatie) zijn lastiger te realiseren en vragen daardoor om meer kennis van en vertrouwen in het model.

Als die kennis en het vertrouwen er eenmaal zijn worden steeds meer functionaliteiten geadopteerd. In alle doorgemeten landen wordt dit beeld grotendeels bevestigd door de architect.  

BIM is volgens de meeste Nederlandse architecten de toekomst voor de bouw. Waar in 2011 werd geschat dat het nog ongeveer vijf jaar duurt voordat BIM breed wordt toegepast, ligt die schatting nu zelfs iets hoger op bijna vijf en een half jaar, blijkt uit de cijfers van USP Marketing Consultancy. Tel daarbij op dat we al twee jaar verder zijn en de conclusie is snel getrokken dat de BIM ontwikkeling trager verloopt dan verwacht. Een andere verklaring voor deze ogenschijnlijke vertraging is dat de BIM-gebruikers inhoudelijk steeds beter op de hoogte zijn wat er allemaal met BIM kan en dat het meer is dan ‘iets met 3D’. Architecten zelf zijn misschien de BIM-koploper in de Nederlandse bouwsector, echt BIMmen doe je samen. En die (nieuwe) manier van (samen)werken is vervolgens niet zo één-twee-drie geïmplementeerd. Zo moeten partijen in projecten nog wel eens wat technische problemen omzeilen voor een juiste uitwisseling van informatie onderling. Daarnaast wordt het niveau van BIM beperkt door projectleden die nog niet zo ver zijn. Dat BIM dan ook vaak hand in hand gaat met ketensamenwerking is logisch.

De meest vruchtbare samenwerkingsvorm voor de toepassing van BIM zijn de geïntegreerde contracten. Het zijn de contracten waarbij de opdrachtnemer verantwoordelijk is voor zowel ontwerp als uitvoering. Gevolg is dat de ontwerpende en uitvoerende partijen in tegenstelling tot het traditionele proces al vanaf het begin van het bouwproces samenwerken. En samenwerken, daar draait het om bij ‘echt BIMmen’. In zowel de B&U en GWW sector hebben de geïntegreerde contracten een vlucht genomen. En de verwachtingen zijn dat deze trend zich nog wel even door zal zetten. Met deze ontwikkeling wordt een gunstig klimaat gecreëerd voor meer en intensievere toepassingen van BIM.

  

Voorste coupé

BIM wordt door driekwart van de Nederlandse architecten gezien als één van de belangrijkste ontwikkelingen in de bouw voor de komende tien jaar. Gezien de groeiende adoptie onder architecten, de toenemende vraag onder opdrachtgevers en de toename van geïntegreerde contracten is het duidelijk dat de BIM-trein rijdt. Lang niet alle partijen zitten voorin, maar de voorste coupés worden wel steeds drukker, daarnaast blijven er partijen (achterin) instappen en diverse stations staan al weer vol met wachtende passagiers. En om deze beeldspraak compleet te maken: we mogen trots zijn dat we naar Europese maatstaven beschikken over de snelste en best gevulde trein.