De investering in een los-en-laad-robotcel is goed gevallen bij Endumar. Zo goed zelfs dat ze de concurrentie aankunnen met China.
De specialist in het bewerken van hoogwaardige metaaldelen koppelde onlangs een BMO compact 20 robotcel aan een DMU 70 Evolution bewerkingscentrum.
Door deze stap is de effectieve productiecapaciteit van dit centrum omhoog gegaan van acht uur per dag naar achttien uur per dag. De los-en-laad-robotcel werd door BMO Automation in Nederweert ontwikkeld en in oktober bij Edumar geïnstalleerd.
‘Sinds die tijd loopt het bewerkingscentrum continu, 24 uur per dag, 7 dagen in de week, met alleen onderbrekingen voor programmeren en instellen’, aldus een tevreden Eduard Wijlaars, broer van Marius Wijlaars, eigenaars van het bedrijf dat zij in 1995 hebben opgericht.
Faillissement
Het bijna nieuwe DMU 70 Evolution bewerkingscentrum heeft Endumar gekocht uit een faillissement. ‘De machine had nog weinig gelopen. In het begin draaiden wij alleen dagdienst, maar dat was eigenlijk te weinig. We vonden het niet rendabel dat zo’n machine ‘s avonds en ‘s nachts stil staat, terwijl wij wel het werk ervoor hebben. We kwamen in gesprek met Frank Biemans, directeur van BMO Automation in Nederweert, die ons kon overtuigen van zijn oplossing hiervoor: koppel een laad-en-los-robotcel voor producten aan de machine, waardoor deze manloos kan draaien.’
Dat deze investering achteraf gezien een goede beslissing is geweest, blijkt uit het feit dat Endumar nu zo’n achttien uur per dag op de machine freest, in plaats van alleen in dagdienst. ‘De maandleasekosten voor de Compact 20 robotcel verdienen wij in een aantal nachten produceren al terug, met hetzelfde aantal van vijftien medewerkers. De magazijnmeester heeft het wel dubbel zo druk, maar dat is een luxeprobleem’, aldus Eduard Wijlaars.
China
‘In 2002 openden wij ons nieuwe bedrijfspand. We hebben nu vier vijfassige DMG bewerkingscentra staan, waarvan drie volledig geautomatiseerd. De markt is, wat ons betreft behoorlijk aangetrokken, waardoor wij wel 24/7 moeten produceren.’ Voor de lagelonenlanden is Wijlaars niet bang. ‘Door ons machinepark optimaal te benutten, kunnen wij de concurrentie met deze landen wel aan. We moeten wel alert zijn ten aanzien van de ontwikkelingen en moeten blijven investeren in de laatste stand van de techniek.’
Dat dit zijn vruchten afwerpt, blijkt wel uit het voorbeeld dat Wijlaars geeft van een klant. ‘De afdeling inkoop van een van onze grotere klanten is verplicht in China prijzen op te vragen. Toch komen de orders steeds weer naar ons toe. Kennelijk zitten wij met onze prijs, kwaliteit en leverdiscipline op het goede spoor.’