Deventer
9 feb. 2015
1 minuut
De agenda Topsectoren 2015 is recent bekend gemaakt. De Nederlandse toppositie is niet vanzelfsprekend en Nederland moet er dan ook alles aan doen om concurrerend te blijven. En dat doen ‘we’. Ondernemers, onderzoeksinstellingen en overheden pakken dit gezamenlijk op. En dat is een prima zaak.
Het betekent in elk geval dat we flink ons best moeten blijven doen om duurzame economische groei mogelijk te blijven maken.
Er zal binnen de topsectoren de komende jaren worden ingezet of vijf hoofdthema’s. Dat zijn: kennis en innovatie, human capital, internationaal, regeldruk en maatschappelijke aspecten. Het is een gezamenlijk product van de negen topsectoren.
Bovendien gaat er naast de inzet op de genoemde vijf hoofdthema’s, extra aandacht uit naar innovatie-agenda’s 2016-2019, startups, regio, communicatie en als laatste het item toekomst en organisatie. Deze innovatie-agenda’s moeten nog wel worden ingevuld. Het rapport even snel doornemend laat zien dat er nog veel in het verschiet ligt.
Maar dat er ook nog veel werk moet worden verricht. De eerste indruk is overigens wel dat er ruim voldoende tijd wordt gestoken in, en belangstelling is voor, het industriële midden- en kleinbedrijf.
En dat is toch weleens anders geweest, daar heb ik al vaker mijn mening over gegeven in deze rubriek. Het begint er nu evenwel op te lijken.
Alleen moet het binnen dergelijke clusters van partijen, die actief zijn binnen de bepaalde speelvelden, soms over te veel schijven. Dit kost in sommige gevallen onnodig veel tijd, waardoor de concurrentie dan weer de gelegenheid krijgt hierop in te spelen. En dat zou in deze specifieke gevallen gewoon jammer zijn, toch?
Maar goed, in de meeste gevallen moet het inhoudelijk natuurlijk wel even goed worden vastgelegd om uiteindelijk te komen tot een gewenst resultaat. En daar gaat het om.
Rolf Elling, hoofdredacteur
Reageren?
E-mail: rolfelling@vraagenaanbod.nl
Twitter: @VenA_Rolf
Facebook: www.facebook.com/vraagenaanbod