Column Joachim Driessen: Oubaha-deal

In het oosten van het land is nogal wat beroering ontstaan over een deal die horecatycoon Khalid Oubaha gesloten heeft met haar schuld­eisers, vooral de Belastingdienst. Veel collega-ondernemers vinden het oneerlijk dat de fiscus een groot deel van de coronaschulden bij Oubaha heeft kwijtgescholden, terwijl zij moeten blijven betalen.

Eerst de voorgeschiedenis: Oubaha heeft 24 horecazaken in Enschedé, Nijmegen en Arnhem ondergebracht in K.O. Company BV. Na corona bleef een schuldenlast achter van 15 miljoen euro. Dat ging de eerste jaren nog goed, want de fiscus drong niet aan. Toen rente en aflossing betaald moest worden, dreigde in 2023 faillissement. Een eerste schuldenakkoord werd in een zogenaamde WHOA-procedure afgewezen door de bierbrouwer AB Inbev en de Belastingdienst. Na surseance werd alsnog een schuldenakkoord bereikt, waarbij de Belastingdienst nog 1 miljoen van de uitstaande 6 miljoen tegemoet kon zien. Ook de andere schuldeisers moesten een groot deel van hun vordering afboeken. De rechtbank keurde het akkoord goed.

Is de boosheid van de collega-ondernemers terecht? Mijn korte antwoord is: nee. Er zijn veel misverstanden over schuldsanering, maar ieder bedrijf kan een traject starten om van haar schulden af te komen en de Belastingdienst ‘trekt’ daarbij echt niemand voor, maar weegt af wat voor de belastingbetaler gunstiger is: faillissement of mee gaan in een schuldenakkoord.

Het is wel van belang dat jouw bedrijf levens­vatbaar is en dus na schuldsanering weer winstgevend. Verder moeten alle (grote) schuldeisers meedoen, tenzij ze een borg of pandrecht hebben. Eigenlijk geldt voor alle schuldeisers dezelfde afweging. Wat krijg ik bij een faillissement tegen het voordeel dat de klant blijft en dat een deel van de schuld betaald wordt. Voor alle schuldeisers en dus ook voor de Belastingdienst een zakelijke beslissing.

Schuldsanering kan in de regel zonder tussenkomst van een rechtbank of curator. Wij begeleiden bedrijven die via een zogenaamd Minnelijk Akkoord met schuldeisers om tafel gaan om tot een dergelijk akkoord te komen. Lukt dat niet dan kan de rechtbank onwillige schuldeisers dwingen om mee te doen.

Wanneer lukt het niet? Kort gezegd als je bezittingen meer waard zijn dan je schulden. Dan zullen schuldeisers en zeker de Belastingdienst zeggen, verkoop de boel maar, dat levert ons meer op. Zo kunnen in de basis gezonde bedrijven gered worden, houden medewerkers hun baan en blijven klanten bediend. Zeker als schulden veroorzaakt zijn door corona is een schuldenakkoord niets om je voor te schamen.

Ik zou zeggen: eet smakelijk klanten van K.O. Company.

Joachim Driessen,

onafhankelijk adviseur

Reageren?

E-mail: redactie@vraagenaanbod.nl