Om werknemers beter te beschermen tegen kunstmatige optische straling zoals van laserbronnen is op 27 april het arbeidsomstandighedenbesluit aangepast.
Daarmee wordt uitvoering gegeven aan de Europese richtlijn 2006/25/EG over kunstmatige optische straling. Deze Europese Richtlijn vult op dit onderwerp verder de Arbeidsomstandighedenwet in. Bedrijven, die werken met kunstmatige bronnen van optische straling zoals laserbronnen, booglasprocessen en ovens moeten vanaf 27 april voldoen aan de Europese richtlijn 2006/25/EG .
Een deel van de bepalingen uit deze richtlijn is op zich niet nieuw en maakt al onderdeel uit van de huidige arbeidsomstandighedenwet. Nieuw is dat de blootstelling aan kunstmatige optische straling wettelijk gezien beoordeeld kan worden aan de hand van grenswaarden met een hoog beschermingsniveau.
De gewijzigde bepalingen van het arbeidsomstandighedenbesluit zijn nu dus in werking getreden zoals dat in februari in de Staatscourant was gepubliceerd.
Straling
Kunstmatige optische straling is kunstlicht met een grote intensiteit zoals laserlicht, het licht van een lasapparaat of de infraroodstraling uit een oven. Blootstelling aan kunstmatige optische straling kan schadelijk zijn voor onder andere huid en ogen. De belangrijkste niet-omkeerbare effecten zijn huidkanker, cataract (staar) en beschadiging van het oognetvlies.
Kunstmatige bronnen van optische straling worden in veel verschillende branches toegepast. Hieronder vallen onder meer UV- en laserbehandelingen in de gezondheidszorg, las- en snijprocessen in de metaalindustrie en diverse droog-, desinfectie- en reinigingsprocessen.
Industriële bedrijven die lasersnijden, laserlassen of andere laserproductieprocessen toepassen, kunnen hierbij ondersteund worden door het Laser Applicatie Centrum.