‘Al enkele maanden is er een neergaande trend te zien in de industrie-index NEVI PMI. De groei in de industrie loopt terug. Zeker. Niettemin zijn de perspectieven voor het komend jaar goed te noemen. Dit wordt verklaard enerzijds door de goed gevulde pijplijn. Bedrijven hebben volop werk, ook de komende maanden.’
Dit concludeert Arjan van Weele, NEVI hoogleraar Inkoopmanagement TU Eindhoven naar aanleiding van de NEVI PMI industrie-index van november. Van Weele vraagt zich af: ‘Onze industrie heeft vertrouwen in de nabije toekomst als gevolg van nieuwe producten die ze op de markt brengen, de goede exportkansen die zij zien en de investeringen die zij in uitbreiding van hun capaciteit hebben gepleegd. Als ondernemers in de Nederlandse industrie somber zijn is het over de lange levertijden en slechte leveringsbetrouwbaarheid van de materialen die ze nodig hebben. Sommige bedrijven voeren aan dat de lage waterstanden in onze rivieren de aanvoer van grondstoffen nu duidelijk bemoeilijken.’
NEVI PMI
De NEVI PMI daalde van 57,1 in oktober naar 56,1 in november, wat de kleinste verbetering weergeeft sinds oktober 2016. Onze PMI doet het goed ten opzichte van ons omringende landen. De eurozone kwam uit op een waarde van 52,0, de Verenigde Staten rapporteerden een waarde van 55,7 en China kwam uit op 50,1.’
De toeneming van de productie was de kleinste sinds september 2016 en de groei van de werkgelegenheid bereikte het laagste niveau in achttien maanden. Het aantal nieuwe orders steeg opnieuw, maar deze stijging was vergelijkbaar met die van oktober toen het laagste niveau in vijfentwintig maanden werd bereikt. Wel namen de exportorders sterker toe, wat deels werd toegeschreven aan de vraag uit Azië.