Chauffeur laat zich omscholen tot rondslijper

Het Sectorplan Twente is een samenwerking tussen werkgevers- en werknemersorganisaties, scholings-aanbieders, kennisinstellingen, vakbonden, Werkplein Twente en Twente Board. Voor het Sectorplan Twente is 6,9 miljoen euro gereserveerd uit de zogenoemde Asscher-gelden als belangrijke impuls voor de arbeidsmarktregio Twente. Er bestaan overigens naast het sectorplan Twente nog ander sectorplannen, zoals het Sectorplan Achterhoek en 37 andere die sectoraal of intersectoraal bijna landelijke dekking geven.

Arbeidsmakelaars

‘Trekker van het Sectorplan Twente is de sector Zorg en Welzijn’, vertelt Rard Metz die als  regiosecretaris Oost van de Metaalunie nauw betrokken is bij het sectorplan. Later zijn daar de sectoren horeca, logistiek, techniek, IT, zakelijke dienstverlening en overige sectoren aan toegevoegd. Een team van zeven arbeidsmakelaars heeft alle sectoren verdeeld. Zij ondersteunen sinds februari van dit jaar werkgevers bij het vinden van medewerkers op lastig vervulbare vacatures binnen Twente of grensoverschrijdend. De arbeidsmakelaars zijn werkzaam bij verschillende organisaties en vormen samen een projectteam. Ze vertegenwoordigen diverse sectoren en werken nauw samen met de adviseurs werk van Werkplein Twente. De opdracht is om in twee jaar minimaal 1.300 mensen vanuit werk of uitkering te begeleiden en scholen naar werk in kansrijke beroepen en sectoren verder te helpen.

Sector Techniek

Voor de sector Techniek zijn de arbeidsmakelaars Bas Kerbusch en Eric Molenkamp vrijgesteld door respectievelijk Stodt en de Koninklijke Metaalunie om werkgevers te helpen bij het vinden van mensen voor lastig vervulbare vacatures. Kerbusch is voor twee dagen vrijgesteld voor deze klus; Molenkamp is voor 2,5 dag vrijgesteld. Overigens werkt Molenkamp de andere helft van de week als arbeidsmakelaar voor het Sectorplan Achterhoek.

De opdracht voor deze sector is om in twee jaar 150 mensen te begeleiden naar werk. ‘Niet onbelangrijk is dat het sectorplan Twente in tegenstelling tot de eerdere sectorplannen intersectoraal werkt en met cofinanciering’, zegt Metz. ‘Intersectoraal wil zeggen dat er over de sectorgrenzen wordt heengekeken. Daarmee willen we oplossingen bieden binnen diverse sectoren. De ene sector heeft bijvoorbeeld een overschot aan mensen, een andere sector juist een gebrek aan mensen. Om deze scheefgroei in balans te brengen is o.a. dit sectorplan opgezet. Daarnaast werkt het sectorplan met cofinanciering hetgeen wil zeggen dat subsidiering van scholing etc. minimaal voor de helft wordt gedragen door de bedrijven of sector zelf. 

We spreken Metz bij Drenth Motorsport Gearboxes in Enter, een van de eerste bedrijven die gebruik maakt van het sectorplan. Zij zochten een operator voor hun rondslijpmachine. Het bedrijf wordt sinds kort daarin begeleidt door Bas Kerbusch. ‘Wij denken vanuit de vraag van de markt, we zijn vraaggestuurd en werkgeversgericht’, benadrukken Kerbusch en Molenkamp. Het sectorplan werkt intersectoraal. Er vindt een soort van kruisbestuiving plaats tussen de verschillende sectoren. Daarom komen Kerbusch en Molenkamp elke maandag met de andere arbeidsmakelaars bij elkaar om ervaringen, vragen uit de markt en dergelijke uit te wisselen. De arbeidsmarkt is scheef, zo heeft de ene sector een overschot aan personeel, terwijl een andere sector een tekort heeft. Het sectorplan gaat van deze discrepantie handig gebruik maken. Molenkamp noemt als voorbeeld heupslijpers die in de zorg werkzaam zijn. Deze zouden met bijscholing zo in de metaal aan het werk kunnen. En dat gebeurt nu ook want hij weet dat er op dit moment een heupslijper tijdelijk aan de slag is bij een slijpbedrijf in de metaalsector.

