Bespaar flink op (tl-)verlichting

Oude tl-verlichting herkent u aan de dikke T8-buizen, een elektromagnetisch voorschakelapparaat en de traditionele starter. De buizen hebben een relatief hoog vermogen, bijvoorbeeld 58W. Moderne systemen hebben dunnere T5-buizen met in verhouding een lager vermogen, een elektronisch voorschakelapparaat en geen starter.

Stuk zuiniger

Hoogfrequente tl-verlichting (HF) is zo’n 40 procent zuiniger in energieverbruik. Een oude 58W/T8 lamp met een voorschakelapparaat van 12W heeft eenzelfde lichtopbrengst als een hoogfrequente 35W/T5 lamp met een elektronisch voorschakelapparaat van 4W. Bij een oppervlakte van 250 vierkante meter (kosten grofweg € 10 per vierkante meter2) betekent dit, bij een besparing van 40 procent, maar liefst duizend euro per jaar. Dit meldt energiecentrum op haar website.

Beter licht en dimbaar

Hoogfrequente verlichting flikkert minder. Dat komt doordat de frequentie van de spanning wordt verhoogd van 50 naar 30.000 Hz. Het lichtbeeld is daardoor veel rustiger, wat zeker prettig is in kantoren. HF-verlichting geeft winkels vaak een betere, meer moderne uitstraling. HF-verlichting is bovendien dimbaar. Daarmee kunt u deze afstemmen op het daglicht. Besparingen tot zelfs wel  80 procent zijn zo goed mogelijk.

Bovendien: hoogfrequente lampen gaan langer mee. Het aantal branduren is ruim 50% meer dan bij conventionele verlichting. Dat bespaart dus kosten voor lampen en uren voor de vervanging.

Investeren loont

Investeren in hoogfrequente tl-verlichting loont. Zeker in geval van nieuwbouw of vervanging van de huidige installatie. De armaturen zijn wat duurder, maar er zijn minder armaturen nodig voor dezelfde lichtopbrengst en ze verbruiken een stuk minder energie. De terugverdientijd van uw investering ligt voor winkels en kantoren tussen de twee en drie jaar. Deze terugverdientijd wordt korter als u gebruikmaakt van beschikbare subsidies. Omdat de HF-installatie zo’n vijftien jaar langer meegaat, kan dit voordeel oplopen tot enkele tienduizenden euro’s.

T5-lampen in bestaande armaturen

Sommige fabrikanten bieden een oplossing voor toepassing van energiezuinige T5-lampen in combinatie met conventionele voorschakelapparatuur. Door gebruik te maken van speciale adapters of zelfs een compleet hulparmatuur kunnen T5-lampen in de bestaande armaturen. De besparing is ook hier 30 tot 40%. Welke oplossing voor u bruikbaar is, hangt af van specifieke omstandigheden. Bijvoorbeeld of er voldoende inbouwruimte in de armaturen is en of de verlichting vaak aan- en uitgeschakeld wordt.

HF-verlichting is op veel plaatsen te koop. Vaak loont het een verlichtingsplan te laten maken. Bedrijven die u hierbij kunnen helpen vindt u bij Energiechannel, een website die vraag en aanbod in deze markt bij elkaar brengt.

Energiesubsidies

De overheid stimuleert energiezuinig ondernemen. Hiervoor zijn er energiesubsidies en fiscale regelingen in het leven geroepen. Deze subsidies bieden u financieel voordeel en verlagen uw kosten. De belangrijkste regeling is de Energie-investeringsaftrek (EIA). Hiermee kunt u maar liefst 44% belastingvoordeel behalen. Een andere belangrijke subsidie is de Energie Onderzoek Subsidie (EOS). De EIA is een waardevolle stimuleringsregeling voor elke ondernemer die energiebesparingactiviteiten uitvoert. Om in aanmerking te komen voor de EIA is het van belang dat de ondernemer kan aantonen dat hij met zijn investering energie bespaart en dat hij voldoet aan de eisen die de EIA stelt. De EIA is bedoeld voor ondernemers die investeren in energiebesparende technieken en de toepassing van duurzame energie in hun onderneming. Door de EIA leveren dergelijke investeringen u als ondernemer dubbel voordeel op. Niet alleen bespaart u op uw energiekosten, u betaalt ook minder inkomsten- of vennootschapsbelasting. In 2006 kwamen 91procent van de aanvragen uit het MKB.

De EIA levert u een extra aftrekpost op voor uw fiscale winst. De aftrek in 2008 bedroeg 44 procent. In 2007 leverde de EIA uiteindelijk een netto-voordeel op van ongeveer 11 procent van de investeringskosten. Dit is afhankelijk van de hoogte van de inkomsten- of vennootschapsbelasting.