AFM legt Wavin boete op

Het gaat om informatie over een op 3 mei 2009 afgesloten principeakkoord met CVC Capital Partners (CVC), waarin werd afgesproken dat onderhands converteerbare aandelen/obligaties bij CVC zouden worden geplaatst ter waarde van minimaal 125 miljoen en maximaal 175 miljoen euro, met een aanmerkelijke korting op de marktprijs van het aandeel Wavin.

Geruchten

Op 4 mei 2009 begon de koers van het aandeel Wavin sterk te stijgen. Op 5 mei 2009, omstreeks 10.44 uur, wist Wavin dat er geruchten waren in de markt over het principeakkoord met CVC. Ondanks deze wetenschap maakte Wavin de informatie over het akkoord pas om 13.06 uur via een persbericht bekend.

Onverwijldheid

De AFM is van oordeel dat Wavin hiermee niet voldaan heeft aan het criterium van ‘onverwijldheid’. Wavin kon geen geslaagd beroep doen op uitstel van haar verplichting tot openbaarmaking van de koersgevoelige informatie. De Wet op het financieel toezicht (Wft) verplicht uitgevende instellingen om koersgevoelige informatie onverwijld openbaar te maken. Daarmee wordt beoogd het gebruik van koersgevoelige informatie te voorkomen en om de markt transparant te houden.

Beroep

Wavin is het niet eens met de redenering van de AFM en gaat in beroep tegen de boete. De onderneming ziet dit niet als koersgevoelige informatie, omdat het 7 april 2009 al in een persbericht gemeld heeft dat het bezig was met het werken aan oplossingen om de kapitaalstructuur te verbeteren.