De BRICS (een afkorting voor de opkomende markten Brazilië, Rusland, India, China en Zuid-Afrika) hebben zich de afgelopen decennia ontwikkeld tot zwaargewichten op zowel economisch als grondstoffengebied. We denken dat de komende tien jaar de BRICS belangrijke pijlers blijven voor de wereldeconomie en voor veel grondstoffenmarkten.
Momenteel bedraagt het gecombineerde BRICS-aandeel in de wereldeconomie 22 procent en is meer dan veertig procent van het totale aanbod en vraag van grondstoffen afkomstig van de BRICS.
Vanuit een macro-economisch perspectief heeft het concept van de BRICS enige, maar niet alle relevantie verloren. Bijna twintig jaar nadat de term BRICS voor het eerst werd gebuikt, kunnen we concluderen dat alleen China en India erin zijn geslaagd om structureel beter te presteren dan de geavanceerde economieën. China is een belangrijke motor van wereldwijde economische groei geworden. En momenteel is China het meest kredietwaardige land onder de BRICS.
India staat op het punt om de status van snelst groeiende economische reus definitief van China over te nemen en zal waarschijnlijk rond 2025 al de top drie van de grootste economieën bereiken. De grondstoffenproducenten Brazilië, Rusland en Zuid-Afrika daarentegen zijn er niet in geslaagd om structureel beter te presteren dan de geavanceerde economieën. We verwachten dat de groei voor deze landen wel iets kan aantrekken in de komende jaren, maar lang niet tot niveaus vergelijkbaar met China en India.
Solide basis
Voor de lange termijn zal het Belt & Road-initiatief van China – dat zich richt op connectiviteit en samenwerking tussen Euraziatische landen – een solide basis vormen voor de vraag naar grondstoffen. Verdere wereldwijde elektrificatie, verstedelijking, hogere infrastructuur- en bouwuitgaven en de groei van de middenklasse zorgen voor een voortzetting van de BRICS-honger naar grondstoffen in het volgende decennium. Daarnaast blijft het grondstoffencomplex onderhevig aan structurele veranderingen, via modernisering van de grondstoffenindustrieën (raffinage, mijnbouw) en een toename van fusies en overnames in de komende jaren en zijn er vele uitdagingen op het terrein van de grondstoffen welke ook door de BRICS moeten worden geadresseerd. De belangrijkste uitdaging is het oppakken van een meer duurzame ontwikkeling met betrekking tot grondstoffenmarkten. Door verouderde technologie, lage R&D-investeringen en een relatief soepel duurzaamheidsbeleid blijven de milieuproblemen de komende jaren groot. Een strenger beleid op dit gebied door BRICS is daarom een noodzaak.
Het gecombineerde aandeel van BRICS in de wereldeconomie is sinds 1990 meer dan verdubbeld en zal de komende jaren verder toenemen. Het grootste deel hiervan is en blijft toe te schrijven aan China, maar ook India zal steeds meer een stempel gaan drukken op de wereldeconomie en op de grondstoffenmarkten. China is ook een belangrijke stakeholder en koploper in het wereldwijde klimaatdebat, aangezien het land niet alleen een grote vervuiler is, maar ook een grote investeerder is in schone energie. Omdat China in economisch opzicht zal blijven vertragen naarmate de economie volwassener wordt, zal de focus van beleggers de komende tien jaar meer en meer op India worden gericht.
Alle economische en grondstoffenkwesties in overweging genomen, zijn wij bij ABN AMRO van mening dat de BRICS nog vele jaren een opkomende grondstoffencoalitie zal blijven.