‘Veel bedrijven hebben een chronisch tekort aan vakpersoneel waardoor bedrijven in de problemen raken. Er is in de sector techniek veel uitstroom en maar weinig instroom’, weet Kerbusch. Hij weet ook dat het CBS heeft becijferd dat als we niets doen er in 2025 een gapend gat ontstaat van 180.000 niet vervulbare vacatures. ‘In Twente hebben we het dan over honderden vacatures’, vult Molenkamp aan. ‘Vorige week scrolde ik even door de vacaturebank en kwam alleen in de installatiesector uit op 62 openstaande vacatures. Over alle sectoren gaat dit naar meer dan 300 vacatures en dat worden er wekelijks meer.’

Zestig bedrijven

Tot nu zijn er voor het gehele Sectorplan Twente een kleine zestig bedrijven geholpen en zijn er evenzoveel mensen begeleidt uit een uitkering en hebben de eerste stappen gezet naar ander werk. Voor de sector Techniek zijn er 28 bedrijven/mensen bemiddeld. ‘En we zijn pas een paar maanden actief bezig. Uit ervaring weten we dat gedurende de tijd dat sneller gaat. Het zou mooi zijn, als we in 2018 – als het sectorplan stopt – kunnen zeggen dat deze manier van werken structureel is ingebed in de regio’, zegt Molenkamp. Een van de bedrijven die Kerbusch onder zijn hoede heeft, is het bedrijf Drenth Motorsport Gearboxes. Contactpersoon daar is manager productie, Barry Jordens, die op korte termijn op zoek was naar een rondslijper. ‘We wisten dat het niet zou meevallen om een nieuwe operator voor de cnc-rondslijpmachine te vinden. Dat vraagt om een bepaald type mens. Rondslijpen is namelijk een stressvolle en uiterst nauwkeurig (tot op de micrometers) vak. Stressvol omdat het rondslijpproces de laatste stap is in een keten van vele bewerkingen. Doe je iets niet goed dan betekent dat het product in de schrootbak belandt en dat het gehele productieproces opnieuw moet. Daarnaast sta je meestal tegen een deadline aan te werken. Het moet af’, zegt de manager productie.

Verjonging

Sinds een aantal jaren is Drenth bezig met verjonging van het  personeelsbestand. Het bedrijf heeft regelmatig bbl’ers in dienst en elk jaar zijn er een aantal stagiaires van het ROC van Twente uit Hengelo en of Almelo. Daar zat de afgelopen jaren geen geschikte kandidaat rondslijper bij. Verder heeft het bedrijf in de directe omgeving gezocht en ook nog geprobeerd om via een detacheringsbureau geschikte kandidaten binnen te loodsen. ‘Daarmee hadden we zo’n beetje alle wegen bewandeld, maar helaas leverde dat geen geschikte kandidaat op. ‘Dit voorjaar ben ik bij het Stodt te rade gegaan omdat ik me nog wist te herinneren dat zij mensen opleiden in de verspaning. Misschien dat zij een geschikte rondslijper in hun bestand hadden staan’, zegt Jordens. ‘Zo kwam ik in gesprek met Bas Kerbusch, die me attendeerde op het Sectorplan Twente en de mogelijkheden daarvan. Ongeveer tegelijkertijd vertelde een collega dat een goede vriend van hem binnenkort zou afzwaaien als chauffeur bij defensie. Dat zou best wel een geschikte kandidaat kunnen zijn voor deze functie. Hij voldeed tenminste aan het profiel van een rondslijper.’

Jordens geeft toe dat deze man in een sollicitatieprocedure de eerste ronde niet eens zou hebben gehaald, maar door de mogelijkheden van opleidingen in combinatie met de subsidiemogelijkheden werd deze optie toch aantrekkelijk voor Drenth. Na een aantal gesprekken met de nieuwe operator is er een ontwikkelingstraject met hem afgesproken. ‘Na zijn dienstverband gaat hij bij Stodt de opleidingen tekeninglezen, vorm- en plaatstoleranties en geometrische meettechnieken volgen. Die opleidingen worden voor de helft vergoed via het sectorplan (co-financiering).’

Nieuwe rondslijper

‘Met het aangekondigde vertrek van onze rondslijper, vonden we het ook tijd om de machine te vernieuwen. De oude machine dateert van eind jaren zestig en heeft al die jaren zijn werk gedaan. Er is een nieuwe rondslijper bestelt, een Studer, de Rolls Royce onder de rondslijpmachines’, zegt Jordens. Deze nieuwe Studer is eind juli opgeleverd. ‘De nieuwe operator krijgt van Studer, de fabrikant van de nieuwe rondslijpmachine vanaf deze week een op de nieuwe rondslijper toegeruste machinecursus rondslijpen.’ De tijd zal het leren of de nieuwe operator uiteindelijke een geschikte keus is geweest.