Bedrijven houden werk in Nederland en buitenlandse activiteiten worden teruggehaald

Foto van: De redactie
Geplaatst door De redactie

Een meerderheid van de bedrijven in Nederland heeft geen activiteiten naar het buitenland verplaatst en is ook niet van plan om dat te gaan doen (65%). Ook is er een toename te zien in het aantal activiteiten dat wordt teruggehaald. Door het verplaatsen van werk naar het buitenland worden echter wel alle lagen van de bevolking geraakt, zowel hoogopgeleide werknemers als mensen die goedkopere arbeid verrichten.

Dit blijkt uit onderzoek dat de Nyenrode Business Universiteit in opdracht van het ministerie van Economische zaken heeft uitgevoerd naar het verplaatsen van activiteiten naar het buitenland. De belangrijkste reden voor het verplaatsen van activiteiten naar het buitenland ligt voor bedrijven in kostenbesparing gevolgd door behoud of verbeteren van concurrentievermogen.

Hogere kosten

In vergelijking met eerder onderzoek is er een toename te zien in het aantal activiteiten dat wordt teruggehaald (17%). Redenen daarvoor zijn het feit dat offshoring moeilijk te managen is en dat kosten hoger uitvallen dan verwacht. Ook spelen onvoldoende kwaliteit van producten en diensten geleverd op de buitenlandse locatie en de lagere arbeidsproductiviteit in vergelijking met Nederland een rol.

Volgens Van der Hoeven toont het onderzoek aan dat  het ondernemingsklimaat in Nederland positief gewaardeerd wordt door bedrijven en daarom een aanzienlijk aantal bedrijven besluit niet te verplaatsen danwel de activiteiten weer terug naar Nederland te halen.’Dat is een goed teken en geeft aan dat we een concurrerend vestigingsklimaat hebben. Dit wordt nog eens ondersteund door de stijgende lijn in het percentage eerder verplaatste activiteiten dat terug naar Nederland wordt gehaald.’ De minister wijst er echter op dat internationalisering en het verplaatsen van activiteiten hand in hand gaan. ‘Nederland wil graag dat onze bedrijven internationaal actief zijn en hun blik naar buiten richten. Dat is goed voor onze economische ontwikkeling en de kracht van de bedrijven zelf.’

Aantrekkelijkste landen voor bedrijven die al activiteiten verplaatst hebben zijn naast India en China, de VS en Duitsland en voor bedrijven die binnenkort van plan zijn activiteiten te verplaatsen staan Duitsland (13%) en België (12%) boven aan de lijst. De angst dat alle activiteiten naar zogenaamde lage inkomenslanden verplaatst worden, is dus niet terecht.

Groeibedrijven  

Van der Hoeven wijst erop dat bedrijven die activiteiten verplaatsen naar het buitenland, vaak de groeibedrijven van de Nederlandse economie zijn. ‘Uit onderzoek van Nyenrode uit 2006 blijkt bijvoorbeeld dat bedrijven die activiteiten verplaatsen, door die groei ook banen creëren. Zowel hoogwaardige als goedkopere arbeid. Daarnaast zijn er ook veel buitenlandse bedrijven die investeren in Nederland, juist door een goed opgeleide bevolking en een economie die zich weet te onderscheiden. Dat levert Nederland ook banen op bijvoorbeeld op het gebied van onderzoek en ontwikkeling.’

Volgens de minister heeft Nederland er dan ook alle belang bij om zicht te richten op investeringen in kracht en weerbaarheid. ‘De Nederlandse economie profiteert in hoge mate van andere landen die activiteiten naar ons verplaatsen. Open grenzen en een internationaal actief bedrijfsleven zorgen ervoor dat Nederland economisch sterker wordt. Om banen te behouden, moet Nederland daarom niet het verplaatsen van activiteiten tegenhouden, maar meer investeren in de brede weerbaarheid van de economie doormiddel van onderwijs en innovatie.