De Handelsblatt Jahrestagung Stahlmarkt 2015 brengt elk jaar zo tegen het einde van de winter, als iedereen reikhalzen naar het voorjaar uitkijkt, de top van de staalproducerende en tal van kopstukken uit de staalverwerkende industrie bijeen in Düsseldorf. Ook dit jaar weer. Soms staan er thema’s op de agenda waar je een paar jaar later niemand meer over hoort. Zoals torenhoge legeringstoeslagen. Of complexe financiële instrumenten om je tegen schommelingen op de grondstoffenmarkten in te dekken. Andere onderwerpen komen wel terug. Omdat ze het bestaansrecht van de Europese staalindustrie bedreigen. Energie bijvoorbeeld.
Energie is een punt van discussie. Net zo goed geldt dat voor de emissierechten. Europese politici willen de prijs daarvan opdrijven naar 40 euro per ton. Eder rekent voor dat je daarmee de hele winst van een concern als Voestalpine wegvaagt. ‘Het gaat om het voortbestaan van de industrie. Deze onzekerheid zal ons in de greep houden.’ En dat is in zijn ogen fnuikend voor de totale Europese economie. Want de Europese energie- en klimaatpolitiek remmen de investeringen in de staalverwerkende industrie. Dat merken de staalproducenten al jaren. Europa is niet meer de lucratieve markt van weleer. Dat zal op termijn gevolgen hebben voor de totale industrie.
Daar moet je niet te lichtzinnig over denken, klinkt het in meerdere lezingen. De staalindustrie staat namelijk aan de basis van een belangrijk deel van de maakindustrie. Anders gezegd: de innovatiekracht van de Europese staalfabrikanten stelt eveneens de verwerkende industrie in staat om te innoveren. Maar de Europese staalindustrie dreigt haar koploperspositie te verliezen, waarschuwt Wolfgang Eder. ‘We dreigen die positie te verliezen tegenover de Koreanen, Japanners en zelfs de Chinese concurrentie. Dat is een catastrofe voor alle industrieën die staal als basis hebben.’
De kostenstijging van de CO2-certificaten die de Europese politiek voor ogen heeft, zal de hele EBITDA van de Duitse staalindustrie wegvagen. Voor zijn eigen staalconcern komt dat op 300 miljoen euro per jaar. ‘We moeten concurreren met bedrijven uit landen die dit systeem niet hebben.’ De angst slaat hem wel eens om het hart als hij politici bezig ziet en hoort. ‘Beseft men wel wat nodig is om langdurig voor de industrie te zorgen?’ En als er geen staalproductie in Europa over blijft, verliezen de verwerkende bedrijven een belangrijke partner om hun producten verder te innoveren. ‘ Een staaleconomie is een innovatieve economie’, aldus Goss. Een kwart van de 2.500 staalsoorten die in Europa worden gemaakt, is pas de laatste jaren ontwikkeld.’
Kerkhofff roept op dat de emissierechtenhandel zo wordt ingericht, dat het voor de industrie een realistisch doel blijft. ‘Anders dreigen alleen al voor de Duitse industrie extra lasten in hoogte van 1 miljard euro per jaar.’ Hij is vooral bezorgd over de gevolgen van deze politiek op lange termijn. Dat de overheid met regelgeving bedrijven stimuleert innovatieve, energie- en klimaatvriendelijkere producten te ontwikkelen, vindt hij goed. Maar feit is en blijft dat Duitsland een maakland is. ‘Wij zijn als sector op de verwerking van onze producten aangewezen. En dan zijn deze energie-normen contraproductief, dit al tot verlies van arbeidsplaatsen leiden.’ De staalproducenten bepleiten daarom een aanpassing van het emissierechtensysteem, waarbij ook rekening gehouden moet worden met de stroomproductie door de hoogovens.
‘Dezelfde politici die in 2005 tegen ons zeiden sluit de machinebouw, praten nu over her-industrialisering’, aldus Welcker. De infrastructuur daarvoor ontbreekt echter, op school wordt amper aandacht besteed aan de industrie en een goed, industrievriendelijk energiebeleid is er evenmin. Het politiek denken en handelen is niet gericht op de industrie. ‘Als we daar niet bewust van worden, komt er van herindustrialisering niks en eindigen we als Griekenland.’ En daarmee wordt indirect ook de energiepolitiek van Merkel afgewezen. Andreas Goss vindt eveneens dat de staalindustrie luider moet spreken, maar tegelijkertijd waarschuwt hij ervoor om de baas van een lang te fel van repliek te dienen. ‘We moeten de kritiek doseren en voorzichtig zijn dat we niet als randfiguur worden weggezet, als een industrie die geen rol meer speelt.’
Dat het anders kan, laat ThyssenKrupp Steel Europe zien. Topman Andreas Goss zegt dat het bedrijf samen met het Max Planck Instituut werkt aan het zogenaamde Carbon 2 Care programma, waarmee een CO2-neutrale staalproductie wordt gerealiseerd. Dat doet het Duitse concern door de CO2-uitstoot te gebruiken voor de productie van andere producten. Bovendien moet je niet alleen naar de productie van staal kijken, maar naar wat dit betekent in de hele levensduur van producten. Dat was een punt dat aangestipt werd door Thomas Behr en Karl-Heinz Füller, beiden werkzaam bij Daimler. Zij illustreerden hoe de staalindustrie innovatie in andere sectoren, in dit geval de auto-industrie, mogelijk maakt.
Hadden in 2007 nog veel staalproducenten een marge die net of ruim voldoende was voor een gezonde toekomst, tegenwoordig haalt bijna geen enkele producent die marge nog. Dat liet Karl Köhler, CEO van Tata Steel Europe, zien tijdens de staalconferentie.
Hij verwacht dat de Europese vraag naar staal het komend decennium met gemiddeld 2 procent per jaar toeneemt. De strategie om in zo’n markt succesvol te zijn, is volgens hem je volledig richten op wat de klanten vragen. De vraag dient zich echter aan of dat voldoende zal zijn.
Hans Joachim Welsch, die binnen de Duitse industrieorganisatie BDI de werkgroep grondstoffen leidt, schetste een aantal ontwikkelingen die niet gunstig uitpakken voor de Europese industrie. Zo wordt de Amerikaanse dollar sterker en sterker, wat voor de Europese spelers slecht uitpakt. Daarnaast waarschuwde hij voor de ogenschijnlijke rust op de grondstoffenmarkt. Laat je daardoor niet in slaap sussen, aldus Welsch, de volgende rally in de prijzen komt er aan. Want er is momenteel een koude sanering gaande, waarbij kleine spelers uit de markt worden gedrukt. Bovendien worden door de gedaalde grondstofprijzen nieuwe capaciteitsinvesteringen uitgesteld of geschorst. Dat zal op termijn gevolgen hebben voor de prijzen. De komende jaren moet de industrie rekenen met sterk volatiele prijzen.
Het gebruik van robots in fabrieken over de hele wereld blijft in hoog tempo doorgaan:…
Het aantal vacatures nam in het derde kwartaal af met vijfduizend en het aantal werklozen…
De Koninklijke Marine staat voor de uitdaging om zijn vloot te onderhouden, waar die zich…
Soms sta je raar te kijken. Op een gewone dinsdagochtend zei mijn secretaresse dat ze…
Uit onderzoek van Reichelt Elektronik blijkt dat ruim 45 procent van de bedrijven van plan is binnen…
Jörg Machines, fabrikant van plaatbewerkingsmachines, opent in februari 2025 opnieuw haar deuren voor een exclusieve…