Tijdens de persconferentie van de Hannover Messe werd duidelijk dat de Nederlandse maakindustrie steeds nadrukkelijker de focus legt op de mogelijkheden in Duitsland. Vorig jaar waren we partnerland en toonde de Nederlandse maakindustrie zich in haar volle glorie. Amper een jaar later is de oppervlakte waarmee Nederlandse bedrijven in hal 4 (Industrial Supply) zich willen laten zien wederom gegroeid.
Het is goed om te zien dat dit jaar op jaar groter wordt. Maar zoals Nevat-directeur Theo Koster tijdens de persconferentie terecht opmerkte: het gaat uiteindelijk wel om de business. Daarvoor staan de maakbedrijven in Hannover er, niet om minder maar om meer.
Het oppervlakte dat door Nederlandse bedrijven in hal 4 wordt bezet is in drie jaar tijd bijna verdubbeld. In 2013 lag dit op 650 vierkante meter, vorig jaar liep dit door naar 1.250 en voor dit jaar staat de teller op 1.290 vierkante meters. Dat is opvallend, omdat de ruimte van een partnerland in het jaar daaropvolgend drastisch minder is. Nederland is dus hierin een positieve uitzondering.
En het beursterrein, in elk geval diverse gedeelten van vooral hal 2 en hal 4, zullen straks in april weer ‘strak in het oranje staan’. In totaal zullen 180 Nederlandse bedrijven zich presenteren. De meeste staan in de diverse collectieven die er zijn.
Wat hierbij goed is om te zien, is dat het gezamenlijk optrekken zich doorzet. Organisaties als Nevat (FME), Koninklijke Metaalunie, Mikrocentrum en Brainport Industries hebben de weg naar elkaar gevonden en opereren als een echt ‘maakcollectief’. En dat is goed. Goed voor de industrie, goed voor de BV Nederland.
In elk geval is de beurs der beurzen, als we kijken binnen de maakindustrie, jaarlijks goed voor ruim 200.000 bezoekers uit circa honderd verschillende landen en er worden welgeteld 4.2 miljoen beurscontacten gelegd.
En dat deze leiden tot business, zal u niet vreemd overkomen.
Rolf Elling, hoofdredacteur
Reageren?
E-mail: rolfelling@vraagenaanbod.nl
Twitter: @VenA_Rolf
Facebook: www.facebook.com/vraagenaanbod