In de brandbrief van 15 juli aan ECHA gaan de drie er van uit dat Chroom VI-verbindingen in de toekomst alleen nog voor toepassingen waar geen bewezen alternatief voor is, zullen worden toegestaan na autorisatie. Een belangrijk punt in de briefwisseling van 28 juli tussen ECHA en de drie is de duur van de autorisatie voor het gebruik van Chroom VI-verbindingen. De Europese Commissie moet voor het eind van dit jaar een besluit nemen over de lengte van de autorisatieperiode voor onder andere Chroom VI voor bedrijven. Panteia rekende in de brandbrief al de economische effecten door voor alle 28 Europese landen. ‘Bij zeven jaar autorisatie dreigt een verlies van 94.942 banen in Europa, bij slechts vier jaar autorisatie loopt dat op tot 304.997 banen.’
In de brief aan ECHA stellen de drie als eerste punt het aantal autorisatiemogelijkheden die bedrijven wordt geboden ter discussie. Het betreft hier de opmerking van ECHA, dat naar haar mening op bladzijde 10 van de studie vermeld staat dat een autorisatie maar één keer verleend wordt . De drie schrijven naar aanleiding van deze opmerking: ‘Zowel Panteia als de onderzochte bedrijven zijn bekend met de mogelijkheid voor verlenging van autorisatie. Panteia heeft de onzekerheid en de daaruit voortvloeiende macro-economische effecten onderzocht die bedrijven en hun klanten direct ondervinden bij het niet verlenen van autorisatie of voor een periode van: vier, zeven of twaalf jaar. Onzekerheid ontstaat opnieuw, zodra bedrijven en hun klanten na verleende autorisatietermijnen opnieuw autorisatie aanvragen. Op dat moment lopen aanvragers opnieuw het risico van omzetverlies. Er ontstaat een cumulatief negatief effect bovenop de berekende directe macro-economische effecten. Panteia heeft dit cumulatieve omzetverlies bewust niet meegenomen in de berekeningen’, stellen de drie in de brief aan ECHA
De brief van ECHA was voor Panteia aanleiding om dit punt in het rapport zelf te verduidelijken. Dit is gedaan door middel van het toevoegen van een korte toelichting. De analyse en conclusies van het rapport blijven onveranderd.
Het tweede punt betreft de autorisatiekosten. ECHA noemt de autorisatiekosten en stelt dat Panteia rekening zou moeten houden met een spreiding van autorisatiekosten over de geautoriseerde jaren. De drie stellen nu dat deze autorisatiekosten macro gezien zeer beperkt zijn ten opzichte van de berekende macro-economische effecten en hebben in die zin daar dan ook nauwelijks invloed op. Deze kosten zijn dus in het geheel niet in de berekening meegenomen. Deze opmerking leidt dus niet tot een aanpassing van het rapport. Overigens zijn de door ECHA genoemde bedragen voor een MKB bedrijf wel serieuze kosten.’
Als derde punt stelt ECHA dat Panteia enkele methodologische aspecten niet heeft meegenomen bij de aanpak. Hiervoor zijn enkele goede redenen aan te geven. Een van de punten die de drie organisaties aanstippen, is de gezondheidswinst van een eventueel verbod op Chroom VI in de maakindustrie. In de reactie schrijven de organisaties dat de gezondheidswinst op dit moment zwaar wordt overschat. ‘De belangrijkste reden hiervoor is dat niet 916.000 werknemers worden blootgesteld aan Chroom VI maar ongeveer 50.000 (een factor 20 lager). Het lijkt dus logisch dat deze cijfers worden gebruikt in plaats van de (zeer oude) cijfers uit Carex’, stellen de drie.
In het slotbetoog stellen FME, Koninklijke Metaalunie en Vereniging ION dat ze deze studie zijn gestart vanuit hun rol en verantwoordelijkheid als brancheverenigingen. ‘We zijn geen partij in een autorisatieaanvraag maar willen bijdragen aan de continuïteit van de maakindustrie in Nederland, waarbij goede milieu- en arbeidsomstandigheden een voorwaarde zijn. Ons doel was de Europese Commissie inzicht te bieden in de macro-economische gevolgen van de huidige autorisatieaanvragen van Chroom VI-verbindingen’.
‘We zijn ons bewust van de risico’s van het gebruik van Chroom VI-verbindingen en pleiten voor vervanging waar dat kan. Waar vervanging niet mogelijk is, moet autorisatie worden verleend. Het Panteia rapport laat zien dat het belangrijk is dat autorisatie wordt verleend voor lange periodes. We pleiten voor twaalf jaar of langer. Daarbij zijn we er van overtuigd dat bedrijven vanwege: de toegenomen kennis bij werkgevers en -werknemers, toegenomen beschermingsniveau voor Arbo en milieu & betere stand van de techniek tegenwoordig veilig met Chroom VI-verbindingen kunnen werken. We denken zelfs dat we dit type werkzaamheden beter onder gecontroleerde omstandigheden in Europa kunnen uitvoeren, dan Chroom VI-behandelde producten te importeren uit landen met een lager beschermingsniveau en minimale handhaving door de overheid. Het zou een goede zaak zijn als de REACH-regels dit effect sorteren.’
European Chemicals Agency – ECHA
De volledige inhoud van de brief aan ECHA:
Reactie van FME KMU ION aan ECHA. |
Het gebruik van robots in fabrieken over de hele wereld blijft in hoog tempo doorgaan:…
Het aantal vacatures nam in het derde kwartaal af met vijfduizend en het aantal werklozen…
De Koninklijke Marine staat voor de uitdaging om zijn vloot te onderhouden, waar die zich…
Soms sta je raar te kijken. Op een gewone dinsdagochtend zei mijn secretaresse dat ze…
Uit onderzoek van Reichelt Elektronik blijkt dat ruim 45 procent van de bedrijven van plan is binnen…
Jörg Machines, fabrikant van plaatbewerkingsmachines, opent in februari 2025 opnieuw haar deuren voor een exclusieve…