Belastingaangifte doen? 5 tips

Eenmanszaken, vennootschappen onder firma (vof), maatschappen en commanditaire vennootschappen hebben te maken met de inkomstenbelasting. Tussen 1 maart en 1 mei is het mogelijk om belastingaangifte te doen voor de inkomstenbelasting over het voorafgaande jaar. Het is mogelijk om vóór 1 mei uitstel vragen tot 1 september.

Privégegevens worden ingevuld door De Belastingdienst, het zakelijke deel van de aangifte vult een ondernemer zelf in. Hierbij kunnen aftrekposten en regelingen worden aangewend om minder inkomstenbelasting te betalen. De getoonde bedragen gelden voor (de aangifte over) het jaar 2023. 

Aandachtspunten

• Belastingaangifte doen is mogelijk tot 1 mei. Bij aangifte voor 1 april , volgt voor 1 juli bericht over eventuele geldteruggave of betaling. Bij een negatief inkomen in 2023 verrekent de Belastingdienst dat met de inkomen van de drie voorgaande jaren en is het mogelijk om geld terug te krijgen.  De Belastingdienst vergelijkt eerst met drie jaar geleden, dus 2020. En bij meer verlies dan winst in 2020 vergelijkt de Belastingdienst met 2021 en eventueel 2022.
• Middeling aanvragen kan geld schelen. Waren er in 2023 minder verdiensten dan in 2021 en 2022? Dan kun het gemiddelde inkomen over die drie jaren worden berekend. Is de belasting voor het gemiddelde inkomen lager dan in de afzonderlijke jaren en het verschil groter dan 545 euro? Dan is het mogelijk belasting terug te krijgen. Middeling kan maar één keer per jaar gebruikt worden. De middelingsregeling gaat verdwijnen. De laatste jaren waarover deze regeling is toe te passen zijn die in het tijdvak 2022 tot en met 2024.

KVK geeft vijf tips aan ondernemers bij het doen van hun belastingaangifte:

1. Ondernemersaftrek en MKB-winstvrijstelling

Bij de online aangifte is de Ondernemerscheck van de Belastingdienst te gebruiken. De check behandelt vragen als: Moet er aangifte gedaan worden als ondernemer? Moet het winstgedeelte ingevuld worden? Is er recht op ondernemersaftrek en andere aftrekposten?

De ondernemersaftrek is een bedrag dat wordt afgetrokken van de winst. Ondernemersaftrek kan uit verschillende onderdelen bestaan. Ondernemers die volgens de voorwaarden van de inkomstenbelasting ondernemer zijn komen in aanmerking. Ook moet worden voldaan aan het urencriterium waarbij een ondernemer minimaal 1.225 uur aan het bedrijf besteedt.

• De zelfstandigenaftrek is een jaarlijkse aftrek van een vast bedrag. De Startersaftrek is een extra aftrek in drie van de eerste vijf jaar van de onderneming.
• WBSO staat voor Wet bevordering Speur en Ontwikkelingswerk. Het is een aftrek voor onderzoekswerk bij innovatie.
• De stakingsaftrek is een aftrek van een vast bedrag wanneer iemand met het bedrijf stopt.

Door de MKB-winstvrijstelling mogen ondernemers nog veertien procent aftrekken van de winst af na ondernemersaftrek. In 2024 is dat 13,31 procent. Voor de MKB-winstvrijstelling geldt het urencriterium niet. Wel moet iemand ondernemer zijn volgens de voorwaarden van de inkomstenbelasting.

2. Investeringsaftrek en afschrijven

Bij investeringen in bedrijfsmiddelen kan men via de Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek een bedrag van de winst aftrekken. De regeling geldt als een ondernemer in een boekjaar meer dan 2.600 euro (2024: 2.800 euro) investeert en per bedrijfsmiddel minimaal 450 euro. Daarnaast kunnen bedrijfsmiddelen worden afgeschreven. De kosten van bedrijfsmiddelen worden verdeeld over het aantal jaren dat ze zijn gebruikt. In 2023 is er een eenmalige regeling willekeurige afschrijving. Op bedrijfsmiddelen die onder deze regeling vallen, mogen ondernemers in 2023 maximaal vijftig procent willekeurig afschrijven. Op het restant wordt de normale afschrijving toegepast. Voor starters geldt een speciale regeling. Onder voorwaarden bepalen zij zelf het tempo en bedrag van afschrijven. 

3. Zakelijk vermogen

Het saldo van de zakelijke bankrekening hoort op de balans van de onderneming. Het gaat dan om geld dat nodig is als werkkapitaal of voor een investering. Het telt niet mee voor het vermogen van een ondernemer in box 3. Box 3 belast privévermogen boven de vrijstelling van 57.000 euro per persoon. Dat bedrag geldt in 2023 en in 2024. Extra liquide middelen die blijven staan, moet men wel van zakelijk naar privé halen.

4. Kostenaftrek voor gemengde kosten

Voor kosten voor relatiegeschenken, studiereizen en congressen, voor zakenlunches of een consumptie geldt dat in 2023 alleen het bedrag boven de drempel van 5.100 euro aftrekbaar is (5.600 euro in 2024). Ook is het mogelijk om tachtig procent van de door de ondernemer gemaakte gemengde kosten af te trekken. Men heeft dan niets met de drempel te maken. Lees meer over de aftrek van kosten.

5. Toeslagen

Een toeslag is een tegemoetkoming in de kosten die in een specifieke situatie geldt. Er zijn toeslagen voor de huurkosten van een woning, zorgtoeslag, kindgebonden budget en kinderopvangtoeslag. Het inkomen bepaalt de hoogte van de toeslag. Voor de eerste drie toeslagen telt het vermogen ook mee. Bij gebruik van de ondernemersaftrek is het toetsingsinkomen lager. Een ondernemer komt dan eerder in aanmerking voor een toeslag. Meer informatie en een proefberekening zijn te vinden op toeslagen.nl.