Autofabrieken crashen door tekort aan onderdelen na ramp in Japan

Zo heeft Ford begin deze maand haar fabriek in het Belgische Genk een week stil moeten leggen, werken Opel-fabrieken in Duitsland en Spanje minder, heeft Peugeot een aantal vestigingen in Frankrijk op halve kracht gezet en maakt Jaguar in Groot-Brittannië ook minder auto’s dan normaal.

Elders in de wereld zijn onder meer een fabriek van General Motors in het Amerikaanse Louisiana en een Zuid-Koreaanse fabriek van Renault getroffen.

De autofabrikanten worden daarbij het slachtoffer van hun ‘just-in-time’ systemen, waarbij onderdelen pas op het laatste moment worden aangevoerd en de eigen voorraden niet bestaan of zo laag mogelijk worden gehouden. Vaak gaat het maar om één onderdeeltje dat net uit een Japanse fabriek moet komen die in het rampgebied ligt.

Dieselmotoren

Zo draait het bij Peugeot om een sensor in dieselmotoren en hebben collega’s een tekort aan LCD-schermpjes voor het informatiesysteem in hun auto’s. Autofabrikanten die wel kunnen leveren, hebben weer met een ander probleem te maken: bepaalde kleuren zijn voorlopig niet voorradig omdat daarvoor een pigment nodig is dat slechts door één fabriek in Japan wordt gemaakt.

IHS Automotive

Hoewel een aantal fabrieken inmiddels weer op gang begint te komen, waarschuwt het onderzoeksbureau voor de autosector, IHS Automotive, dat de problemen tegen het eind van de maand erger kunnen worden.

Veel automakers hebben in ieder geval nog onderdelen in de pijplijn, bijvoorbeeld in containers aan boord van zeeschepen. Binnenkort droogt ook die stroom echter op terwijl veel Japanse fabrikanten voorlopig nog niet in staat zullen zijn weer aan hun leveringsverplichtingen te voldoen.

Een aantal fabrieken is vernietigd of niet te gebruiken vanwege stralingsgevaar, andere producenten hebben de grootste moeite om de banden aan de gang te houden vanwege de voortdurende stroomonderbrekingen die Japan nog steeds treffen.