AWVN: ‘Hoge loonstijgingen niet in lijn met productiviteitsverbetering’

Foto van: De redactie
Geschreven door De redactie

De aanhoudende druk om lonen flink te laten stijgen in combinatie met vrees van werkgevers om onvoldoende aantrekkelijk te zijn op de arbeidsmarkt, zet de betaalbaarheid van loonstijgingen onder druk. Die waarschuwing geeft werkgeversvoorman Raymond Puts van AWVN bij de presentatie van de tussenevaluatie van het cao-jaar 2024. ‘Het moet veel meer gaan over verhoging van de productiviteit, het verdienvermogen.’

Foto: AWVN

Volgens Puts is er alle reden om bezorgd te zijn over de economische ontwikkelingen in Nederland. Nederland daalt al op de ranglijst van landen met de meeste concurrentiekracht. Diverse onderzoeksrapporten wijzen op verslechtering van het vestigingsklimaat en op de teruglopende beschikbaarheid van middelen om te investeren en te innoveren, met name in het mkb.

Productiviteit verhogen

‘In het cao-overleg gebeurt nu het volgende’, zegt Puts. ‘Vakbonden willen nog steeds koopkrachtverbetering, maar kijken onvoldoende naar de draagkracht van bedrijven en sectoren. Werkgevers hebben de neiging tot op zekere hoogte mee te gaan in die wens, want op de krappe arbeidsmarkt vrezen ze onvoldoende aantrekkelijk te worden voor werknemers ten opzichte van andere sectoren en bedrijven. Tegenover de afgesproken hoge loonstijgingen staat echter onvoldoende verbetering van de productiviteit. Daardoor komen winstgevendheid en investeringsvermogen onder druk te staan en wordt op termijn de betaalbaarheid van de lonen een probleem. De enige uitweg is dan het verhogen van de prijzen om meer inkomsten te genereren, maar dat zorgt weer voor oplopende inflatie. De echte oplossing ligt in verhoging van de productiviteit, namelijk slimmer en efficiënter werken.’

Gemiddelde loonafspraak cao-jaar 2024

De tussenevaluatie van AWVN laat zien dat de gemiddelde loonafspraak in de driehonderd in 2024 afgesloten cao’s op 5,7 procent uitkomt. In 2023 was dat 7,1 procent. De dalende trend in de loonafspraken werd vorige zomer ingezet. Opvallend is verder dat er meer dan in afgelopen jaren afspraken worden gemaakt over zaken als werk-privébalans en ontwikkelingsmogelijkheden voor medewerkers, maar niet of nauwelijks afspraken over de verhoging van de productiviteit.

Verder worden er nog steeds opvallend veel afspraken gemaakt voor gedifferentieerde loonstijgingen: werknemers in lagere loonschalen krijgen er dan meer bij dan collega’s in hogere loonschalen. Puts: ‘Daardoor komen die loonschalen dichter bij elkaar. Dat kan zo ver gaan dat junioren hetzelfde salaris hebben als senioren, of dat medewerkers bijna evenveel verdienen als hun leidinggevende. Het effect is dat er minder prikkels zijn voor medewerkers om promotie te maken en dat loonverhoudingen uit balans raken.’

Maatregelen voor productiviteitsverbetering

Puts hoopt dat in de tweede helft van 2024 en in 2025 het gesprek tussen vakbonden en werkgevers veel meer zal gaan over duurzame inzetbaarheid, arbeidstijden, digitalisering en andere maatregelen om de krapte op de arbeidsmarkt aan te pakken. Bovenaan zijn wensenlijst staan maatregelen om de productiviteit in bedrijven te verbeteren. AWVN moedigde onlangs op het eigen jaarcongres werkgevers én werknemers aan om te experimenteren met kunstmatige intelligentie. Die nieuwe technologie heeft volgens Puts de potentie om de Nederlandse economie hoog in de mondiale ranglijsten te houden en kwalitatief hoogwaardig werk voor Nederland te genereren. ‘Maar dan moeten werkgevers en werknemers er wel mee aan de slag.’

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Reacties (1)

  1. Raymond Puts, voorman van werkgeversorganisatie werkgeversvereniging AWVN, kwam met een Al Gore-achtige boodschap aan het begin van deze week. De groei van de productiviteit houdt de loongroei niet bij en dat is al een hele tijd zo. Hiermee wordt een ‘ongemakkelijke waarheid’, die in tijden van inflatie al helemaal lastig is om uit te leggen, blootgelegd.

    Van heinde en verre buitelden economen en werknemersorganisaties zich afgelopen week over hem heen. Gewapend met allerlei gelegenheidsstastieken en niet relevante economische indicatoren en volledig in de ontkenning. Het gevecht om de verdeling van de koek is weer in volle hevigheid losgebarsten.

    Maar wordt het geen tijd om de koek met elkaar groter te maken?

    Cijfers van het CBS laten zien dat de arbeidskosten per medewerker over de hele linie vanaf 2001 tot 2022 met 55 procent zijn gestegen. De arbeidsproductiviteit is daarentegen van 2000 tot 2022 met 17 procent gestegen. Dat is voor beide partijen in de polder geen goed nieuws, hoe je het ook wendt of keert.

    Het lijkt mij een goed idee om de verhoging van CAO-lonen te koppelen aan de ontwikkeling van de arbeidsproductiviteit, in plaats van de inflatie.
    Dat dwingt ons namelijk, met z’n allen, om te kijken naar hoe wij de maatschappij kunnen inrichten op het productiever maken van het bedrijfsleven. Want volgens mij zijn we het er allemaal wel over eens dat de maatschappij draait op ondernemerschap toch? Laten we daar dan in investeren. De volgende zaken zijn er dan zeker nodig:

    1. We moeten meer investeren in onderwijs. Zeker in het beter laten aansluiten van onderwijs op wat er nodig is qua leiderschap, houding, competenties en gedrag in productieve bedrijven is heel hard nodig.
    2. We zullen veel moeten investeren in wetenschap en innovatie. Hierbij kunnen we betekenisvolle keuzes maken. Ook het aansluiten van wetenschap op onderwijs en bedrijfsleven is een belangrijke opgave.
    3. We moeten bedrijven van binnenuit gaan professionaliseren. Dat geeft meer productiviteit en daadkracht. Bedrijven zullen hierin ook meer zelf moeten investeren, maar dat kan ook als ze productiever worden.
    4. We moeten oog blijven houden voor zaken die lastig productief te krijgen zijn maar wel van groot belang zijn voor de maatschappij. Ook zullen we deel van de opbrengsten uit een veel productievere economie moeten reserveren als ‘schokbreker’ voor tegenvallers.

    Het effect zal zijn dat we samen de koek groter gaan maken, omdat de belangen van zowel werknemers als werkgevers met elkaar in overeenstemming worden gebracht. Wanneer gaan we dit doen?