Column Paul Verlinden: ‘RVO en de ondernemer’

Paniek op het ministerie omdat de bestelformulieren voor de bestelformulieren op zijn. Wie kent ze niet? Grappen over de verschillende denkwerelden tussen ondernemers en ambtenaren zijn van alle tijd. Maar dat niet neemt weg dat er veel waardering is bij ondernemers voor ambtenaren, niet in de minste plaats vanwege hun inzet en inzichten over internationaal ondernemerschap.

In dit geval hebben we het over RVO (Rijksdienst voor Ondernemend Nederland). Die waardering van ondernemers voor ambtenaren is wat mij betreft terecht. De mensen die op de internationale tak van RVO werken, zijn erg enthousiast en meedenkend bij het ondersteunen van mkb-maakbedrijven die zaken willen doen over de grens.

Spreken ambtenaren en ondernemers dan toch dezelfde taal? Nee, dat toch weer niet, want de denk- en handelswijze van ondernemers en die van ambtenaren is wel degelijk anders. Om die verschillende bloedgroepen beter met elkaar te verbinden ben ik vanuit Metaalunie samen met RVO het project ‘kruip in de huid van de ondernemer’ gestart. De eerste ronde is inmiddels achter de rug. RVO-medewerkers bezochten drie ondernemers in de maakindustrie op locatie, in kleine groepjes. Elk bedrijf werd twee maal bezocht. Het eerste bezoek draaide vooral om het gesprek met de ondernemer en het bezichtigen van het bedrijf. Het tweede bezoek was meer gericht op feedback rondom internationalisering en over wat RVO kan bieden aan ondersteuning.

Wat vooral opviel is dat de RVO-medewerkers zich verbaasden over de enorme hoeveel taken die op een mkb-ondernemer afkomt. Maar ook dat een klein bedrijf beperkt is in het doen van investeringen die bijvoorbeeld nodig zijn om te groeien in het buitenland. Een eyeopener bleek hoe anders de marktbewerking eruit ziet van kleine toeleveronderdelen, waarbij het bedrijf een kleine maar belangrijke schakel  is binnen een internationale toeleverketen. Het was mooi om het pure enthousiasme te merken over hoe de producten worden gemaakt, en de wijze waarop de productieprocessen zijn georganiseerd. Waar de ambtenaren zich misschien nog wel het meest over verbaasden was dat ondernemers hun buitenlandse klanten niet altijd goed kennen en dat ze vaak weinig kennis hebben van de markten waarin zij opereren. Veel van de exportorders komen tot stand door de vraag die er uit de markt komt. En zo ontstonden er interessante gesprekken waar de vergelijking werd gelegd tussen ondernemers die ‘vissen’ en ondernemers die ‘jagen’.

Ambtenaren zijn nu niet ineens één met de ondernemer, maar als we met dit programma de belevingswereld van ambtenaren en ondernemers iets dichterbij elkaar kunnen brengen is dat zeker winst! Want ondernemers kunnen een goed meedenkende overheid prima gebruiken en wederzijds begrip helpt daar bij. Dus, op naar de tweede ronde ‘kruip in de huid van de ondernemer.’

Paul Verlinden,

Beleidssecretaris Internationaal Ondernemen bij Koninklijke Metaalunie

Reageren?
verlinden@metaalunie.nl