AVIH en FPG vragen meer aandacht voor economische waarde Nederlands hout

Dat bepleiten de Algemene Vereniging Inlands Hout (AVIH) en de Federatie Particulier Grondbezit (FPG) in een open brief aan staatssecretaris Henk Bleker van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I), aan Cees Veerman, voorzitter van de Vereniging tot behoud van Natuurmonumenten en aan Arjen van der Meer (voorzitter van De 12 Landschappen).

De werkgevers in de houtindustrie en de particuliere boseigenaren hebben hun open brief juist aan hen gestuurd, omdat Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten en De 12 Landschappen tot de drie grootste bosbeheerders van Nederland behoren. Zij zetten de toon in beeldvorming en praktijk. In Nederland wordt ongeveer 50 procent van het bosareaal beheerd door overheden, 20 procent door natuurorganisaties en 30 procent door particulieren.

Beleidswijziging

AVIH en FPG bepleiten een snelle beleidswijziging waardoor de economische mogelijkheden van bosbouw beter tot hun recht kunnen komen en het taboe op het doelbewust produceren en oogsten van hout wordt doorbroken. Dat is in andere landen de gewone praktijk. Boseigenaren zouden daardoor minder afhankelijk van overheidssubsidies worden. Juist nu bij financiële tegenwind is dat van belang.

Economisch profijtelijk

In hun open brief nemen de twee organisaties scherp stelling tegen het volgens hen achterhaalde idee dat economisch profijtelijke bosbouw onverenigbaar is met natuurbehoud en milieubeheer. Ze hekelen het kortzichtige natuurbeleid op dit terrein en wijzen op de plicht en de praktijk dat voor elke gekapte boom een nieuwe boom geplant wordt.

Voorts vragen ze aandacht en erkenning voor de belangrijke rol die hout, geheel in lijn met het overheidsbeleid op deze terreinen, als CO2-neutrale grondstof speelt en voor de veel grotere mogelijkheden die hout als biomassa zou kunnen spelen bij het opwekken van duurzame energie.

Nederlands hout

Aan het slot van hun brief roepen de particuliere boseigenaren en houtbewerkers met name staatssecretaris Bleker op om in actie te komen en de verstarde verhoudingen in de Nederlandse bosbouwwereld te doorbreken: ‘Het is tijd voor een nieuwe, moderne, nuchtere en zakelijke aanpak. De staatssecretaris kan daarbij een belangrijke rol spelen en ervoor zorgen dat we in Nederland door het bos de bomen weer gaan zien. Door het vitale belang van Nederlands hout ronduit te onderschrijven en voortaan als uitgangspunt te nemen, kan er een omslag in het bosbeleid tot stand komen.’